|
26.5.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 117/32 |
Beroep ingesteld op 23 maart 2007 — Telecom Italia Media/Commissie
(Zaak T-96/07)
(2007/C 117/52)
Procestaal: Italiaans
Partijen
Verzoekende partij: Telecom Italia Media S.p.A. (Rome, Italië) (vertegenwoordigers: F. Bassan en S. Venturini, avvocati)
Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen
Conclusies
|
— |
primair, nietig te verklaren beschikking C(2006) 6634 def. van de Commissie van 24 januari 2007 betreffende staatssteun C 52/2005 (ex NN 88/2005, ex CP 101/ 2004), en alle daarmee samenhangende, daaraan voorafgaande en daarop volgende handelingen; |
|
— |
subsidiair, nietig te verklaren beschikking C(2006) 6634 def. van de Commissie, voor zover zij de Italiaanse Staat verplicht de steun volgens de daarin bepaalde modaliteiten terug te vorderen; |
|
— |
in ieder geval, de Commissie in de kosten te verwijzen. Met alle gevolgen rechtens. |
Middelen en voornaamste argumenten
Het onderhavige beroep is gericht tegen de beschikking waarbij de Commissie de staatssteun — subsidies voor de aankoop van digitale decoders — die de Italiaanse regering voor de jaren 2004 en 2005 beschikbaar heeft gesteld, onrechtmatig heeft verklaard. Er zij op gewezen dat, bij beschikking van dezelfde datum, de voor 2006 geplande subsidies voor digitale decoders met open API's (application program interfaces) krachtens artikel 87, sub c, EG rechtmatig zijn verklaard.
Volgens verzoekster ligt het verschil tussen de rechtmatige steun van 2006 en de onrechtmatige steun van de jaren 2004 en 2005 in het feit dat deze laatste uitdrukkelijk — dus rechtens — decoders voor satelliettelevisie van de financiering uitsloot, terwijl dat in 2006 enkel feitelijk het geval was, omdat het ging om de decoder die was gekozen voor het monopoliehoudende „gesloten ”SKY-platform.
Tot staving van haar conclusies beroept verzoekster zich op:
|
— |
Beoordelingsfout van verweerster. Dienaangaande wordt het volgende aangevoerd:
|
|
— |
Schending en onjuiste toepassing van de artikelen 87, lid 1, en 87, lid 3, sub c, EG, voor zover de Commissie niet heeft bewezen dat de maatregel de mededinging vervalst of dreigt te vervalsen en dus staatssteun in de zin van artikel 87, lid 1, oplevert. Zij heeft bovendien niet aangetoond hoe de in artikel 87, lid 3, bedoelde vrijstelling van toepassing zou kunnen zijn op producenten van decoders, maar niet tevens op de — onrechtstreeks ook begunstigde — televisieomroepen, die van die decoders gebruik maken. |
|
— |
Interne tegenstrijdigheid en inherent onlogisch karakter van de bestreden beschikking. Op dit punt wordt beklemtoond dat de maatregel volgens de Commissie selectief zou zijn, door enkel naar bepaalde onrechtstreeks begunstigden (de televisieomroepen) en niet naar andere (de producenten van decoders) te verwijzen. |