26.11.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 296/2 |
ARREST VAN HET HOF
(Derde kamer)
van 6 oktober 2005
in zaak C-243/03: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Franse Republiek (1)
(BTW - Aftrek van voorbelasting - Door middel van subsidies gefinancierde kapitaalgoederen)
(2005/C 296/03)
Procestaal: Frans
In zaak C-243/03, betreffende een beroep wegens niet-nakoming krachtens artikel 226 EG, ingesteld op 6 juni 2003, Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigde: E. Traversa, bijgestaan door N. Coutrelis) tegen Franse Republiek (gemachtigden: G. de Bergues en C. Jurgensen-Mercier), ondersteund door: Koninkrijk Spanje (gemachtigde: N. Díaz Abad), heeft het Hof (Derde kamer), samengesteld als volgt: A. Rosas, kamerpresident, J.-P. Puissochet, S. von Bahr (rapporteur), J. Malenovský en U. Lõhmus, rechters; advocaat-generaal: M. Poiares Maduro, griffier: R. Grass, op 6 oktober 2005 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:
1) |
Door een bijzondere regel in te voeren die de aftrekbaarheid van de belasting over de toegevoegde waarde ter zake van de aanschaf van kapitaalgoederen beperkt op grond dat deze goederen zijn gefinancierd door middel van subsidies, heeft de Franse Republiek niet voldaan aan de verplichtingen die op haar rusten krachtens het gemeenschapsrecht, inzonderheid de artikelen 17 en 19 van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag, zoals gewijzigd bij richtlijn 95/7/EG van de Raad van 10 april 1995. |
2) |
De Franse Republiek wordt verwezen in de kosten. |
3) |
Het Koninkrijk Spanje draagt zijn eigen kosten. |