7.8.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 201/11


Beroep, op 4 juni 2004 ingesteld door Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Koninkrijk Spanje

(Zaak C-235/04)

(2004/C 201/21)

Bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is op 4 juni 2004 beroep ingesteld tegen Koninkrijk Spanje door Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door D. M. van Beek en G. Valero Jordana als gemachtigden, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg.

Verzoekster concludeert dat het het Hof behage:

1.

vast te stellen dat het Koninkrijk Spanje de verplichtingen niet is nagekomen die op hem rusten krachtens artikel 4, leden 1 en 2, van richtlijn 79/409/EEG van de Raad van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand (1), door naar aantal en oppervlakte onvoldoende gebieden als specialebeschermingszones aan te wijzen om aan alle in bijlage I bij de richtlijn genoemde vogelsoorten alsmede aan alle niet in die bijlage I genoemde trekvogelsoorten bescherming te bieden;

2.

het Koninkrijk Spanje te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Artikel 4, leden 1 en 2, van richtlijn 79/409/EEG legt de lidstaten een specifieke verplichting op om gebieden aan te wijzen als „specialebeschermingszones” (SBZ) voor de daadwerkelijke instandhouding van de in bijlage I bij die richtlijn genoemde soorten en van de andere geregeld voorkomende trekvogels opdat deze soorten daar waar zij nu voorkomen, kunnen voortbestaan en zich kunnen voortplanten. Die verplichting heeft op zijn minst betrekking op alle naar aantal en oppervlakte voor de instandhouding van de betrokken soorten meest geschikte gebieden, waarbij rekening wordt gehouden met hun beschermingsbehoeften. Welk aantal SBZ's voldoende is, wordt aan de hand van het nagestreefde doel bepaald.

De lidstaten beschikken over een zekere beoordelingsmarge bij de bepaling van de gebieden die het best beantwoorden aan de in artikel 4 van de richtlijn gestelde eisen, maar moeten hun beoordeling uitsluitend op wetenschappelijke ornithologische criteria baseren. Van alle beschikbare referenties is de lijst van de voor vogels belangrijke gebieden (Important Bird Areas, IBA), die in 1998 door de Sociedad Española de Ornitología is opgesteld (SEO/Birdlife 98-lijst), voor Spanje de best gedocumenteerde en nauwkeurigste referentie voor de bepaling van de gebieden die voor de instandhouding, en met name voor het voortbestaan en de voortplanting van de belangrijke soorten het meest geschikt zijn. Die lijst is gebaseerd op uitgebalanceerde ornithologische criteria aan de hand waarvan kan worden bepaald welke plaatsen het meest geschikt zijn voor de instandhouding van alle in bijlage I genoemde soorten en andere trekvogelsoorten, en wijst de belangrijkste vogelbeschermingsgebieden in Spanje aan.

Uit de vergelijking van de gegevens van de SEO/Birdlife-lijst met de door het Koninkrijk Spanje aangewezen specialebeschermingszones, zowel wat het gehele Spaanse grondgebied betreft als bij een naar autonome gemeenschappen opgesplitste analyse, volgt dat de als SBZ aangemerkte gebieden naar aantal en oppervlakte kleiner zijn dan de gebieden die volgens wetenschappelijk bewijsmateriaal het meest geschikt zijn om aan de onder artikel 4 van de richtlijn vallende vogels een passende bescherming te bieden.


(1)   PB L 103 van 25.04.1979, blz. 1.