14.5.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 115/8 |
BESCHIKKING VAN HET HOF
(Tweede kamer)
van 17 februari 2005
in zaak C-250/03 (verzoek van Tribunale amministrativo regionale per la Lombardia om een prejudiciële beslissing): Giorgio Emanuele Mauri tegen Ministero della Giustizia, Commissione per gli esami di avvocato presso la Corte d'appello di Milano (1)
(Artikel 104, lid 3, Reglement voor procesvoering - Toegang tot beroep van advocaat - Regeling betreffende examen tot verkrijgen van toegang tot uitoefening van beroep van advocaat)
(2005/C 115/17)
Procestaal: Italiaans
In zaak C-250/03, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Tribunale amministrativo regionale per la Lombardia (Italië), bij beslissing van 13 november 2002, ingeschreven op 11 juni 2003, in de procedure: Giorgio Emanuele Mauri tegen Ministero della Giustizia, Commissione per gli esami di avvocato presso la Corte d'appello di Milano, heeft het Hof (Tweede kamer), samengesteld als volgt: C.W.A. Timmermans (rapporteur), kamerpresident, C. Gulmann, R. Schintgen, J. Makarczyk en J. Klučka, rechters; advocaat-generaal: P. Léger; griffier: R. Grass, op 17 februari 2005 een beschikking gegeven waarvan het dictum luidt als volgt:
De artikelen 81 EG, 82 EG en 43 EG verzetten zich niet tegen een bepaling als die van artikel 22 van Reale Decreto Legislativo nr. 1578 van 27 november 1933, in de op het ogenblik van de feiten in het hoofdgeding geldende versie, volgens welke, in het kader van het examen dat voor de toegang tot het beroep van advocaat eerst moet worden afgelegd, de jury is samengesteld uit vijf door de minister van Justitie benoemde leden, namelijk twee magistraten, een hoogleraar recht en twee advocaten, waarbij laatstbedoelden zijn aangewezen door het Consiglio nazionale forense (Nationale raad van de orde van advocaten) op gezamenlijk voorstel van de raden van de orde van het betrokken ressort.