|
18.11.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 281/1 |
Arrest van het Hof (Grote kamer) van 12 september 2006 (verzoeken om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberlandesgericht Oldenburg — Duitsland) — Industrias Nucleares do Brasil SA, Siemens AG/UBS AG (C-123/04), Texas Utilities Electric Corporation (C-124/04)
(Gevoegde zaken C-123/04 en C-124/04) (1)
(EGA-Verdrag - Voorziening - Regeling van eigendomsrecht - Verrijking van uranium op grondgebied van Gemeenschap door onderdaan van derde staat)
(2006/C 281/02)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Oberlandesgericht Oldenburg
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partijen: Industrias Nucleares do Brasil SA, Siemens AG
Verwerende partijen: UBS AG (C-123/04), Texas Utilities Electric Corporation (C-124/04)
Voorwerp
Verzoek om prejudiciële beslissing — Oberlandesgericht Oldenburg — Uitlegging van artikelen 57, 73, 75, 86, 87, 196 en 197 EA — Leningsovereenkomst gewaarborgd door pandrecht op uranium dat toebehoort aan onderneming uit derde staat en dat in Gemeenschap is verrijkt en opgeslagen
Dictum
|
1) |
Artikel 75, eerste alinea, EA dient aldus te worden uitgelegd dat de aldaar bedoelde begrippen „behandelen”, „bewerken” of „verwerken” ook de verrijking van uranium omvatten. |
|
2) |
Artikel 196, sub b, EA dient aldus te worden uitgelegd dat een niet op de grondgebieden van de lidstaten gevestigde onderneming haar werkzaamheden niet geheel of gedeeltelijk in de zin van dit artikel op deze grondgebieden uitoefent, wanneer zij met een op deze grondgebieden gevestigde onderneming een zakenrelatie onderhoudt die betrekking heeft op hetzij de levering van grondstoffen voor de vervaardiging van verrijkt uranium en de afname van verrijkt uranium, hetzij de opslag van dit verrijkt uranium. |
|
3) |
Artikel 75, eerste alinea, sub c, EA dient aldus te worden uitgelegd dat de ter behandeling, bewerking of verwerking aangeleverde en daarna teruggeleverde materialen niet stoffelijk identiek behoeven te zijn en dat het volstaat dat de afgeleverde materialen in kwaliteit en hoeveelheid met de aangeleverde materialen overeenstemmen, zonder dat het in voorkomend geval mogelijk is om een verband te leggen tussen de aangeleverde en de afgeleverde materialen. Verder moet deze bepaling aldus worden uitgelegd dat de omstandigheid dat de verwerkende onderneming met de aanlevering van de grondstoffen de eigendom hiervan verwerft en de eigendom van het verrijkt uranium daarom na de verwerking weer aan de andere partij bij de overeenkomst moet overdragen, niet in de weg staat aan de toepassing van artikel 75, eerste alinea, sub c, EA. |
|
4) |
Artikel 196, sub b, EA dient aldus te worden uitgelegd dat een onderneming niet een deel van haar werkzaamheden op de grondgebieden van de lidstaten uitoefent in de zin van dit artikel, wanneer zij aldaar opgeslagen verrijkt uranium verkoopt of verwerft. |
|
5) |
Artikel 73 EA dient aldus te worden uitgelegd dat het niet van toepassing is op overeenkomsten die op het grondgebied van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie opgeslagen verrijkt uranium betreffen en waarbij uitsluitend onderdanen van derde staten partij zijn. |