18.11.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 281/18


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Chemnitz (Duitsland) op 8 augustus 2006 — Peter Funk/Stadt Chemnitz

(Zaak C-343/06)

(2006/C 281/29)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Verwaltungsgericht Chemnitz

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Peter Funk

Verwerende partij: Stadt Chemnitz

Prejudiciële vragen

1.

Mag een lidstaat op grond van artikel 1, lid 2, en artikel 8, leden 2 en 4, van richtlijn 91/439/EEG (1) van de houder van een door een andere lidstaat afgegeven rijbewijs verlangen dat hij de nationale autoriteiten verzoekt het recht te erkennen om in het binnenland gebruik te maken van die rijbevoegdheid, wanneer de rijbevoegdheid van de houder van dit buitenlandse EU-rijbewijs tevoren in het binnenland is ingetrokken of anderszins nietig is verklaard?

Zo neen:

2.

Moet artikel 1, lid 2, juncto artikel 8, leden 2 en 4, van richtlijn 91/439/EEG aldus worden uitgelegd dat een lidstaat op zijn grondgebied de rijbevoegdheid op basis van een in een andere lidstaat afgegeven rijbewijs mag weigeren te erkennen, wanneer de rijbevoegdheid van de houder van dit buitenlandse EU-rijbewijs tevoren in het binnenland door de bestuursautoriteit is ingetrokken, er naar het recht van eerstgenoemde lidstaat bij administratieve intrekking of nietigverklaring van de rijbevoegdheid geen termijn is waarbinnen de rijbevoegdheid niet opnieuw mag worden verleend, en er eerst opnieuw recht op de afgifte van een rijbewijs bestaat wanneer de betrokkene het bewijs van de rijbevoegdheid als materiële voorwaarde voor de herkrijging van het rijbewijs heeft overgelegd in de vorm van een op verzoek van de bestuursautoriteit verricht medisch-psychologisch onderzoek als nader geregeld in het nationale recht?

Zo neen,

3.

Moet artikel 1, lid 2, juncto artikel 8, leden 2 en 4, van richtlijn 91/439/EEG aldus worden uitgelegd dat een lidstaat op zijn grondgebied mag weigeren de rijbevoegdheid op basis van een in een andere lidstaat afgegeven rijbewijs te erkennen, wanneer de rijbevoegdheid van de houder van dit buitenlandse EU-rijbewijs tevoren door de bestuursautoriteit in het binnenland is ingetrokken of anderszins nietig is verklaard en op basis van objectieve aanknopingspunten (geen woonplaats in de lidstaat van afgifte van het rijbewijs, en afwijzing van de aanvraag tot hernieuwde verlening van de rijbevoegdheid in het binnenland) moet worden aangenomen dat de buitenlandse EU-rijbevoegdheid alleen is verkregen om de strenge materiële vereisten van de procedure tot herkrijging van het rijbewijs in het binnenland, in het bijzonder het medisch-psychologische onderzoek, te omzeilen?


(1)  PB L 237, blz. 1.