6.8.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 193/34


Beroep, op 17 mei 2005 ingesteld door European Dynamics SA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

(Zaak T-205/05)

(2005/C 193/58)

Procestaal: Engels

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 17 mei 2005 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door European Dynamics SA, gevestigd te Athene (Helleense Republiek), vertegenwoordigd door N. Korogiannakis, advocaat.

Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

1.

nietig te verklaren het bij brief van 3 maart 2005 aan verzoekster medegedeelde besluit van de Commissie tot afgifte van een opdracht tot inning van 59 485 EUR ten aanzien van verzoekster, in verband met het „eEBO”-project, het bij brief van 12 november 2004 aan verzoekster medegedeelde besluit van de Commissie tot terugbetaling van arbeidsprestaties voor een bedrag van ten hoogste 85 971 EUR, en het bij brief van 16 mei 2003 aan verzoekster medegedeelde besluit van de Commissie tot beëindiging van de overeenkomst EDC-53007 eEBO/27873: eContent exposure and business opportunities;

2.

de Commissie te veroordelen tot betaling van verzoeksters proceskosten en andere kosten in verband met het beroep.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster is door de Commissie een contract gegund betreffende het project „e-Content Exposure and Business Opportunities” (eEBO). Verzoekster heeft een gedeelte van het werk voor dit contract uitbesteed, hoewel dit verboden was. De Commissie heeft een technische controle uitgevoerd en om uitleg verzocht over bepaalde met het door verzoekster ingezette personeel verband houdende zaken. Na deze beoordeling heeft de Commissie het in de onderhavige zaak bestreden besluit vastgesteld.

Tot staving van haar beroep voert verzoekster aan dat de Commissie een kennelijk onjuiste beoordeling heeft gemaakt, aangezien zij geen rekening heeft gehouden met het feit dat het eEBO-project afhankelijk was van een ander e-content project, namelijk PICK, en dat de contractant voor het PICK-project zijn verplichtingen niet was nagekomen. Verzoekster stelt eveneens dat de Commissie ten onrechte het project in zijn geheel heeft beëindigd.

Voorts betoogt verzoekster dat de Commissie inbreuk heeft gemaakt op de beginselen van behoorlijk bestuur en transparantie, en bepaalde belangenconflicten niet heeft opgelost. Volgens verzoekster heeft de Commissie verzuimd te handelen toen verzoekster haar mededeelde dat persoonlijke relaties tussen bepaalde ambtenaren van de Commissie en de twee deskundigen waaraan verzoekster een deel van het werk had uitbesteed, aan de grondslag van het mislukken van het project zouden liggen.