17.4.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 94/20


Beroep, op 13 februari 2004 ingesteld door Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Verenigd Koninkrijk van Groot-Britannië en Noord-Ierland.

(Zaak C-65/04)

(2004/C 94/43)

Bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is op 13 februari 2004 beroep ingesteld tegen het Verenigd Koninkrijk van Groot-Britannië en Noord-Ierland door de Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door L. Ström van Lier als gemachtigde, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg.

Verzoekster concludeert dat het het Hof behage:

vast te stellen dat het Verenigd Koninkrijk van Groot-Britannië en Noord-Ierland de verplichtingen niet is nagekomen die op hem rusten krachtens artikel 5, lid 3, van richtlijn 89/618/Euratom van de Raad van 27 november 1989 betreffende de informatie van de bevolking over de bij stralingsgevaar toepasselijke maatregelen ter bescherming van de gezondheid en over de alsdan te volgen gedragslijn (1), doordat met het lokale rampenplan in Gibraltar niet is voldaan aan de verplichting om de bevolking die kan worden getroffen in geval van stralingsgevaar, vooraf te informeren; en

het Verenigd Koninkrijk van Groot-Britannië en Noord-Ierland te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Artikel 5, lid 3, van de richtlijn, dat gaat over het vooraf informeren van de bevolking die kan worden getroffen in geval van stralingsgevaar, vereist dat de relevante informatie aan de bevolking wordt verstrekt zonder dat die daarom hoeft te vragen.

De omstandigheden die aanleiding vormden tot het onderzoek van de Commissie (herstelwerkzaamheden aan de nucleaire onderzeeër „Tireless”), brachten aan het licht dat de bevolking van Gibraltar die kan worden getroffen in geval van stralingsgevaar, in het verleden niet vooraf was geïnformeerd. De loutere beschikbaarheid voor het publiek van het Gibraltar Public Safety Scheme (GIBPUBSAFE) in de openbare bibliotheek kan niet worden geacht te voldoen aan de vereisten van artikel 5, lid 3, van de richtlijn, welke bepaling een actieve verstrekking van dergelijke informatie voorschrijft.


(1)  PB L 357, blz. 31.