20.11.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 284/8


Hogere voorziening, op 24 augustus 2004 ingesteld door Deutsche Post AG en DHL Express (Italy) Srl (voorheen: DHL International Srl) tegen de beschikking van het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen (Tweede kamer – uitgebreid) van 27 mei 2004 in zaak T-358/02, Deutsche Post AG en DHL International Srl tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen, ondersteund door de Italiaanse Republiek en Poste Italiane SpA

(Zaak C-367/04 P)

(2004/C 284/17)

Bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is op 24 augustus 2004 hogere voorziening ingesteld door Deutsche Post AG en DHL Express (Italy) Srl (voorheen: DHL International Srl), vertegenwoordigd door J. Sedemund en T. Lübbig, Rechtsanwälte, gedomicilieerd te Freshfields Bruckhaus Deringer, Potsdamer Platz 1, D-10785 Berlijn, tegen de beschikking van het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen (Tweede kamer – uitgebreid) in zaak T-358/02, Deutsche Post AG en DHL International Srl tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen, ondersteund door Italiaanse Republiek en Poste Italiane SpA.

Rekwiranten concluderen dat het het Hof behage:

1.

de beschikking van het Gerecht van eerste aanleg van 27 mei 2004 in zaak T-358/02 (1), te vernietigen en het beroep van Deutsche Post AG en DHL Express (Italy) van 3 december 2002 ontvankelijk te verklaren;

2.

verweerster en de partijen die aan haar zijde zijn tussengekomen, te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

De hogere voorziening is gericht tegen de beschikking van het Gerecht van eerste aanleg van 27 mei 2004 in zaak T-358/02 (Deutsche Post en DHL/Commissie). Bij deze beschikking heeft het Gerecht van eerste aanleg het op 3 december 2002 ingestelde beroep van Deutsche Post AG en DHL Express (Italy) Srl niet-ontvankelijk verklaard. Volgens het Gerecht hebben verzoeksters niet aangetoond dat zij beroep kunnen instellen. Rekwiranten voeren in hogere voorziening daartegen aan dat zij wel degelijk rechtstreeks en individueel door de beschikking van de Commissie worden geraakt en daardoor beroep kunnen instellen overeenkomstig artikel 230, vierde alinea, EG. Aangezien verzoeksters overigens ook belang hebben bij het beroep, moet bovengenoemde beschikking van het Gerecht van eerste aanleg van 27 mei 2004 volgens rekwiranten worden vernietigd en moet het beroep van Deutsche Post AG en DHL Express (Italy) van 3 december 2002 ontvankelijk worden verklaard.


(1)  PB C 228 van 11 september 2004.