11.2.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 36/12 |
ARREST VAN HET HOF
(Vijfde kamer)
van 15 december 2005
in zaak C-250/04: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Helleense Republiek (1)
(Niet-nakoming - Richtlijn 2002/19/EG - Toegang tot elektronische-communicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten - Niet-omzetting binnen gestelde termijn)
(2006/C 36/22)
Procestaal: Grieks
In zaak C-250/04, betreffende een beroep wegens niet-nakoming krachtens artikel 226 EG, ingesteld op 14 juni 2004, Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigden: G. Zavvos en M. Shotter) tegen Helleense Republiek (gemachtigde: N. Dafniou), heeft het Hof (Vijfde kamer), samengesteld als volgt: J. Makarczyk, kamerpresident, R. Silva de Lapuerta en P. Kūris (rapporteur), rechters; advocaat-generaal: A. Tizzano; griffier: R. Grass, op 15 december 2005 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:
1) |
Door niet de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen die nodig zijn om te voldoen aan richtlijn 2002/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de toegang tot en interconnectie van elektronische-communicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten (Toegangsrichtlijn), is de Helleense Republiek de krachtens deze richtlijn op haar rustende verplichtingen niet nagekomen. |
2) |
De Helleense Republiek wordt verwezen in de kosten. |