10.12.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 315/6 |
ARREST VAN HET HOF
(Eerste kamer)
van 15 september 2005
in zaak C-258/04 (verzoek van het Arbeidshof te Luik om een prejudiciële beslissing): Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening tegen Ioannis Ioannidis (1)
(Werkzoekenden - Burgerschap van Unie - Non-discriminatiebeginsel - Artikel 39 EG - Wachtuitkeringen voor jongeren op zoek naar eerste dienstbetrekking - Toekenning afhankelijk van voltooiing van studie van secundaire cyclus in betrokken lidstaat)
(2005/C 315/11)
Procestaal: Frans
In zaak C-258/04, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Arbeidshof te Luik (België) bij beslissing van 7 juni 2004, ingekomen bij het Hof op 17 juni 2004, in de procedure: Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening tegen Ioannis Ioannidis, heeft het Hof (Eerste kamer), samengesteld als volgt: P. Jann, kamerpresident, N. Colneric, J. N. Cunha Rodrigues (rapporteur), M. Ilešič en E. Levits, rechters; advocaat-generaal: D. Ruiz-Jarabo Colomer; griffier: R. Grass, op 15 september 2005 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:
Artikel 39 EG verzet zich ertegen dat een lidstaat aan een onderdaan van een andere lidstaat die op zoek is naar een eerste dienstbetrekking en die niet, als kind, ten laste is van een migrerende werknemer die in eerstgenoemde staat verblijft, de wachtuitkeringen weigert om de enkele reden dat de belanghebbende zijn studie van de secundaire cyclus in een andere lidstaat heeft voleindigd.