10.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 315/8


Verzoek van het Finanzgericht Köln van 24 augustus 2005 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Rizeni Letoveho Provozu UR SP en Bundesamt für Finanzen

(Zaak C-335/05)

(2005/C 315/15)

Procestaal: Duits

Het Finanzgericht Köln heeft bij beschikking van 24 augustus 2005, ingekomen ter griffie van het Hof van Justitie op 15 september 2005, in het geding tussen Rizeni Letoveho Provozu UR SP en Bundesamt für Finanzen, het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verzocht om een prejudiciële beslissing over de navolgende vraag:

Moet artikel 2, lid 2, van de Dertiende richtlijn van de Raad van 17 november 1986 (86/560/EEG) (1) betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Regeling voor de teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan niet op het grondgebied van de Gemeenschap gevestigde belastingplichtigen, restrictief worden uitgelegd in dier voege dat de mogelijkheid die de lidstaten daarin wordt geboden om de teruggaaf van belasting over de toegevoegde waarde afhankelijk te stellen van de toekenning door derde staten van vergelijkbare voordelen op het gebied van de omzetbelasting, niet geldt ten aanzien van staten die zich als verslagsluitende partijen bij de Algemene overeenkomst inzake de handel in diensten (GATS) (Trb. 1995, 130) op de meestbegunstigingsclausule (artikel II, lid 1, GATS) kunnen beroepen?


(1)  PB L 326, blz. 40.