|
12.11.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 281/12 |
Beroep, op 22 september 2005 ingesteld door Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Republiek Estland
(Zaak C-351/05)
(2005/C 281/23)
Procestaal: Ests
Bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is op 22 september 2005 beroep ingesteld tegen Republiek Estland door Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door B. Schima en E. Randvere als gemachtigden, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg.
De Commissie van de Europese Gemeenschappen concludeert dat het het Hof behage:
|
— |
vast te stellen dat de Republiek Estland, door niet alle wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen mee te delen die nodig zijn om te voldoen aan richtlijn 2003/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en houdende intrekking van richtlijn 98/30/EG (1), althans door deze bepalingen slechts ten dele mee te delen, de krachtens deze richtlijn op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen; |
|
— |
de Republiek Estland te verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
De termijn voor omzetting van de richtlijn in nationaal recht is op 1 juli 2004 verstreken.
(1) PB L 176 van 15.7.2003, blz. 57.