10.3.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 56/3 |
Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 25 januari 2007 — Dalmine SpA/Commissie van de Europese Gemeenschappen
(Zaak C-407/04 P) (1)
(Hogere voorziening - Mededinging - Mededingingsregeling - Markt van naadloze stalen buizen - Bescherming van nationale markten - Leveringscontract - Rechten van verdediging - Meewerken aan eigen veroordeling - Anonieme bewijzen - Geldboete - Motivering - Gelijke behandeling - Richtsnoeren voor berekening van geldboeten - Omvang van relevante markt en van betrokken onderneming - Verzachtende omstandigheden)
(2007/C 56/04)
Procestaal: Italiaans
Partijen
Rekwirante: Dalmine SpA (vertegenwoordigers: A. Sinagra, M. Siragusa en F. Moretti, avvocati)
Andere partij in de procedure: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: A. Whelan en F. Amato als gemachtigden)
Voorwerp
Hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Tweede kamer) van 8 juli 2004, Dalmine/Commissie van de Europese Gemeenschappen (zaak T-50/00), waarbij beschikking 2003/382/EG van de Commissie van 8 december 1999 betreffende een procedure overeenkomstig artikel 81 van het EG-Verdrag (IV/E-1/35.860-B — naadloze stalen buizen) [kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 4154] gedeeltelijk nietig wordt verklaard en het bedrag van de aan verzoekende partijen opgelegde geldboete wordt vastgesteld
Dictum
1) |
De hogere voorziening wordt afgewezen. |
2) |
Dalmine SpA wordt verwezen in de kosten. |