|
10.3.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 56/24 |
Beroep ingesteld op 25 januari 2007 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Helleense Republiek
(Zaak C-26/07)
(2007/C 56/46)
Procestaal: Grieks
Partijen
Verzoekende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: M. Kontou en A.-M. Rouchaud-Joët, gemachtigden)
Verwerende partij: Helleense Republiek
Conclusies
|
— |
vast te stellen dat de Helleense Republiek, door niet de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen die nodig zijn om te voldoen aan richtlijn 2004/80/EG (1) van de Raad van 29 april 2004 betreffende de schadeloosstelling van slachtoffers van misdrijven, althans door deze bepalingen niet aan de Commissie mee te delen, de krachtens deze richtlijn op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen; |
|
— |
de Helleense Republiek te verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
De termijn voor omzetting van de richtlijn in nationaal recht is op 1 januari 2006 verstreken.
(1) PB L 261 van 6.8.2004, blz. 15.