20.8.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 205/10 |
Verzoek van het Finanzgericht Düsseldorf van 6 juni 2005 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Metro International GmbH en Hauptzollamt Düsseldorf
(Zaak C-245/05)
(2005/C 205/18)
Procestaal: Duits
Het Finanzgericht Düsseldorf heeft bij beschikking van 6 juni 2005, ingekomen ter griffie van het Hof van Justitie op 10 juni 2005, in het geding tussen Metro International GmbH en Hauptzollamt Düsseldorf, het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verzocht om een prejudiciële beslissing over de navolgende vraag:
Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen wordt verzocht om een prejudiciële beslissing over de vraag of verordening (EG) nr. 2398/97 van de Raad (1) van 28 november 1997 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van katoenachtig beddenlinnen van oorsprong uit Egypte, India en Pakistan, ongeldig is, doordat noch in de considerans van die verordening noch in de considerans van de voorafgegane verordening (EG) nr. 1069/97 van de Commissie van 12 juni 1997 tot instelling van een voorlopig antidumpingrecht op de invoer van beddenlinnen, al dan niet van zuiver katoen, van oorsprong uit Egypte, India en Pakistan, het gebruik van de nulmethode, het zogenaamde „zeroing”, bij de vaststelling van de gewogen gemiddelde dumpingmarge is vermeld.
(1) PB L 332, blz. 1.