17.9.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 229/10 |
Beroep, op 28 juli 2005 ingesteld door Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Italiaanse Republiek
(Zaak C-302/05)
(2005/C 229/20)
Procestaal: Italiaans
Bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is op 28 juli 2005 beroep tegen Italiaanse Republiek ingesteld door Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door B. Schima en D. Recchia, leden van de juridische dienst van de Commissie.
Verzoekster concludeert dat het het Hof behage:
1) |
vast te stellen dat de Italiaanse Republiek, door te bepalen dat het beding van eigendomsvoorbehoud slechts aan de schuldeisers van de koper kan worden tegengeworpen wanneer het wordt herhaald op elke factuur betreffende leveringen die een vaste datum heeft welke voorafgaat aan het beslag en regelmatig in de boeken is ingeschreven, de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten krachtens artikel 4, lid 1, van richtlijn 2000/35/EG (1) van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties; |
2) |
de Italiaanse Republiek te verwijzen in de kosten van het geding. |
Middelen en voornaamste argumenten
Artikel 4, lid 1, van richtlijn 2000/35/EG bepaalt dat de verkoper eigenaar blijft van de goederen totdat de prijs volledig is betaald, wanneer de verkoper en de koper dit vóór de levering van de goederen zijn overeengekomen.
Artikel 11, derde alinea, van het decreto legislativo (wetsbesluit) nr. 231/2002 (waarbij richtlijn 2000/35/EG is omgezet in Italiaans recht) bepaalt dat het beding van eigendomsvoorbehoud slechts aan de schuldeisers van de koper kan worden tegengeworpen wanneer het wordt herhaald op elke factuur betreffende leveringen die een vaste datum heeft welke voorafgaat aan het beslag en regelmatig in de boeken is ingeschreven.
De tegenwerpelijkheid aan de schuldeisers van de koper is een essentieel element van de overeenkomst inzake eigendomsvoorbehoud. De regeling waarin artikel 11, derde alinea, van het decreto legislativo nr. 231/2002 voorziet, legt de verkoper een aantal extra verplichtingen op vergeleken met die welke artikel 4, lid 1, van richtlijn 2000/35/EG bevat. Om die reden is de Commissie van mening dat een dergelijke regeling in strijd is met artikel 4, lid 1, van richtlijn 2000/35/EG.
(1) PB L 200, van 8.8.2000, blz. 35.