25.3.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 74/24


Beroep ingesteld op 22 december 2005 — Plantations de Mbanga tegen Commissie

(Zaak T-447/05)

(2006/C 74/47)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekster: Société des plantations de Mbanga (SPM) SA (Douala, Kameroen) (vertegenwoordigers: P. Soler Couteaux, S. Cahn, advocaten)

Verweerster: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies van verzoekster

verordening (EG) nr. 2015/2005 van de Commissie van 9 december 2005 met betrekking tot de invoer, in de maanden januari en februari 2006, van bananen van oorsprong uit ACS-landen in het kader van het bij verordening (EG) nr. 1964/2005 van de Raad inzake de invoertarieven voor bananen geopende tariefcontingent, nietig te verklaren;

de Commissie en de Raad te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

In het kader van de wijziging van de specifieke regeling met betrekking tot contingenten voor het handelsverkeer met derde landen die deel uitmaken van de maatregelen tot ordening van de markten in de sector bananen, is de Commissie bij verordening nr. 1964/2005 van 29 november 2005 van de Raad van de Europese Unie (1) onder meer de bevoegdheid verleend om de uitvoeringsbepalingen voor die verordening en overgangsbepalingen voor het beheer van het tariefcontingent voor bananen uit ACS-landen vast te stellen. In het kader daarvan heeft de Commissie in verordening nr. 2015/2005 van 9 december 2005 (2) voor de maanden januari en februari 2006 de oorspronkelijk bij verordening nr. 896/2001 ingevoerde oude regeling voor de toewijzing van invoercertificaten op basis van historische gegevens (3) gehandhaafd. Met dit beroep wordt de nietigverklaring van verordening nr. 2015/2005 gevorderd.

Tot staving van haar beroep stelt verzoekster dat verordening nr. 2015/2005, door in de artikelen 3 en 4 een regeling voor de toewijzing van invoercertificaten op basis van historische gegevens en de toelating van niet-traditionele marktdeelnemers in te voeren, schending oplevert van:

de bepalingen van de overeenkomsten betreffende de bananenmarkt;

de filosofie en de beginselen van de communautaire bepalingen inzake het gemeenschappelijk landbouwbeleid, de gemeenschappelijke ordening van de bananenmarkten en de bepalingen van de betrokken gemeenschapsregeling;

de beginselen van de artikelen 81 EG en 82 EG, doordat zij het de van oudsher bestaande marktdeelnemers mogelijk maakt collectief misbruik te maken van de machtspositie die hun volgens verzoekster wordt verleend door de verordeningsbepalingen en doordat zij ook andere mededingingsverstorende gedragingen op de communautaire bananenmarkt in de hand werkt;

de beginselen van artikel 87 EG, doordat zij tot gevolg heeft dat een belangrijk financieel voordeel selectief wordt toegekend aan bepaalde, historisch belangrijke, traditionele importeurs, die voordeel kunnen halen uit de wederverkoop van ten onrechte kosteloos verkregen certificaten;

het evenredigheidsbeginsel, doordat zij het onmogelijk maakt dat geloofwaardige en levensvatbare niet-traditionele importeurs activiteiten creëren en ontwikkelen, aangezien deze slechts kunnen bestaan wanneer zij aanleunen bij een traditioneel importeur; verder stelt verzoekster dat de bestreden verordening het de ACS-producenten evenmin mogelijk maakt een billijk voordeel te halen uit de preferentie voor ACS-bananen, nu het voordeel van de regeling op buitensporige wijze ten goede komt aan bepaalde, historisch belangrijke, traditionele importeurs;

het discriminatieverbod, doordat zij de traditionele ACS-importeurs schijnbaar billijk behandelt, maar in werkelijkheid bepaalde, historisch belangrijke, traditionele importeurs ten onrechte bevoordeelt.

Ten slotte stelt verzoekster tot staving van haar vordering nog schending van het vertrouwensbeginsel en het beginsel van vrije beroepsuitoefening.


(1)  Verordening (EG) nr. 1964/2005 van de Raad van 29 november 2005 inzake de invoertarieven voor bananen (PB L 316, blz. 1).

(2)  Verordening (EG) nr. 2015/2005 van de Commissie van 9 december 2005 met betrekking tot de invoer, in de maanden januari en februari 2006, van bananen van oorsprong uit ACS-landen in het kader van het bij verordening (EG) nr. 1964/2005 van de Raad inzake de invoertarieven voor bananen geopende tariefcontingent (PB L 324, blz. 5).

(3)  Deze regeling wordt door verzoekster aangevochten in de bij het Gerecht aanhangige zaak T-128/05.