24.7.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 190/9


Verzoek van het Tribunale Amministrativo Regionale del Lazio, Sezione Prima bis, van 22 april 2004 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Soc. „La Cascina” Coop.arl en Zilch Srl, enerzijds, en Ministero della Difesa e Ministero dell'Economia e delle Finanze en Pedus Service P. Dussmann e.a., anderzijds

(Zaak C-226/04)

(2004/C 190/16)

Het Tribunale Amministrativo Regionale del Lazio heeft bij beschikking van 22 april 2004, ingekomen ter griffie van het Hof van Justitie op 2 juni 2004, in het geding tussen Soc. „La Cascina” Coop.arl en Zilch Srl, enerzijds, en Ministero della Difesa en Ministero dell'Economia e delle Finanze en Pedus Service P. Dussmann, anderzijds, het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verzocht om een prejudiciële beslissing over de navolgende vragen:

1)

Moet richtlijn 92/50/EEG (1), inzonderheid wat de hiervóór genoemde bepalingen daarvan betreft, aldus worden uitgelegd dat waar de gemeenschapswetgever de uitdrukking gebruikt: „die niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan ten aanzien van de betaling van de sociale-verzekeringsbijdragen overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar hij gevestigd is of van het land van de aanbestedende dienst”, of „die niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan ten aanzien van de betaling van zijn belastingen overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land van de aanbestedende dienst”, hij daarmee uitsluitend doelt op de omstandigheid dat de inschrijver op de datum van het verstrijken van de termijn voor de indiening van verzoeken tot deelneming aan een openbare aanbesteding (of hoe dan ook vóór de toewijzing van de opdracht, overeenkomstig de vermeldingen in punt III.4) aan bedoelde verplichtingen heeft voldaan door volledige en tijdige betaling?

2)

Moet bijgevolg de Italiaanse uitvoeringsbepaling (artikel 12, sub d en e, van Decreto-Legge nr. 157 van 17 maart 1995), die anders dan de hiervóór genoemde Europese rechtsregel toestaat dat van deelneming aan een opdracht worden uitgesloten de inschrijvers die „niet in orde zijn met de verplichtingen ter zake van de betaling van socialezekerheidsbijdragen voor werknemers overeenkomstig de Italiaanse wetgeving of de wetgeving van de staat waar zij zijn gevestigd ” of „die niet in orde zijn met de verplichtingen ter zake van de betaling van belastingen en heffingen overeenkomstig de Italiaanse wetgeving of de wetgeving van de staat waarin zij zijn gevestigd”, noodzakelijkerwijze uitsluitend worden uitgelegd op basis van de niet-nakoming van die verplichtingen, hetgeen kan worden vastgesteld op het hiervóór vermelde tijdstip (verstrijken van de termijn voor indiening van verzoeken tot deelneming, of het moment dat onmiddellijk voorafgaat aan de, zelfs voorlopige, toewijzing van de opdracht), waarbij een latere „regularisatie” van de toestand niet ter zake doet?

3)

Of moet (voorzover tegen de achtergrond van hetgeen hiervóór in punt 2 is gesteld, de nationale rechtsregel wordt geacht niet aan te sluiten bij de ratio en de doelstelling van de Europese rechtsregel) worden geoordeeld dat de nationale wetgever op basis van zijn beoordelingsvrijheid bij de omzetting van de bedoelde richtlijn, ook mag toestaan dat aan de aanbesteding inschrijvers deelnemen die niet „in orde zijn met de verplichtingen” op het moment van het verstrijken van de termijn voor deelneming aan de aanbesteding, maar die niettemin bewijzen dat zij hun toestand kunnen regulariseren (en daarvoor positieve acties hebben ondernomen) vóór de toewijzing?

4)

Wanneer de uitlegging als vermeld in punt 3 toepasbaar lijkt, mogen daartoe dan rechtsregels worden ingevoerd die veel soepeler zijn dan het strikte begrip „voldoening” dat de gemeenschapswetgever heeft gehanteerd, indien dergelijke rechtsregels niet in strijd zijn met fundamentele gemeenschapsrechtelijke beginselen zoals de gelijke behandeling van alle rechtssubjecten van de Unie of – enkel met betrekking tot openbare aanbestedingen – van gelijke behandeling van alle rechtssubjecten die hebben verzocht aan de aanbesteding deel te mogen nemen?


(1)  PB L 209 van 24.7.1992, blz. 1.