19.2.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 45/16


Beroep, op 8 december 2004 ingesteld door Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Republiek Oostenrijk

(Zaak C-507/04)

(2005/C 45/30)

Procestaal: Duits

Bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is op 8 december 2004 beroep ingesteld tegen Republiek Oostenrijk door Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door M. Van Beek en B. Schima als gemachtigden, bijgestaan door M. Lang, Rechtsanwalt, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg.

De Commissie van de Europese Gemeenschappen concludeert dat het het Hof behage:

1.

vast te stellen dat de Republiek Oostenrijk, door artikel 1, leden 1 en 2, artikel 5, artikel 6, lid 1, artikel 7, leden 1 en 4, artikel 8, artikel 9, leden 1 en 2, en artikel 11 van richtlijn 79/409/EEG van de Raad van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand (1), niet volledig respectievelijk correct in Oostenrijks recht te hebben omgezet, niet heeft voldaan aan haar verplichting tot volledige respectievelijk correcte omzetting van deze richtlijn;

2.

de Republiek Oostenrijk te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Met het onderhavige beroep komt de Commissie op tegen de gebrekkige omzetting in Oostenrijks recht van richtlijn 79/409/EEG door de relevante wettelijke bepalingen van de deelstaten Burgenland, Karinthië, Niederösterreich, Oberösterreich, Salzburg, Steiermark, Tirol, Vorarlberg en Wenen die haar zijn meegedeeld of, voorzover haar bekend, zijn vastgesteld.

Volgens de Commissie hebben die deelstaten één of meer van de bepalingen betreffende de werkingssfeer van de richtlijn (artikel 1, leden 1 en 2), de algemene regeling voor de bescherming van vogelsoorten (artikel 5), het verbod van handel (artikel 6, lid 1), de voorschriften over de jacht op de in bijlage II vermelde soorten (artikel 7, lid 1), de regelingen inzake het behoud van de populatie van de vogelsoorten (artikel 7, lid 4), de verboden methoden en middelen voor de jacht en de vangst (artikel 8), de criteria voor afwijking van de artikelen 5 tot en met 8 (artikel 9, leden 1 en 2) en de introductie van vogelsoorten die niet natuurlijk in het wild leven (artikel 11), niet volledig respectievelijk correct omgezet.


(1)  PB L 103, blz. 1.