30.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 106/3


ARREST VAN HET HOF

(Eerste kamer)

van 24 februari 2005

in zaak C-300/02: Helleense Republiek tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen (1)

(EOGFL - Akkerbouwgewassen - Verordening (EEG) nr. 729/70 - Artikel 5, lid 2, sub c - Afwijkingen tussen jaarlijkse aangiften van uitgaven en in aanmerking komende uitgaven - Termijn van 24 maanden - Inhouding van bedrag van steun aan landbouwers)

(2005/C 106/04)

Procestaal: Grieks

In zaak C-300/02, betreffende een beroep tot nietigverklaring krachtens artikel 230 EG, ingesteld op 21 augustus 2002, Helleense Republiek (gemachtigden: I. Chalkias en G. Kanellopoulos) tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigde: M. Condou-Durande, bijgestaan door N. Korogiannakis, advocaat), heeft het Hof (Eerste kamer), samengesteld als volgt: P. Jann, kamerpresident, K. Lenaerts, N. Colneric (rapporteur), E. Juhász en M. Ilešič, rechters; advocaat-generaal: P. Léger, griffier; L. Hewlett, hoofdadministrateur, op 24 februari 2005 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:

1)

Beschikking 2002/524/EG van de Commissie van 26 juni 2002 houdende onttrekking aan communautaire financiering van bepaalde uitgaven die de lidstaten voor het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), afdeling Garantie, hebben verricht, wordt nietig verklaard voorzover daarbij uitgaven van de communautaire financiering worden uitgesloten die de Helleense Republiek vóór 20 augustus 1999 in de sector akkerbouwgewassen heeft gedaan, voorzover die uitgaven vallen onder de correctie wegens afwijkingen tussen de opgegeven uitgaven en de voor betaling in aanmerking komende oppervlakten die werden meegedeeld.

2)

Het beroep wordt voor het overige verworpen.

3)

Partijen dragen hun eigen kosten.


(1)  PB C 247 van 12.10.2002.