14.1.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 10/25


Beroep ingesteld op 13 oktober 2005 — Chatziioannidou/Commissie

(Zaak T-387/05)

(2006/C 10/50)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij(en): Eleni Chatziioannidou (Ouderghem, België) [vertegenwoordiger(s): S. A. Pappas, advocaat]

Verwerende partij(en): Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies van verzoeker(s)/verzoekster(s)

nietigverklaring van het besluit van het tot aanstelling bevoegde gezag (TABG) van 8 juli 2005, waarbij is afgewezen verzoeksters klacht tegen een besluit over de overdracht van haar pensioenrechten naar de communautaire regeling;

verwijzing van verweerster in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster, ambtenaar van de Commissie, heeft verzocht om overdracht naar de communautaire regeling van de pensioenrechten die zij in Griekenland heeft verworven vóór zij bij de Commissie in dienst is getreden. Met haar beroep levert zij kritiek op de wijze van berekening van het aantal in aanmerking te nemen dienstjaren volgens de communautaire pensioenregeling, welke op basis van het overgedragen kapitaal plaatsvindt. Verzoekster betoogt meer bepaald dat de Commissie zich vóór de invoering van de euro bij de omzetting van het overgedragen kapitaal in een andere munt dan de Belgische frank niet baseerde op de op de dag van de berekening van kracht zijnde koers, maar op een gemiddelde wisselkoers die werd geacht de muntschommelingen tijdens de periode van betaling van de bijdragen weer te geven. Sinds de overgangsperiode voor de definitieve invoering van de euro is afgelopen, te weten vanaf 1 januari 2002, maakt de Commissie echter geen gebruik meer van deze berekeningswijze, maar baseert zij zich op het door de nationale kassen overgedragen bedrag in euro.

Verzoekster stelt vast dat het verlaten van de methode van de gemiddelde wisselkoers in haar geval leidt tot een aanzienlijke vermindering van het aantal dienstjaren waarvoor zij is gecrediteerd. Op basis daarvan beroept zij zich op schending van artikel 3 van verordening nr. 1103/97 van de Raad, volgens hetwelk de invoering van de euro niet ten gevolge heeft dat wijziging wordt gebracht in enige bepaling in een rechtsinstrument. Zij beroept zich tevens op schending van het non-discriminatiebeginsel, voorzover een ambtenaar die zich in precies dezelfde omstandigheden bevindt, een verschillend aantal communautaire dienstjaren wordt toegekend al naar gelang hij vóór of na de invoering van de euro heeft verzocht om overdracht.