30.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 106/17


Verzoek van het Verwaltungsgericht Darmstadt van 25 januari 2005 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Mohamed Gattoussi en Stadt Rüsselsheim

(Zaak C-97/05)

(2005/C 106/33)

Procestaal: Duits

Het Verwaltungsgericht Darmstadt heeft bij beschikking van 25 januari 2005, ingekomen ter griffie van het Hof van Justitie op 23 februari 2005, in het geding tussen Mohamed Gattoussi en Stadt Rüsselsheim, het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verzocht om een prejudiciële beslissing over de navolgende vragen:

1.

Heeft artikel 64 van de Euro-mediterrane overeenkomst met Tunesië (PB 1998, L 97) een verblijfsrechtelijke werking?

Indien het antwoord op vraag 1 bevestigend luidt:

2.

Kan uit het discriminatieverbod van artikel 64 van de Euro-mediterrane overeenkomst met Tunesië een verblijfsrechtelijke positie worden afgeleid die eraan in de weg staat dat de duur van het verblijfsrecht wordt beperkt wanneer een Tunesisch onderdaan in het bezit is van een werkvergunning voor onbepaalde duur, daadwerkelijk een beroepsactiviteit verricht en op het tijdstip van de vreemdelingenrechtelijke beslissing beschikt over een tijdelijk verblijfsrecht?

Indien het antwoord op vraag 2 bevestigend luidt:

3.

Kan ter bepaling van de uit het discriminatieverbod van artikel 64 van de Euro-mediterrane overeenkomst met Tunesië voortvloeiende verblijfsrechtelijke positie worden uitgegaan van een tijdstip na de vaststelling van de vreemdelingenrechtelijke beschikking tot beperking van de duur van het verblijfsrecht?

Indien het antwoord op vraag 3 bevestigend luidt:

4.

Moet ter concretisering van het voorbehoud inzake de redenen van bescherming van een wettig overheidsbelang een beroep worden gedaan op de met betrekking tot artikel 39, lid 3, EG ontwikkelde beginselen?