6.8.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 193/19


Verzoek van de Cour d'appel van het Groothertogdom Luxemburg van 1 juni 2005 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Administration de l'Enregistrement et des Domaines en Eurodental SARL

(Zaak C-240/05)

(2005/C 193/29)

Procestaal: Frans

De Cour d'appel van het Groothertogdom Luxemburg heeft bij arrest van 1 juni 2005, ingekomen ter griffie van het Hof van Justitie op 3 juni 2005, in het geding tussen Administration de l'Enregistrement et des Domaines en Eurodental SARL, het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verzocht om een prejudiciële beslissing over de navolgende vragen:

1.

Valt een levering van goederen die, wanneer zij binnen een lidstaat wordt verricht, is vrijgesteld krachtens artikel 13, A, lid 1, sub e, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (1), en geen recht geeft op aftrek van de voorbelasting krachtens artikel 17 van voornoemde richtlijn, binnen de werkingssfeer van respectievelijk artikel 15, leden 1 en 2, van voornoemde richtlijn, in de versie van vóór 1 januari 1993, en van artikel 28 quater, A, sub a, dat van toepassing is sedert 1 januari 1993, en dus binnen de werkingssfeer van artikel 17, lid 3, sub b, van voornoemde richtlijn, dat recht geeft op aftrek van de voorbelasting, wanneer de levering wordt verricht door een in een lidstaat van de Gemeenschap gevestigde marktdeelnemer voor een marktdeelnemer in een andere lidstaat en is voldaan aan de voorwaarden voor de toepassing van respectievelijk artikel 15, leden 1 en 2, van voornoemde richtlijn, in de versie van vóór 1 januari 1993, en van artikel 28, quater, A, sub a, dat van toepassing is sedert 1 januari 1993?

2.

Valt een dienst die, wanneer hij binnen een lidstaat wordt verricht, is vrijgesteld krachtens artikel 13, A, lid 1, sub e, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag, en geen recht geeft op aftrek van de voorbelasting krachtens artikel 17 van voornoemde richtlijn, binnen de werkingssfeer van artikel 15, lid 3, in de versie van vóór 1 januari 1993 (vóór 1993 was in geen enkele vrijstellingsbepaling voorzien) en dus binnen de werkingssfeer van artikel 17, lid 3, sub b, van voornoemde richtlijn, dat recht geeft op aftrek van de voorbelasting, wanneer de dienst wordt verricht door een in een lidstaat van de Gemeenschap gevestigde marktdeelnemer voor een marktdeelnemer in een andere lidstaat en is voldaan aan de voorwaarden voor de toepassing van artikel 15, lid 3, in de versie van vóór 1 januari 1993?


(1)  PB L 145, blz. 1.