30.4.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 118/23


ARREST VAN HET HOF

(Vijfde kamer)

van 29 april 2004

in zaak C-181/02 P: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Kvaerner Warnow Werft GmbH (1)

(Hogere voorziening - Staatssteun - Scheepsbouw - Beschikkingen waarbij de Commissie staatssteun goedkeurt - Voorwaarde - Inachtneming van „capaciteitsplafond” - Begrip)

(2004/C 118/40)

Procestaal: Duits

In zaak C-181/02 P, Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigden: K.-D. Borchardt en V. Kreuschitz), domicilie gekozen hebbende te Luxemburg, betreffende hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen (Vierde kamer – uitgebreid) van 28 februari 2002, Kvaerner Warnow Werft GmbH/Commissie van de Europese Gemeenschappen (T-227/99 en T-134/00, Jurispr. blz. II-1205), strekkende tot vernietiging van dat arrest, andere partij bij de procedure: Kvaerner Warnow Werft GmbH, gevestigd te Rostock-Warnemünde (Duitsland), (advocaat: M. Schütte), domicilie gekozen hebbende te Luxemburg, heeft het Hof (Vijfde kamer), samengesteld als volgt: C. W. A. Timmermans, waarnemend voor de president van de Vijfde kamer, A. La Pergola (rapporteur) en S. von Bahr, rechters; advocaat-generaal: P. Léger; griffier: R. Grass, op 29 april 2004 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:

1)

Wijst de hogere voorziening af.

2)

Verwijst de Commissie van de Europese Gemeenschappen in de kosten.


(1)  PB C 169 van 13.7.2002.