8.1.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 6/13 |
ARREST VAN HET HOF
(Eerste kamer)
van 11 november 2004
in zaak C-171/03 (verzoek van het College van Beroep voor het bedrijfsleven om een prejudiciële beslissing): Maatschap Toeters, M. C. Verberk tegen Productschap Vee en Vlees (1)
(Rundvlees - Premie voor vervroegd op de markt brengen van kalveren - Termijn voor indiening van premieaanvraag - Wijze van berekening van termijn - Geldigheid van verordening (EEG) nr. 3886/92)
(2005/C 6/23)
Procestaal: Nederlands
In zaak C-171/03, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het College van Beroep voor het bedrijfsleven (Nederland) bij uitspraak van 13 april 2003, ingekomen bij het Hof op 14 april 2003, in de procedure: Maatschap Toeters, M. C. Verberk, handeldrijvend onder de naam „firma Verberk-Voeten”, tegen Productschap Vee en Vlees, heeft het Hof (Eerste kamer), samengesteld als volgt: P. Jann, kamerpresident, A. Rosas (rapporteur) en R. Silva de Lapuerta, rechters; advocaat-generaal: M. Poiares Maduro; griffier: R. Grass, op 11 november 2004 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:
1 |
|
2) |
Bij onderzoek van de tweede vraag is niet gebleken van feiten of omstandigheden die de geldigheid van artikel 50 bis, lid 1, van verordening nr. 3886/92 kunnen aantasten, voorzover deze bepaling de aanvrager volledig van premie uitsluit bij iedere overschrijding van de aanvraagtermijn, ongeacht de aard en de omvang van de termijnoverschrijding. |