|
4.12.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 300/14 |
ARREST VAN HET HOF
(Vijfde kamer)
van 21 oktober 2004
in zaak C-426/02: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Helleense Republiek (1)
(Niet-nakoming - Heffingen van gelijke werking - Gemeenschappelijke handelspolitiek - Invoer van goederen uit lidstaten en derde landen - Rechten geheven bij certificering van facturen)
(2004/C 300/28)
Procestaal: Grieks
In zaak C-426/02, betreffende een beroep wegens niet-nakoming krachtens artikel 226 EG, ingesteld op 22 november 2002, Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigden: X. Lewis en M. Konstantinidis) tegen Helleense Republiek (gemachtigden: A. Samoni-Rantou en N. Dafniou), heeft het Hof (Vijfde kamer), samengesteld als volgt: R. Silva de Lapuerta, kamerpresident, C. Gulmann (rapporteur) en S. von Bahr, rechters; advocaat-generaal: A. Tizzano; griffier: R. Grass, op 21 oktober 2004 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:
|
1) |
Door ten gunste van Ethnikos Organismos Farmakon (nationale organisatie voor geneesmiddelen) voor de certificering van rekeningen voor de invoer van grondstoffen bestemd voor gebruik in geneesmiddelen, van halffabrikaten en eindproducten uit andere lidstaten of derde landen, een heffing te verlangen, is de Helleense Republiek de krachtens de artikelen 23 EG, 25 EG en 133 EG op haar rustende verplichtingen niet nagekomen. |
|
2) |
De Helleense Republiek wordt verwezen in de kosten. |