24.7.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 190/6


Beroep, op 19 mei 2004 ingesteld door Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Italiaanse Republiek

(Zaak C-214/04)

(2004/C 190/11)

Bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is op 19 mei 2004 beroep ingesteld tegen Italiaanse Republiek door Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door U. Wölker en A. Aresu als gemachtigden.

Verzoekster concludeert dat het het Hof behage:

vast te stellen dat de Italiaanse Republiek, door tot op heden een wettelijke regeling te handhaven die het gebruik van chloorfluorkoolwaterstoffen in brandbeveiligingsapparatuur toestaat boven de grenzen en buiten de voorwaarden waarin is voorzien bij artikel 5, lid 3, van verordening (EG) nr. 2037/2000 (1) van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen, de krachtens deze bepaling op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen;

de Italiaanse Republiek te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

De Commissie betoogt dat de in het decreet van 3 oktober 2001 van de Minister van Milieu en Ruimtelijke ordening bedoelde afwijkingen van toepassing zijn op een aantal gevallen die niet onder de in verordening nr. 2037/2000 bedoelde afwijking vallen en dat de werkingssfeer van deze afwijkingen dus aanzienlijk ruimer is dan in de verordening is toegestaan. Voorzover de Italiaanse regeling het gebruik van chloorfluorkoolwaterstoffen (CFK's) in brandbeveiligingsapparatuur toestaat in gevallen waarin verordening nr. 2037/2000 niet voorziet, is deze niet in overeenstemming met het Gemeenschapsrecht.


(1)  PB L 244 van 29.9.2000, blz. 1.