26.3.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 77/18


NOTULEN

(2004/C 77 E/02)

VERLOOP VAN DE VERGADERING

VOORZITTER: Alejo VIDAL-QUADRAS ROCA

Ondervoorzitter

1.   Opening van de vergadering

De vergadering wordt om 09.05 uur geopend.

2.   Ingekomen stukken

De volgende stukken zijn ontvangen:

1)

Commissie:

Mededeling van de Commissie: Een grondwet voor de Unie: Advies van de Commissie uit hoofde van artikel 48 van het Verdrag betreffende de Europese Unie over het bijeenroepen van een conferentie van vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten met het oog op een wijziging van de Verdragen (COM(2003) 548 — C5-0441/2003 — 2003/0902(CNS))

verwezen naar:

ten principale: AFCO

 

advies: AFET, BUDG, CONT, LIBE, ECON, JURI, ITRE, EMPL, ENVI, AGRI, PECH, RETT, CULT, DEVE, FEMM, PETI

rechtsgrondslag:

art. 48, lid 2 VEU

2)

leden

schriftelijke verklaringen ter inschrijving in het register (artikel 51 van het Reglement)

Philip Claeys en Koenraad Dillen over het houden van referenda over de mogelijke toetreding van Turkije tot de Europese Unie (20/2003).

3.   Benoeming van de president van de Europese Centrale Bank * (debat)

Aanbeveling betreffende de benoeming van de heer Jean-Claude Trichet tot president van de Europese Centrale Bank (10893/2003 — C5-0332/2003 — 2003/0819(CNS)) — Economische en Monetaire Commissie.

Rapporteur: Christa Randzio-Plath (A5-0307/2003)

Het woord wordt gevoerd door Gianluigi Magri (fungerend voorzitter van de Raad).

Christa Randzio-Plath leidt de aanbeveling in.

Het woord wordt gevoerd door Othmar Karas, namens de PPE-DE-Fractie, Robert Goebbels, namens de PSE-Fractie, Alain Lipietz, namens de Verts/ALE-Fractie, William Abitbol, namens de EDD-Fractie, Theresa Villiers, Pervenche Berès, Peter Pex, Manuel António dos Santos, Alexander Radwan, Giorgos Katiforis en Gianluigi Magri.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 11.

4.   Octrooieerbaarheid van in computers geïmplementeerde uitvindingen *** I (debat)

Verslag over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de octrooieerbaarheid van in computers geïmplementeerde uitvindingen (COM(2002) 92 — C5-0082/2002 — 2002/0047(COD)) — Commissie juridische zaken en interne markt.

Rapporteur: Arlene McCarthy (A5-0238/2003)

Het woord wordt gevoerd door Frits Bolkestein (lid van de Commissie).

VOORZITTER: Gérard ONESTA

Ondervoorzitter

Arlene McCarthy leidt haar verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Elly Plooij-van Gorsel (rapporteur voor advies van de Commissie ITRE), Michel Rocard (rapporteur voor advies van de Commissie CULT), Joachim Wuermeling, namens de PPEDE-Fractie, Manuel Medina Ortega, namens de PSE-Fractie, Toine Manders, namens de ELDR-Fractie, Pernille Frahm, namens de GUE/NGL-Fractie, Raina A. Mercedes Echerer, namens de Verts/ALE-Fractie, Antonio Mussa, namens de UEN-Fractie, Bent Hindrup Andersen, namens de EDD-Fractie, Marco Cappato, nietingeschrevene, Francesco Fiori, Evelyne Gebhardt, Johanna L.A. Boogerd-Quaak, Gérard Caudron, Neil MacCormick, Rijk van Dam, Bruno Gollnisch, Malcolm Harbour, Luis Berenguer Fuster, Willy C.E.H. De Clercq, Geneviève Fraisse, Jan Dhaene, Marcelino Oreja Arburúa, Fiorella Ghilardotti, Ilda Figueiredo, Othmar Karas, Sérgio Sousa Pinto, Angelika Niebler, Olga Zrihen, Marianne L.P. Thyssen, Reino Paasilinna, Proinsias De Rossa en Frits Bolkestein.

Het woord wordt gevoerd door Arlene McCarthy (rapporteur) die klaagt over de zware druk die lobbyisten getracht hebben op haar uit te oefenen.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 5 van de notulen van 24 september 2003.

VOORZITTER: James L.C. PROVAN

Ondervoorzitter

STEMMINGEN

Nadere bijzonderheden betreffende de uitslagen van de stemmingen (amendementen, aparte stemmingen, stemmingen in onderdelen) zijn opgenomen in bijlage 1 bij de notulen.

5.   Verzoek om verdediging van de immuniteit en de voorrechten van de heer Jannis Sakellariou (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verslag over het verzoek om bescherming van de immuniteit en de voorrechten van de heer Sakellariou (2003/2023(IMM)) — Commissie juridische zaken en interne markt.

Rapporteur: Klaus-Heiner Lehne (A5-0309/2003)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 1)

VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2003)0388)

6.   Activiteiten en rechtspositie van de fracties (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verslag over de invoeging in het Reglement van het Europees Parlement van een nieuw artikel 29 bis: „Activiteiten en rechtspositie van de fracties” (2003/2114(REG)) — Commissie constitutionele zaken.

Rapporteur: Gianfranco Dell'Alba (A5-0283/2003)

(Gekwalificeerde meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 2)

AMENDEMENTEN OP HET REGLEMENT VAN HET PARLEMENT en VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2003)0389)

De nieuwe bepalingen treden in werking op de eerste dag van de volgende vergaderperiode.

7.   Gewijzigde begroting nr. 4/2003 (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verslag over het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4 van de Europese Unie voor het jaar 2003: Afdeling III — Commissie (SEC(2003) 626 — C5-0339/2003 — 2003/2113(BUD)) — Begrotingscommissie.

Rapporteur: Göran Färm (A5-0285/2003)

(Gekwalificeerde meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 3)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2003)0390)

8.   Sirenehandboek * (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verslag over het initiatief van de Helleense Republiek betreffende de aanneming van:

1.

het besluit van de Raad houdende procedures voor de wijziging van het Sirenehandboek (7180/2003 — C5-0149/2003 — 2003/0808(CNS))

2.

een verordening van de Raad houdende procedures voor de wijziging van het Sirenehandboek (7179/2003 — C5-0148/2003 — 2003/0807(CNS)) — Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken.

Rapporteur: Carlos Coelho (A5-0288/2003)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 4)

INITIATIEVEN, AMENDEMENTEN en ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIES

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2003)0391 en 0392)

In het kader van de stemming werd het woord gevoerd door:

— de rapporteur, vóór de stemming, overeenkomstig artikel 110 bis, lid 4 van het Reglement.

9.   Luchtvervoer tussen de Gemeenschap en derde landen * (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verslag over het voorstel voor een verordening van de Raad houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 3975/87 en houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 3976/87 en Verordening (EG) nr. 1/2003 wat betreft het luchtvervoer tussen de Gemeenschap en derde landen (COM(2003) 91 — C5-0107/2003 — 2003/0038(CNS)) — Economische en Monetaire Commissie.

Rapporteur: Hans-Peter Mayer (A5-0300/2003)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 5)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE, AMENDEMENTEN en ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2003)0393)

10.   Verantwoordelijkheid voor de behandeling van een asielverzoek (artikel 110 bis van het Reglement) * (stemming)

Verslag over het initiatief van Oostenrijk met het oog op de aanneming van een verordening van de Raad tot vaststelling van de criteria voor het als veilig aanmerken van derde staten met het oog op de verantwoordelijkheid voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land in een lidstaat wordt ingediend, en tot vaststelling van een lijst van veilige derde staten in Europa (14712/2002 — C5-0010/2003 — 2003/0802(CNS)) — Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken.

Rapporteur: Olle Schmidt (A5-0210/2003)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 6)

INITIATIEF

Verworpen

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen(P5_TA(2003)0394)

In het kader van de stemming:

de rapporteur om te verzoeken de wetgevingsresolutie in stemming te brengen om zo de verwerping van het initiatief te bekrachtigen.

11.   Benoeming van de president van de Europese Centrale Bank * (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Aanbeveling betreffende de benoeming van de heer Jean-Claude Trichet tot president van de Europese Centrale Bank (10893/2003 — C5-0332/2003 — 2003/0819(CNS)) — Economische en Monetaire Commissie.

Rapporteur: Christa Randzio-Plath (A5-0307/2003)

(Gewone meerderheid)

(Geheime stemming)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 7)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2003)0395)

12.   Werkgelegenheidsbeleid in de kandidaat-lidstaten (evaluatie) (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verslag over de mededeling van de Commissie „Voortgang over de uitvoering van de Gezamenlijke Beoordelingen van het werkgelegenheidsbeleid in de kandidaat-lidstaten” (COM(2003) 37 — 2003/2105(INI)) — Commissie werkgelegenheid en sociale zaken.

Rapporteur: Harald Ettl (A5-0282/2003)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 8)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2003)0396)

13.   Maatregelen tot veiligstelling van de aardgasvoorziening *** I (stemming)

Verslag over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende maatregelen tot veiligstelling van de aardgasvoorziening (COM(2002) 488 — C5-0449/2002 — 2002/0220(COD)) — Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie.

Rapporteur: Peter Michael Mombaur (A5-0295/2003).

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 9)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2003)0397)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2003)0397)

14.   Continuïteit van de voorziening met aardolieproducten ***I (stemming)

Verslag over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende coördinatie van de maatregelen met betrekking tot de continuïteit van de voorziening met aardolieproducten (COM(2002) 488 — C5-0448/2002 — 2002/0219(COD)) — Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie.

Rapporteur: Hans Karlsson (A5-0297/2003)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 10)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Verworpen

Nadat de Commissie overeenkomstig artikel 68, lid 1 van het Reglement was verzocht het voorstel in te trekken, bevestigde Frits Bolkestein, nadat Giles Bryan Chichester erop had gewezen dat mevrouw de Palacio tijdens het debat had verzekerd dat de Commissie het voorstel in geval van verwerping niet opnieuw zou indienen, de woorden van mevrouw de Palacio.

Op voorstel van de Voorzitter werd de kwestie overeenkomstig artikel 68 van het Reglement naar de bevoegde commissie verwezen.

15.   Bevoorrading met ruwe aardolie en aardolieproducten * (stemming)

Verslag over het voorstel voor een richtlijn van de Raad houdende intrekking van Richtlijnen 68/414/EEG en 98/93/EG van de Raad houdende verplichting voor de lidstaten van de EEG om minimumvoorraden ruwe aardolie en/of aardolieproducten in opslag te houden, alsmede Richtlijn 73/238/EEG van de Raad betreffende de maatregelen ter vermindering van de gevolgen van moeilijkheden bij de bevoorrading met ruwe aardolie en aardolieproducten (COM(2002) 488 — C5-0489/2002 — 2002/0221(CNS)) — Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie.

Rapporteur: Hans Karlsson (A5-0293/2003)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 11)

Aangezien dit verslag nauw samenhangt met het vorige, stelt de rapporteur voor ook dit verslag terug te verwijzen.

Op voorstel van de Voorzitter wordt de kwestie overeenkomstig artikel 68 van het Reglement, terugverwezen naar: de bevoegde Commissie.

16.   Gemeenschapsmerk * (stemming)

Verslag over het voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 40/94 inzake het Gemeenschapsmerk (COM(2002) 767 — C5-0009/2003 — 2002/0308(CNS)) — Commissie juridische zaken en interne markt.

Rapporteur: Luis Berenguer Fuster (A5-0236/2003)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 12)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2003)0398)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2003)0398)

In het kader van de stemming:

de rapporteur om een mondeling amendement voor te stellen op amendement 3, dat door de Voorzitter als een technische aanpassing werd beschouwd.

17.   Verwijdering door de lucht (ondersteuning bij doorgeleiding) * (stemming)

Tweede verslag over het initiatief van de Bondsrepubliek Duitsland met het oog op de aanneming van een richtlijn van de Raad betreffende de ondersteuning bij doorgeleiding in het kader van maatregelen tot verwijdering door de lucht (14848/2002 — C5-0011/2003 — 2003/0801(CNS)) — Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken.

Rapporteur: Timothy Kirkhope (A5-0291/2003)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 13)

INITIATIEF VAN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2003)0399)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2003)0399)

(In afwachting van de plechtige vergadering wordt de vergadering om 11.50 uur onderbroken.)

(Van 12.00 uur tot 12.30 uur komt het Parlement, onder voorzitterschap van Pat Cox, in plechtige vergadering bijeen ter gelegenheid van het bezoek van de heer Ion Iliescu, president van Roemenië)

VOORZITTER: James L.C. PROVAN

Ondervoorzitter

18.   Vergroting van de veiligheid op zee (stemming)

Verslag over de vergroting van de veiligheid op zee naar aanleiding van het vergaan van de de olietanker Prestige (2003/2066(INI)) — Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme.

Rapporteur: Dirk Sterckx (A5-0278/2003)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 14)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2003)0400)

In het kader van de stemming werd het woord gevoerd door:

de rapporteur om mondelinge amendementen voor te stellen op de amendementen 11 en 3.

Het woord werd gevoerd door Konstantinos Hatzidakis voor een beroep op het Reglement (de Voorzitter ontnam hem het woord, aangezien zijn betoog geen betrekking had op het Reglement).

19.   Stemverklaringen

Schriftelijke stemverklaringen:

De schriftelijke stemverklaringen in de zin van artikel 137, lid 3 van het Reglement zijn opgenomen in het volledig verslag van deze vergadering.

Mondelinge stemverklaringen:

Verslag Randzio-Plath — A5-0307/2003

Carlo Fatuzzo

Verslag Mombaur — A5-0295/2003

Carlo Fatuzzo

Verslag Karlsson — A5-0297/2003

Carlo Fatuzzo

Verslag Kirkhope — A5-0291/2003

Carlo Fatuzzo

Verslag Sterckx — A5-0278/2003

Carlo Fatuzzo, Robert Goodwill

20.   Rectificaties stemgedrag

De volgende leden hebben hun stemgedrag als volgt gerectificeerd:

Verslag Coelho — A5-0288/2003

één enkele stemming

vóór: Rodi Kratsa-Tsagaropoulou, Marjo Matikainen-Kallström

Verslag Berenguer Fuster — A5-0236/2003

wetgevingsresolutie

vóór: Friedrich-Wilhelm Graefe zu Baringdorf

onthouding: Ilda Figueiredo

Verslag Sterckx — A5-0278/2003

amendement 11

tegen: Rodi Kratsa-Tsagaropoulou, Cristina García-Orcoyen Tormo, José Manuel García-Margallo y Marfil, Nicole Thomas-Mauro, Isabelle Caullery

onthouding: Ward Beysen

amendement 12/rev.

vóór: Carles-Alfred Gasòliba i Böhm, James (Jim) Fitzsimons, Florence Kuntz

tegen: María Elena Valenciano Martínez-Orozco

amendement 16

vóór: Elly Plooij-van Gorsel, Ilda Figueiredo, Georges Berthu

resolutie (geheel)

vóór: Marie-Hélène Descamps, María Sornosa Martínez, Ward Beysen

tegen: Manuel Pérez Álvarez, Avril Doyle

*

* *

Rainer Wieland verklaart dat hij laat is gearriveerd als gevolg van de aanwezigheid van demonstranten in de onmiddellijke nabijheid van het Parlementsgebouw. Hij protesteert hiertegen en verzoekt de Voorzitter het Bureau te belasten met de vraag of er niet rond het gebouw van het Europees Parlement een „veilige zone” zou moeten worden ingesteld, zoals dat bij talrijke nationale parlementen in de Europese Unie reeds het geval is.

De Voorzitter antwoordt dat hij deze kwestie aan het Bureau zal voorleggen en neemt nota van de aanwezigheid van de heer Wieland tijdens de stemming over het verslag-Sterckx.

EINDE VAN DE STEMMINGEN

(De vergadering wordt om 13.10 uur onderbroken en om 15.00 uur hervat.)

VOORZITTER: Joan COLOM I NAVAL

Ondervoorzitter

21.   Goedkeuring van de notulen van de vorige vergadering

De notulen van de vorige vergadering worden goedgekeurd.

*

* *

Het woord wordt gevoerd door:

Bart Staes die verwijst naar het Reglement met betrekking tot het schrijven dat de heer Prodi gisteren heeft doen toekomen aan de Voorzitter van het Parlement, waarin hij een procedure voorstelt voor de behandeling van de documenten betreffende het onderzoek dat momenteel gaande is met betrekking tot Eurostat; hij wenst dat aan de Voorzitter van het Parlement en de Conferentie van voorzitters de volgende verzoeken worden voorgelegd: enerzijds, een verzoek om toepassing van een betere procedure dan die welke de Commissie thans voorstelt, en anderzijds om openbaarheid van de vergadering (De Voorzitter zegt toe dat hij deze verzoeken zal overbrengen aan de Voorzitter van het Parlement, maar wijst er tevens op dat niet de heer Prodi maar de Conferentie van voorzitters het besluit inzake de procedure heeft genomen);

Neil Parish die verheugd zegt te zijn over de aankondiging van de Britse kiescommissie dat de inwoners van Gibraltar voortaan aan de Europese verkiezingen kunnen deelnemen als kiezers van het kiesdistrict South-West England.

22.   Algemene begroting van de Europese Unie — 2004 (debat)

Gianluigi Magri (fungerend voorzitter van de Raad) presenteert het ontwerp van algemene begroting voor het begrotingsjaar 2004.

Het woord wordt gevoerd door Terence Wynn (voorzitter van de Commissie BUDG), Jan Mulder (algemeen rapporteur voor de begroting 2004), Neena Gill (rapporteur), Michaele Schreyer (lid van de Commissie), James E.M. Elles, namens de PPE-DE-Fractie, Ralf Walter, namens de PSE-Fractie, Kyösti Tapio Virrankoski, namens de ELDR-Fractie, Esko Olavi Seppänen, namens de GUE/NGL-Fractie, Kathalijne Maria Buitenweg, namens de Verts/ALE-Fractie, Franz Turchi, namens de UEN-Fractie, Rijk van Dam, namens de EDD-Fractie, Gianfranco Dell'Alba, niet-ingeschrevene, Johan Van Hecke (rapporteur voor advies van de Commissie AFET), Maria Johanna (Marieke) Sanders-ten Holte (rapporteur voor advies van de Commissie DEVE), Eryl Margaret McNally (rapporteur voor advies van de Commissie ITRE), Lisbeth Grönfeldt Bergman (rapporteur voor advies van de Commissie ECON) en Michaele Schreyer.

VOORZITTER: Alonso José PUERTA

Ondervoorzitter

Het woord wordt gevoerd door José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, Lissy Gröner, Ilda Figueiredo, Kathalijne Maria Buitenweg, Gianfranco Dell'Alba, Jacques F. Poos, Yasmine Boudjenah, Salvador Garriga Polledo, Francisca Sauquillo Pérez del Arco, Armin Laschet, María Esther Herranz García, Michaele Schreyer (lid van de Commissie), Albert Jan Maat, (rapporteur voor advies van de Commissie ITRE), Robert Goodwill, (rapporteur voor advies van de Commissie ENVI), Franz Fischler (lid van de Commissie), Wolfgang Kreissl-Dörfler, Friedrich-Wilhelm Graefe zu Baringdorf, Liam Hyland, Jutta D. Haug, Rosa Miguélez Ramos, Franz Fischler (lid van de Commissie), Christopher Heaton-Harris, Willi Rothley en Neil Kinnock (vice-voorzitter van de Commissie).

VOORZITTER: Gerhard SCHMID

Ondervoorzitter

Het woord wordt gevoerd door Paulo Casaca, Kyösti Tapio Virrankoski, Markus Ferber en Neil Kinnock (vice-voorzitter van de Commissie), Barbara Weiler, (rapporteur voor advies van de Commissie EMPL), Gianfranco Dell'Alba, (rapporteur voor advies van de Commissie AFCO), Michel Barnier, Konstantinos Hatzidakis, Catherine Guy-Quint, Anne Elisabet Jensen, Bartho Pronk, Ulpu Iivari, Michel Barnier (lid van de Commissie) en Ozan Ceyhun (rapporteur voor advies van de Commissie LIBE).

VOORZITTER: Catherine LALUMIÈRE

Ondervoorzitter

Het woordt wordt gevoerd door Roy Perry (rapporteur voor advies van de Commissie CULT), António Vitorino (lid van de Commissie), Catherine Guy-Quint, Den Dover, Kathalijne Maria Buitenweg, Paul Rübig, António Vitorino (lid van de Commissie), Loyola de Palacio (vice-voorzitter van de Commissie), Samuli Pohjamo, Loyola de Palacio, Gianluigi Magri (fungerend voorzitter van de Raad), Michaele Schreyer en Terence Wynn.

Het debat wordt gesloten.

23.   Situatie van de groep Alstom (verklaring gevolgd door een debat)

Verklaring van de Commissie: Situatie van de groep Alstom

Het woord wordt gevoerd door Malcolm Harbour over de procedure.

Mario Monti (lid van de Commissie) legt de verklaring af.

Het woord wordt gevoerd door Othmar Karas, namens de PPE-DE-Fractie, Francis Wurtz, namens de GUE/NGL-Fractie, Alain Lipietz, namens de Verts/ALE-Fractie, Charles Pasqua, namens de UEN-Fractie, William Abitbol, namens de EDD-Fractie, Carl Lang, niet-ingeschrevene, Christoph Werner Konrad, Michael Cashman, Georges Berthu, Malcolm Harbour, Gilles Savary, namens de PSE-Fractie, Mario Monti en Michael Cashman.

Het debat wordt gesloten.

(De vergadering wordt om 20.50 uur onderbroken en om 21.00 uur hervat.)

VOORZITTER: Ingo FRIEDRICH

Ondervoorzitter

24.   Communautaire acties ter ondersteuning van het consumentenbeleid in de periode 2004-2007 *** I (debat)

Verslag over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een algemeen kader voor de financiering van communautaire acties ter ondersteuning van het consumentenbeleid in de periode 2004-2007 (COM(2003) 44 — C5-0022/2003 — 2003/0020(COD)) — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid.

Rapporteur: Phillip Whitehead (A5-0232/2003)

Het woord wordt gevoerd door David Byrne (lid van de Commissie).

Phillip Whitehead leidt zijn verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Cristina Gutiérrez-Cortines, namens de PPE-DE-Fractie, Astrid Thors, namens de ELDR-Fractie, Didier Rod, namens de Verts/ALE-Fractie, Philip Bushill-Matthews, Inger Schörling en David Byrne.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 6 van de notulen van 24 september 2003

25.   Toereikende en betaalbare pensioenen (debat)

Verslag over het gezamenlijk verslag van de Commissie en de Raad over toereikende en betaalbare pensioenen (COM(2002) 737 — 2003/2040(INI)) — Commissie werkgelegenheid en sociale zaken.

Rapporteur: Jan Andersson (A5-0259/2003)

Jan Andersson leidt zijn verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Anna Diamantopoulou (lid van de Commissie).

Het woord wordt gevoerd door Johanna L.A. Boogerd-Quaak (rapporteur voor advies van de Commissie FEMM), Carlo Fatuzzo, namens de PPE-DE-Fractie, Alejandro Cercas, namens de PSE-Fractie, Anne Elisabet Jensen, namens de ELDR-Fractie, Sylviane H. Ainardi, namens de GUE/NGL-Fractie, Theodorus J.J. Bouwman, namens de Verts/ALE-Fractie, Brian Crowley, namens de UEN-Fractie, Bartho Pronk, Stephen Hughes, Ilda Figueiredo, Philip Bushill-Matthews, Proinsias De Rossa, Herman Schmid, Manuel Pérez Álvarez, Chantal Cauquil, Piia-Noora Kauppi en Ioannis Patakis.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 9 van de notulen van 24 september 2003

26.   Belasting van energieproducten en elektriciteit * (debat)

Verslag over het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit (8084/2003 — C5-0192/2003 — 1997/0111(CNS)) — Economische en Monetaire Commissie.

Rapporteur: Pierre Jonckheer (A5-0302/2003)

Het woord wordt gevoerd door Frits Bolkestein (lid van de Commissie).

Pierre Jonckheer leidt zijn verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Gérard Caudron, rapporteur voor advies van de Commissie ITRE, Piia-Noora Kauppi, namens de PPE-DE-Fractie, Christa Randzio-Plath, namens de PSE-Fractie, Olle Schmidt, namens de ELDR-Fractie, Johannes (Hans) Blokland, namens de EDD-Fractie, Eija-Riitta Anneli Korhola en Frits Bolkestein.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 7 van de notulen van 24 september 2003

27.   Doorgeven van persoonlijke gegevens door de luchtvaartmaatschappijen bij transatlantische vluchten (Mondelinge vraag met debat)

Mondelinge vraag: Doorgeven van persoonlijke gegevens door de luchtvaartmaatschappijen bij transatlantische vluchten — Vraag van Johanna L.A. Boogerd-Quaak, namens de Commissie LIBE (B5-0277/2003)

Johanna L.A. Boogerd-Quaak licht de mondelinge vraag toe.

Het woord wordt gevoerd door Frits Bolkestein (lid van de Commissie).

Het woord wordt gevoerd door Giacomo Santini, namens de PPE-DE-Fractie, Elena Ornella Paciotti, namens de PSE-Fractie, Kathalijne Maria Buitenweg, namens de Verts/ALE-Fractie, Marco Cappato, nietingeschrevene, en Bernd Posselt.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: donderdag 9 oktober 2003

28.   Beleggingsdiensten en gereglementeerde markten *** I (debat)

Verslag over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende beleggingsdiensten en gereglementeerde markten, en tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad (COM(2002) 625 — C5-0586/2002 — 2002/0269(COD)) — Economische en Monetaire Commissie.

Rapporteur: Theresa Villiers (A5-0287/2003)

Het woord wordt gevoerd door Frits Bolkestein (lid van de Commissie).

Theresa Villiers leidt haar verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Alexander Radwan, namens de PPE-DE-Fractie, Giorgos Katiforis, namens de PSE-Fractie, Olle Schmidt, namens de ELDR-Fractie, Philippe A.R. Herzog, namens de GUE/NGL-Fractie, Jean-Louis Bourlanges, Christa Randzio-Plath, Astrid Lulling, Pervenche Berès, Othmar Karas, Ieke van den Burg, Peter William Skinner en Frits Bolkestein.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 9 van de notulen van 25 september 2003

29.   Agenda van de volgende vergadering

De agenda voor de vergadering van morgen is vastgesteld (PE 334.423/OJME).

30.   Sluiting van de vergadering

De vergadering wordt om 00.05 uur gesloten.

Julian Priestley

Secretaris-generaal

José Pacheco Pereira

Ondervoorzitter


PRESENTIELIJST

Ondertekend door:

Aaltonen, Abitbol, Adam, Ahern, Ainardi, Alavanos, Almeida Garrett, Alyssandrakis, Andersen, Andersson, Andreasen, André-Léonard, Andrews, Andria, Angelilli, Aparicio Sánchez, Arvidsson, Atkins, Auroi, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Bakopoulos, Balfe, Baltas, Banotti, Barón Crespo, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Belder, Berend, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Bergaz Conesa, Berger, Berlato, Bernié, Berthu, Bethell, Beysen, Bigliardo, Blak, Blokland, Bodrato, Böge, Bösch, von Boetticher, Bonde, Bonino, Boogerd-Quaak, Booth, Bordes, Borghezio, van den Bos, Boudjenah, Bourlanges, Bouwman, Bowe, Bowis, Bradbourn, Breyer, Brie, Brienza, Brok, Brunetta, Buitenweg, Bullmann, van den Burg, Bushill-Matthews, Busk, Butel, Callanan, Calò, Camisón Asensio, Campos, Camre, Cappato, Carlotti, Carnero González, Carraro, Carrilho, Casaca, Cashman, Caudron, Caullery, Cauquil, Cederschiöld, Celli, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Chichester, Philip Claeys, Cocilovo, Coelho, Cohn-Bendit, Collins, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Cornillet, Corrie, Cossutta, Raffaele Costa, Coûteaux, Cox, Crowley, Cunha, Cushnahan, van Dam, Darras, Dary, Daul, Davies, De Clercq, Decourrière, Dehousse, Dell'Alba, Della Vedova, De Mita, Deprez, De Rossa, De Sarnez, Descamps, Désir, De Veyrac, Dhaene, Díez González, Di Lello Finuoli, Dillen, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Dührkop Dührkop, Duff, Duhamel, Duin, Dupuis, Dybkjær, Ebner, Echerer, Elles, Esclopé, Ettl, Jonathan Evans, Färm, Farage, Fatuzzo, Fava, Ferber, Fernández Martín, Ferrández Lezaun, Ferreira, Ferrer, Ferri, Fiebiger, Figueiredo, Fiori, Fitzsimons, Flemming, Flesch, Florenz, Folias, Ford, Formentini, Foster, Fourtou, Frahm, Fraisse, Frassoni, Friedrich, Fruteau, Gahler, Galeote Quecedo, Garaud, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garot, Garriga Polledo, Gasòliba i Böhm, Gawronski, Gebhardt, Gemelli, Ghilardotti, Gill, Gillig, Gil-Robles Gil-Delgado, Glante, Glase, Gobbo, Goebbels, Goepel, Görlach, Gollnisch, Gomolka, Goodwill, Gorostiaga Atxalandabaso, Graefe zu Baringdorf, Graça Moura, Gröner, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Guy-Quint, Hänsch, Hager, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Haug, Hazan, Heaton-Harris, Hedkvist Petersen, Helmer, Hermange, Herranz García, Herzog, Hieronymi, Honeyball, Hortefeux, Howitt, Hughes, van Hulten, Hume, Hyland, Iivari, Ilgenfritz, Imbeni, Inglewood, Isler Béguin, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Jensen, Jöns, Jonckheer, Jové Peres, Junker, Karamanou, Karas, Karlsson, Katiforis, Kaufmann, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Keßler, Khanbhai, Kindermann, Glenys Kinnock, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Koukiadis, Koulourianos, Krarup, Kratsa-Tsagaropoulou, Krehl, Kreissl-Dörfler, Krivine, Kronberger, Kuckelkorn, Kuhne, Kuntz, Lage, Lagendijk, Laguiller, Lalumière, Lamassoure, Lambert, Lang, Lange, Langen, Langenhagen, Lannoye, de La Perriere, Laschet, Lavarra, Lechner, Leinen, Liese, Linkohr, Lipietz, Lisi, Lulling, Lund, Lynne, Maat, McAvan, McCartin, MacCormick, McKenna, McMillan-Scott, McNally, Maes, Maij-Weggen, Malliori, Manders, Manisco, Thomas Mann, Mantovani, Marchiani, Marinho, Marini, Marinos, Markov, Marques, Marset Campos, Martens, David W. Martin, Hans-Peter Martin, Hugues Martin, Martinez, Martínez Martínez, Mastorakis, Mathieu, Matikainen-Kallström, Mauro, Hans-Peter Mayer, Xaver Mayer, Mayol i Raynal, Medina Ortega, Meijer, Méndez de Vigo, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Mennitti, Menrad, Messner, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Modrow, Mombaur, Monsonís Domingo, Montfort, Moraes, Moreira Da Silva, Morgantini, Morillon, Emilia Franziska Müller, Müller, Mulder, Murphy, Muscardini, Musotto, Mussa, Musumeci, Myller, Napoletano, Napolitano, Naranjo Escobar, Nassauer, Newton Dunn, Nicholson, Nicholson of Winterbourne, Niebler, Nisticò, Nobilia, Nogueira Román, Nordmann, Obiols i Germà, Ojeda Sanz, Olsson, Ó Neachtain, Onesta, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Ortuondo Larrea, Paasilinna, Pacheco Pereira, Paciotti, Pack, Pannella, Papayannakis, Parish, Pasqua, Pastorelli, Patakis, Patrie, Paulsen, Pérez Álvarez, Pérez Royo, Roy Perry, Pesälä, Pex, Piecyk, Piétrasanta, Pirker, Piscarreta, Pittella, Plooij-van Gorsel, Podestà, Poettering, Pohjamo, Poignant, Pomés Ruiz, Poos, Posselt, Prets, Procacci, Pronk, Provan, Puerta, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Randzio-Plath, Rapkay, Raschhofer, Raymond, Read, Redondo Jiménez, Ribeiro e Castro, Ries, Riis-Jørgensen, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rocard, Rod, Rodríguez Ramos, de Roo, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Rovsing, Rübig, Rühle, Ruffolo, Sacconi, Sacrédeus, Saint-Josse, Sakellariou, Salafranca Sánchez-Neyra, Sandberg-Fries, Sandbæk, Sanders-ten Holte, Santer, Santini, dos Santos, Sartori, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Sbarbati, Scarbonchi, Schaffner, Scheele, Schierhuber, Schleicher, Gerhard Schmid, Herman Schmid, Olle Schmidt, Schmitt, Schnellhardt, Schörling, Ilka Schröder, Jürgen Schröder, Schulz, Schwaiger, Segni, Seppänen, Sichrovsky, Simpson, Sjöstedt, Skinner, Smet, Soares, Sörensen, Sommer, Sornosa Martínez, Souchet, Souladakis, Sousa Pinto, Speroni, Staes, Stenmarck, Stenzel, Sterckx, Stihler, Stirbois, Stockmann, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Swiebel, Swoboda, Sørensen, Tajani, Tannock, Terrón i Cusí, Theato, Theorin, Thomas-Mauro, Thors, Thyssen, Titford, Titley, Torres Marques, Trakatellis, Trentin, Turchi, Turco, Turmes, Vachetta, Väyrynen, Vairinhos, Valdivielso de Cué, Valenciano Martínez-Orozco, Vallvé, Van Brempt, Van Hecke, Van Lancker, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vattimo, Veltroni, van Velzen, Vermeer, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vinci, Virrankoski, Vlasto, Voggenhuber, Volcic, Wachtmeister, Walter, Watson, Watts, Weiler, Wenzel-Perillo, Whitehead, Wieland, Wiersma, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Wuori, Wurtz, Wynn, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimeray, Zimmerling, Zissener, Zorba, Zrihen.

Observateurs

Bagó Zoltán, Balsai István, Bastys Mindaugas, Biela Adam, Bielan Adam, Bobelis Kazys Jaunutis, Bonnici Josef, Brejc Mihael, Chronowski Andrzej, Chrzanowski Zbigniew, Cilevičs Boriss, Cybulski Zygmunt, Czinege Imre, Didžiokas Gintaras, Drzęla Bernard, Ékes József, Fazakas Szabolcs, Fenech Antonio, Fico Róbert, Filipek Krzysztof, Frendo Michael, Gałażewski Andrzej, Gawłowski Andrzej, Germič Ljubo, Giertych Maciej, Grabowska Genowefa, Gruber Attila, Grzebisz-Nowicka Zofia, Gurmai Zita, Gyürk András, Horvat Franc, Ilves Toomas Hendrik, Jaskiernia Jerzy, Kamiński Michał Tomasz, Kelemen András, Kiršteins Aleksandrs, Klich Bogdan, Kłopotek Eugeniusz, Klukowski Wacław, Kowalska Bronisława, Kriščiūnas Kęstutis, Kroupa Daniel, Kuzmickas Kęstutis, Kvietkauskas Vytautas, Laar Mart, Landsbergis Vytautas, Lepper Andrzej, Libicki Marcin, Lisak Janusz, Litwiniec Bogusław, Lydeka Arminas, Łyżwiński Stanisław, Macierewicz Antoni, Maldeikis Eugenijus, Manninger Jenő, Matsakis Marios, Mavrou Eleni, Őry Csaba, Pęczak Andrzej, Peterle Alojz, Pieniążek Jerzy, Pīks Rihards, Plokšto Artur, Podgórski Bogdan, Pospíšil Jiří, Protasiewicz Jacek, Reiljan Janno, Rutkowski Krzysztof, Savi Toomas, Sefzig Luděk, Siekierski Czesław, Smorawiński Jerzy, Surján László, Szczygło Aleksander, Tabajdi Csaba, Tomaka Jan, Vaculík Josef, Valys Antanas, Vareikis Egidijus, Vella George, Vėsaitė Birutė, Wenderlich Jerzy, Widuch Marek, Wiśniowska Genowefa, Wittbrodt Edmund.


BIJLAGE 1

STEMMINGSUITSLAGEN

Afkortingen en tekens

+

aangenomen

-

verworpen

vervallen

Ing.

ingetrokken

HS (..., ..., ...)

hoofdelijke stemming (aantal stemmen vóór, aantal stemmen tegen, onthoudingen)

ES (...,...,...)

elektronische stemming (aantal stemmen vóór, aantal stemmen tegen, onthoudingen)

so

stemming in onderdelen

as

aparte stemming

am

amendement

CA

compromisamendement

DD

desbetreffend deel

S

amendement tot schrapping

=

gelijkluidende amendementen

§

paragraaf/lid

art

artikel

overw

overweging

OR

ontwerpresolutie

GOR

gezamenlijke ontwerpresolutie

Geh. S

geheime stemming

1.   Verzoek om verdediging van de immuniteit en de voorrechten van de heer Jannis Sakellariou

Verslag: LEHNE (A5-0309/2003)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

 

+

 

2.   Activiteiten en rechtspositie van de fracties

Verslag: DELL'ALBA (A5-0283/2003)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

 

+

gekwalificeerde meerderheid

3.   Gewijzigde begroting nr. 4/2003

Verslag: FÄRM (A5-0285/2003)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

 

+

gekwalificeerde meerderheid

4.   Sirenehandboek *

Verslag: COELHO (A5-0288/2003)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

HS

+

369, 48, 39

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PPE-DE eindstemming

5.   Luchtvervoer tussen de Gemeenschap en derde landen *

Verslag: Hans-Peter MAYER (A5-0300/2003)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

 

+

 

6.   Verantwoordelijkheid voor de behandeling van een asielverzoek

Verslag: Olle SCHMIDT (A5-0210/2003)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

tekst van het initiatief

 

-

 

wetgevingsresolutie

 

+

 

7.   Benoeming van de president van de Europese Centrale Bank *

Verslag: RANDZIO-PLATH (A5-0307/2003)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

 

+

315, 83, 75

Geheime stemming (art. 136, lid 1 van het Reglement)

8.   Werkgelegenheidsbeleid in de kandidaat-lidstaten (evaluatie)

Verslag: ETTL (A5-0282/2003)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

 

+

 

9.   Maatregelen tot veiligstelling van de aardgasvoorziening *** I

Verslag: MOMBAUR (A5-0295/2003)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

voorstel tot verwerping

20

EDD

 

-

 

amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

1-19

commissie

 

+

 

Stemming: gewijzigd voorstel

 

+

 

Stemming: wetgevingsresolutie

 

+

 

10.   Continuïteit van de voorziening met aardolieproducten *** I

Verslag: KARLSSON (A5-0297/2003)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

voorstel tot verwerping

27 =

29 =

CHICHESTER ea

ELDR

ES

+

337, 130, 6

terugverwezen naar: de commissie (art. 68 van het Reglement)

amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

1-13

15-26

commissie

 

 

art 3

28

PSE

 

 

14

commissie

 

 

Stemming: gewijzigd voorstel

 

 

Stemming: wetgevingsresolutie

 

 

11.   Bevoorrading met ruwe aardolie en aardolieproducten *

Verslag: KARLSSON (A5-0293/2003)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

Stemming: wetgevingsresolutie

 

 

terugverwezen naar: de commissie

Stemming: wetgevingsresolutie

 

 

 

12.   Gemeenschapsmerk *

Verslag: BERENGUER FUSTER (A5-0236/2003)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

1-10

commissie

 

+

 

Stemming: gewijzigd voorstel

 

+

 

Stemming: wetgevingsresolutie

HS

+

464, 10, 30

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PPE-DE: eindstemming

Diversen

De rapporteur heeft een mondeling amendement voorgesteld op amendement 3, strekkende tot invoeging van de woorden „of een geografische communautaire aanduiding” na de woorden „ander merk”.

De Voorzitter stelde vast dat geen bezwaar werd gemaakt tegen dit mondelinge amendement, dat bijgevolg in aanmerking werd genomen.

13.   Ondersteuning bij doorgeleiding in het kader van maatregelen tot verwijdering door de lucht *

Verslag: KIRKHOPE (A5-0291/2003)

Betreft:

Am. nr.

van

HS etc.

Stemming

Opmerkingen

amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

1-4

commissie

 

+

 

amendementen van de bevoegde commissie — afzonderlijke stemming

5

commissie

as/ES

+

294, 203, 0

art 3

6

PPE-DE

 

-

 

Stemming: gewijzigd voorstel

 

+

 

Stemming: wetgevingsresolutie

 

+

 

Verzoeken om aparte stemming

Verts/ALE: am 5, 6

14.   Vergroting van de veiligheid op zee

Verslag: STERCKX (A5-0278/2003)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

voor § 1

11

ELDR

HS

+

315, 183, 6

17

PSE + GUE + Verts + EDD

 

 

§ 3

 

oorspronkelijke tekst

as

-

 

§ 4

 

oorspronkelijke tekst

as

-

 

§ 5

 

oorspronkelijke tekst

as/ES

-

242, 259, 13

§ 7

 

oorspronkelijke tekst

as

+

 

§ 9

18 S

PSE

 

Ing.

 

3

ELDR

so

 

 

1/VE

-

247, 257, 1

mondeling gewijzigd

2

+

 

§

oorspronkelijke tekst

as

 

§ 10

25

Verts/ALE

 

vervalt als gevolg van goedkeuring van am 3

19

PSE

 

vervalt als gevolg van goedkeuring van am 3

§ 11

 

oorspronkelijke tekst

as

vervalt als gevolg van goedkeuring van am 3

§ 12

20 S

PSE

 

vervalt als gevolg van goedkeuring van am 3

§ 14

12/rev

PPE-DE

HS

-

239, 268, 2

§

oorspronkelijke tekst

as

-

 

§ 16

 

oorspronkelijke tekst

as

-

 

§ 17

26

Verts/ALE

 

+

 

§ 18

 

oorspronkelijke tekst

as

-

 

§ 21

 

oorspronkelijke tekst

so

 

 

1

+

 

2

+

 

§ 22

 

oorspronkelijke tekst

ES

+

288, 229, 3

§ 23

4

ELDR

 

+

 

§

oorspronkelijke tekst

as

 

§ 24

 

oorspronkelijke tekst

as

vervalt als gevolg van goedkeuring van am 4

§ 25

5

ELDR

ES

+

309, 203, 7

§

oorspronkelijke tekst

as

 

§ 26

 

oorspronkelijke tekst

as

vervalt als gevolg van goedkeuring van am 5

§ 27

 

oorspronkelijke tekst

as

vervalt als gevolg van goedkeuring van am 4

§ 33

 

oorspronkelijke tekst

as/ES

+

310, 198, 5

§ 35

 

oorspronkelijke tekst

as/ES

+

324, 196, 0

§ 36

 

oorspronkelijke tekst

as/ES

+

317, 187, 3

§ 37

 

oorspronkelijke tekst

as

vervalt als gevolg van goedkeuring van am 5

§ 38

 

oorspronkelijke tekst

as

vervalt als gevolg van goedkeuring van am 5

§ 39

 

oorspronkelijke tekst

as

-

 

§ 43

6

ELDR

 

+

 

§ 45

 

oorspronkelijke tekst

as

vervalt als gevolg van goedkeuring van am 6

§ 46

 

oorspronkelijke tekst

as

-

 

§ 48

 

oorspronkelijke tekst

as

-

 

§ 50

 

oorspronkelijke tekst

as

+

 

§ 51

7

ELDR

 

+

 

§ 52

 

oorspronkelijke tekst

as

vervalt als gevolg van goedkeuring van am 7

na § 53

27

Verts/ALE

 

-

 

§ 55

 

oorspronkelijke tekst

as

-

 

§ 62

 

oorspronkelijke tekst

as

-

 

§ 63

 

oorspronkelijke tekst

as

-

 

§ 64

21 S

PSE

 

-

 

§ 65

22

PSE

ES

-

221, 286, 11

§ 66

 

oorspronkelijke tekst

as

-

 

na § 66

28

Verts/ALE

 

-

 

§ 69

 

oorspronkelijke tekst

as

-

 

§ 70

 

oorspronkelijke tekst

as

-

 

§ 71

 

oorspronkelijke tekst

as

-

 

§ 72

29

Verts/ALE

ES

+

291, 221, 4

§ 73

8

ELDR

 

+

 

§

oorspronkelijke tekst

as

 

§ 74

 

oorspronkelijke tekst

as

vervalt als gevolg van goedkeuring van am 8

§ 75

 

oorspronkelijke tekst

as/ES

+

320, 180, 5

§ 78

9

ELDR

 

+

 

1

EDD

 

 

§

oorspronkelijke tekst

as

 

na § 78

30

Verts/ALE

 

-

 

§ 80

2 S

EDD

 

-

 

§ 82

 

oorspronkelijke tekst

as/ES

+

278, 223, 1

na § 82

31

Verts/ALE

 

-

 

na § 84

10

ELDR

 

+

 

§ 85

 

oorspronkelijke tekst

as

-

 

§ 89

 

oorspronkelijke tekst

as/ES

+

323, 184, 4

§ 90

 

oorspronkelijke tekst

as/ES

+

298, 181, 0

§ 92

 

oorspronkelijke tekst

as

-

 

§ 94

 

oorspronkelijke tekst

as/ES

+

315, 193, 1

§ 95

 

oorspronkelijke tekst

as

+

 

§ 97

 

oorspronkelijke tekst

as

+

 

§ 98

 

oorspronkelijke tekst

as

-

 

§ 99

 

oorspronkelijke tekst

as

-

 

§ 100

 

oorspronkelijke tekst

as

-

 

§ 104

 

oorspronkelijke tekst

as/ES

+

271, 231, 3

§ 106

32 S

PSE

 

+

 

§ 109

 

oorspronkelijke tekst

as

+

 

§ 110

 

oorspronkelijke tekst

as/ES

+

277, 228, 6

§ 111

 

oorspronkelijke tekst

as

+

 

voor overw A

16

PSE + GUE + Verts + EDD

HS

+

294, 224, 7

overw B

13

PSE

 

-

 

overw G

14

PSE

 

-

 

overw L

 

oorspronkelijke tekst

as

+

 

overw M

 

oorspronkelijke tekst

as

+

 

overw N

23

Verts/ALE

ES

+

288, 213, 12

overw O

15 S

PSE

 

-

 

overw P

 

oorspronkelijke tekst

so

 

 

1

+

 

2

+

 

overw R

 

oorspronkelijke tekst

as

+

 

na overw R

24

Verts/ALE

 

+

 

Stemming: resolutie (geheel)

HS

+

336, 171, 14

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PPE-DE: am 11, 2

PSE: am 11, 12 en eindstemming

ELDR: am 11

Verts/ALE: am 11, 16 en eindstemming

Verzoeken om stemming in onderdelen

PPE-DE

overw P

1ste deel: t/m „zouden kunnen redden”

2de deel: rest

PSE

am 3

1ste deel: t/m „hebben geleverd”

2de deel: rest

ELDR

§ 21

1ste deel: t/m „scheepvaartverkeer”

2de deel: rest

Verzoeken om aparte stemming

PPE-DE: overw L, M, R; §§ 22, 25, 50, 75

ELDR: §§ 3, 4, 5, 7, 14, 16, 18, 23, 25, 33, 35, 36, 39, 46, 48, 62, 63, 66, 69, 70, 71, 73, 78, 82, 85, 89, 90, 92, 94, 95, 97, 98, 99, 100, 104, 109, 110, 111

Verts/ALE: overw O (niet-ontvankelijk — zie am 15 S), § 55

Diversen

De PSE-Fractie heeft amendement 18 ingetrokken.

De ELDR-Fractie heeft een mondeling amendement voorgesteld tegen de inaanmerkingneming waarvan meer dan 32 leden bezwaar hebben gemaakt.

De ELDR-Fractie heeft een mondeling amendement voorgesteld op amendement 3, strekkende tot vervanging van „30 000 ton” door „14 000 ton”.

De Voorzitter stelde vast dat geen bezwaar werd gemaakt tegen dit mondelinge amendement, dat bijgevolg in aanmerking werd genomen.


BIJLAGE II

UITSLAG VAN DE HOOFDELIJKE STEMMINGEN

1.   Verslag Coelho A5-0288/2003

Resolutie

Voor: 369

EDD: Belder, Blokland, van Dam

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, Calò, De Clercq, Dybkjær, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Jensen, Manders, Mulder, Newton Dunn, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Hager, Kronberger, de La Perriere, Pannella, Souchet, Speroni, Turco

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Bayona de Perogordo, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brienza, Brok, Camisón Asensio, Cocilovo, Coelho, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hatzidakis, Hermange, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Koch, Korhola, Lamassoure, Langen, Lisi, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann Thomas, Marini, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Moreira Da Silva, Morillon, Naranjo Escobar, Niebler, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Valdivielso de Cué, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, von Wogau, Wuermeling, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carraro, Carrilho, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Colom i Naval, Corbey, Darras, Dehousse, De Rossa, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, Ettl, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Gröner, Guy-Quint, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Hume, Iivari, Imbeni, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller Rosemarie, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Ruffolo, Sacconi, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Trentin, Vairinhos, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Bigliardo, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Mussa, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Echerer, Ferrández Lezaun, Frassoni, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lipietz, MacCormick, McKenna, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Sörensen, Staes, Wuori

Tegen: 48

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Claeys, Dillen, Garaud, Gollnisch, Lang, Stirbois

PPE-DE: McMillan-Scott, Stockton

Onthoudingen: 39

EDD: Abitbol, Bernié, Booth, Butel, Coûteaux, Esclopé, Farage, Kuntz, Raymond, Saint-Josse, Titford

PPE-DE: Atkins, Beazley, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Corrie, Costa Raffaele, Dover, Elles, Evans Jonathan, Foster, Goodwill, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Khanbhai, Kirkhope, Nicholson, Parish, Perry, Purvis, Stevenson, Sturdy, Sumberg, Van Orden, Villiers

2.   Verslag Randzio-Plath A5-0307/2003

Resolutie — Geheime stemming

EDD: Abitbol, Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Booth, Butel, Coûteaux, van Dam, Esclopé, Farage, Kuntz, Mathieu, Raymond, Saint-Josse, Sandbæk, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, Calò, De Clercq, Dybkjær, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Jensen, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Cappato, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Garaud, Gollnisch, Hager, Kronberger, Lang, de La Perriere, Raschhofer, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Bayona de Perogordo, Beazley, Berend, Bodrato, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Brienza, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa Raffaele, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Evans Jonathan, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jarzembowski, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Koch, Konrad, Korhola, Lamassoure, Langen, Lechner, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Maij-Weggen, Mann Thomas, Marini, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Moreira Da Silva, Morillon, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, von Wogau, Wuermeling, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, Campos, Carlotti, Carnero González, Carraro, Carrilho, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Colom i Naval, Corbey, Darras, Dehousse, De Rossa, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, Ettl, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Gröner, Guy-Quint, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Hume, Iivari, Imbeni, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller Rosemarie, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Ruffolo, Sacconi, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Trentin, Vairinhos, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Berlato, Bigliardo, Camre, Caullery, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Ó Neachtain, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Ferrández Lezaun, Frassoni, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, MacCormick, Mayol i Raynal, Onesta, de Roo, Rühle, Schörling, Staes, Turmes

3.   Verslag Berenguer Fuster A5-0236/2003

Resolutie

Voor: 464

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, Calò, De Clercq, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Jensen, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Brie, Caudron, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Markov, Marset Campos, Meijer, Morgantini, Puerta, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Vinci

NI: Beysen, Borghezio, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Kronberger, Raschhofer, Souchet, Speroni

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Beazley, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Brienza, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cederschiöld, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa Raffaele, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans Jonathan, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Lechner, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Maij-Weggen, Mann Thomas, Marini, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Moreira Da Silva, Morillon, Müller Emilia Franziska, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carraro, Carrilho, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Darras, Dehousse, De Rossa, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, Ettl, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Gröner, Guy-Quint, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Hume, Iivari, Imbeni, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller Rosemarie, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Ruffolo, Sacconi, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Torres Marques, Trentin, Vairinhos, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

UEN: Berlato, Bigliardo, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Mussa, Ó Neachtain, Segni

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Buitenweg, Celli, Echerer, Ferrández Lezaun, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Sörensen, Staes, Turmes, Wuori

Tegen: 10

EDD: Abitbol, Booth, Farage, Titford

ELDR: Paulsen

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Patakis

NI: Garaud, de La Perriere

Onthoudingen: 30

EDD: Coûteaux, Kuntz

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Bordes, Boudjenah, Cauquil, Krarup, Krivine, Laguiller, Vachetta, Wurtz

NI: Berthu, Cappato, Claeys, Della Vedova, Dillen, Gollnisch, Lang, Pannella, Stirbois, Turco

UEN: Andrews, Camre, Caullery, Marchiani, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

4.   Verslag Sterckx A5-0278/2003

Amendement 11

Voor: 315

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, van Dam, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse

ELDR: Andreasen, Boogerd-Quaak, Busk, Calò, De Clercq, Dybkjær, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Jensen, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Morgantini, Patakis, Puerta, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Cappato, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Kronberger, de La Perriere, Pannella, Souchet, Stirbois, Turco

PPE-DE: Bourlanges, Coelho, Cornillet, Cushnahan, Daul, De Mita, Deprez, De Sarnez, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Ferrer, Fourtou, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gawronski, Grosch, Grossetête, Hermange, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Lechner, Martin Hugues, Mombaur, Pacheco Pereira, Schaffner, Schröder Jürgen, Smet, Thyssen, van Velzen, de Veyrinas, Vlasto

PSE: Adam, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carraro, Carrilho, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Darras, Dehousse, De Rossa, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, Ettl, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hume, Iivari, Imbeni, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin Hans-Peter, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller Rosemarie, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Pérez Royo, Piecyk, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Ruffolo, Sacconi, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Torres Marques, Trentin, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Caullery, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Bouwman, Buitenweg, Celli, Dhaene, Echerer, Ferrández Lezaun, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori

Tegen: 183

EDD: Booth, Farage, Titford

ELDR: André-Léonard

NI: Beysen, Garaud, Martinez, Speroni

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Beazley, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bowis, Bradbourn, Brienza, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cederschiöld, Chichester, Cocilovo, Corrie, Costa Raffaele, Cunha, Descamps, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans Jonathan, Fatuzzo, Fernández Martín, Fiori, Flemming, Folias, Foster, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, Gargani, Garriga Polledo, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Langen, Laschet, Liese, Lisi, Lulling, McCartin, McMillan-Scott, Maij-Weggen, Mann Thomas, Marini, Marinos, Martens, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Mennitti, Menrad, Moreira Da Silva, Morillon, Müller Emilia Franziska, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Tajani, Theato, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vidal-Quadras Roca, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

UEN: Bigliardo, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Queiró, Segni, Turchi

Onthoudingen: 6

EDD: Andersen, Bonde, Kuntz, Sandbæk

PPE-DE: Maat, Marques

5.   Verslag Sterckx A5-0278/2003

Amendement 12/rev.

Voor: 239

EDD: Abitbol, Andersen, Bernié, Bonde, Butel, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Vallvé

GUE/NGL: Fraisse

NI: Berthu, Beysen, Cappato, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Dupuis, Garaud, Gollnisch, Hager, Lang, de La Perriere, Martinez, Pannella, Souchet, Stirbois, Turco

PPE-DE: Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Beazley, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Brienza, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cederschiöld, Chichester, Coelho, Cornillet, Corrie, Cunha, Cushnahan, Daul, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans Jonathan, Fatuzzo, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Herranz García, Inglewood, Jeggle, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Maij-Weggen, Mann Thomas, Marini, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Mennitti, Menrad, Mombaur, Moreira Da Silva, Morillon, Müller Emilia Franziska, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Tajani, Theato, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Valenciano Martínez-Orozco

UEN: Andrews, Bigliardo, Camre, Caullery, Collins, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro, Turchi

Tegen: 268

EDD: Belder, Blokland, Booth, van Dam, Farage, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, Busk, Calò, De Clercq, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Manders, Monsonís Domingo, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Morgantini, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Borghezio, Gorostiaga Atxalandabaso, Speroni

PPE-DE: Doorn

PSE: Adam, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carraro, Carrilho, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Darras, Dehousse, De Rossa, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, Ettl, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Hume, Iivari, Imbeni, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin Hans-Peter, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller Rosemarie, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Roure, Ruffolo, Sacconi, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Torres Marques, Trentin, Vairinhos, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Dhaene, Echerer, Ferrández Lezaun, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori

Onthoudingen: 2

EDD: Coûteaux

NI: Kronberger

6.   Verslag Sterckx A5-0278/2003

Amendement 16

Voor: 294

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, Busk, Calò, De Clercq, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Morgantini, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Lang, de La Perriere, Martinez, Stirbois

PPE-DE: Brienza, Maij-Weggen, Smet, Thyssen

PSE: Adam, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carraro, Carrilho, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Darras, Dehousse, De Rossa, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, Ettl, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Hume, Iivari, Imbeni, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin Hans-Peter, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller Rosemarie, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Ruffolo, Sacconi, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Torres Marques, Trentin, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Camre, Ribeiro e Castro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Dhaene, Echerer, Ferrández Lezaun, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori

Tegen: 224

EDD: Abitbol, Coûteaux, Kuntz

ELDR: Sanders-ten Holte

NI: Berthu, Beysen, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Garaud, Pannella, Raschhofer, Souchet, Speroni, Turco

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Beazley, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Cederschiöld, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa Raffaele, Cunha, Cushnahan, Daul, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans Jonathan, Fatuzzo, Fernández Martín, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Marini, Marinos, Marques, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Mennitti, Menrad, Mombaur, Moreira Da Silva, Morillon, Müller Emilia Franziska, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Tajani, Theato, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

UEN: Berlato, Bigliardo, Caullery, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Queiró, Segni, Thomas-Mauro, Turchi

Onthoudingen: 7

EDD: Booth, Farage, Titford

ELDR: Gasòliba i Böhm, Vallvé

NI: Kronberger

PPE-DE: Ferrer

7.   Verslag Sterckx A5-0278/2003

Resolutie

Voor: 336

EDD: Abitbol, Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, Busk, Calò, De Clercq, Dybkjær, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Jensen, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Morgantini, Puerta, Scarbonchi, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Cappato, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Dupuis, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Kronberger, Lang, Martinez, Pannella, Raschhofer, Stirbois, Turco

PPE-DE: Andria, Bourlanges, Cornillet, Costa Raffaele, Cushnahan, Daul, De Mita, Deprez, De Sarnez, De Veyrac, Ferrer, Ferri, Fourtou, Grosch, Grossetête, Hermange, Kauppi, Lamassoure, Langen, Laschet, Lulling, Maat, McCartin, Marini, Martin Hugues, Moreira Da Silva, Nisticò, Oomen-Ruijten, Podestà, Schaffner, Schnellhardt, Smet, Stockton, Thyssen, van Velzen, de Veyrinas, Vlasto, Wijkman

PSE: Adam, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carraro, Carrilho, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Darras, Dehousse, De Rossa, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, Ettl, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Hume, Iivari, Imbeni, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin Hans-Peter, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller Rosemarie, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Pérez Royo, Piecyk, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Ruffolo, Sacconi, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Torres Marques, Trentin, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Camre, Ribeiro e Castro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Dhaene, Echerer, Ferrández Lezaun, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori

Tegen: 171

EDD: Booth, Coûteaux, Farage, Kuntz, Titford

NI: Beysen, Garaud, de La Perriere

PPE-DE: Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Beazley, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bowis, Bradbourn, Brienza, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cederschiöld, Chichester, Coelho, Corrie, Dimitrakopoulos, Dover, Ebner, Elles, Evans Jonathan, Fatuzzo, Fernández Martín, Fiori, Florenz, Folias, Foster, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lechner, Liese, Lisi, McMillan-Scott, Maij-Weggen, Mann Thomas, Marinos, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Mennitti, Menrad, Mombaur, Morillon, Müller Emilia Franziska, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Perry, Pirker, Piscarreta, Poettering, Posselt, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Tajani, Theato, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Villiers, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, von Wogau, Wuermeling, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

UEN: Berlato, Bigliardo, Caullery, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Segni, Thomas-Mauro, Turchi

Onthoudingen: 14

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Patakis

NI: Berthu, Borghezio, Souchet, Speroni

PPE-DE: Cocilovo, Doorn, Martens, Pex, Pronk

PSE: Sornosa Martínez

UEN: Queiró


AANGENOMEN TEKSTEN

 

P5_TA(2003)0388

Verzoek om verdediging van de immuniteit en de voorrechten van Jannis Sakellariou

Besluit van het Europees Parlement over het verzoek om verdediging van de immuniteit en de voorrechten van Jannis Sakellariou (2003/2023(IMM))

Het Europees Parlement,

gezien het aan het Parlement voorgelegde verzoek om verdediging van de immuniteit van Jannis Sakellariou, door hem op 20 januari 2003 ingediend in het kader van een rechtszaak die bij een Griekse rechtbank aanhangig is gemaakt, en van de ontvangst waarvan op 29 januari 2003 ter plenaire vergadering kennis werd gegeven,

gelet op de artikelen 9 en 10 van het Protocol van 8 april 1965 betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen, en op artikel 4, lid 2 van de Akte van 20 september 1976 betreffende de verkiezing van de vertegenwoordigers in het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen,

gelet op de arresten van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 12 mei 1964 en 10 juli 1986 (1),

gelet op de artikelen 6 en 6 bis van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie juridische zaken en interne markt (A5-0309/2003),

A.

overwegende dat Jannis Sakellariou tijdens de vijfde rechtstreekse verkiezing van 10 t/m 13 juni 1999 tot lid van het Europees Parlement is gekozen, en dat zijn geloofsbrieven op 15 december 1999 (2) door het Europees Parlement zijn onderzocht,

B.

overwegende dat tegen de leden van het Europees Parlement geen opsporing kan plaatsvinden en dat zij evenmin kunnen worden aangehouden of vervolgd op grond van de mening of de stem die zij in de uitoefening van hun ambt hebben uitgebracht (3),

C.

overwegende dat de leden tijdens de zittingsduur van het Europees Parlement op het grondgebied van elke andere lidstaat vrijstelling van aanhouding en gerechtelijke vervolging in welke vorm ook genieten (4),

D.

overwegende dat Jannis Sakellariou in de Duitse Bondsrepubliek tot lid van het Europees Parlement is verkozen en dat hij bijgevolg niet gerechtelijk kan worden vervolgd op het grondgebied van de Helleense Republiek,

E.

overwegende dat het verbod op gerechtelijke vervolging ook betrekking heeft op het verbod op vervolging van een lid van het Europees Parlement in civielrechtelijke zaken,

1.

besluit de immuniteit en de voorrechten van Jannis Sakellariou te verdedigen;

2.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en het verslag van zijn commissie onmiddellijk te doen toekomen aan de civielrechtelijke afdeling van de rechtbank van eerste aanleg te Athene.


(1)  Zie Jurisprudentie van het Hof 1964, blz. 407, zaak 101/63 (Wagner/Fohrmann en Krier) en Jurisprudentie 1986, blz. 2403, zaak 149/85 (Wybot/Faure).

(2)  Besluit van het Europees Parlement over het onderzoek van de geloofsbrieven na de vijfde rechtstreekse verkiezing van de leden van het Europees Parlement, van 10 t/m 13 juni 1999 (PB C 296 van 18.10.2000, blz. 93).

(3)  Artikel 9 van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen.

(4)  Artikel 10, sub b) van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen.

P5_TA(2003)0389

Activiteiten en rechtspositie van de fracties (wijziging van het Reglement)

Besluit van het Europees Parlement tot invoeging in zijn Reglement van een nieuw artikel 29 bis: Activiteiten en rechtspositie van de fracties (2003/2114(REG))

Het Europees Parlement,

gezien de brief van zijn Voorzitter van 28 mei 2003,

gelet op de artikelen 180 en 181 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie constitutionele zaken (A5-0283/2003),

1.

besluit de onderstaande wijzigingen in zijn Reglement op te nemen;

2.

herinnert eraan dat deze wijzigingen op de eerste dag van de volgende vergaderperiode in werking treden;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit ter informatie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

BESTAANDE TEKST

VOORGESTELDE NIEUWE TEKST

Amendement 1

Artikel 29 bis (nieuw)

 

Artikel 29 bis

Activiteiten en rechtspositie van de fracties

De fracties oefenen hun functies uit in het kader van de activiteiten van de Unie, met inbegrip van de taken waarmee zij uit hoofde van het Reglement zijn belast. De fracties beschikken, over een secretariaat in het kader van het organigram van het Secretariaat-generaal over administratieve faciliteiten en kredieten die in de begroting van het Parlement zijn opgenomen.

Het Bureau stelt de regelingen vast inzake de wijze waarop deze faciliteiten en kredieten ter beschikking worden gesteld, worden uitgevoerd en gecontroleerd, alsook inzake de wijze waarop betreffende bevoegdheden tot uitvoering van de begroting worden gedelegeerd.

Deze regelingen bevatten voorschriften inzake de administratieve en financiële consequenties van de ontbinding van een fractie.

Amendement 2

Artikel 30, lid 2 bis (nieuw)

 

2 bis. Het Bureau stelt eveneens de regelingen vast inzake de wijze waarop in de begroting van het Parlement opgenomen kredieten ter dekking van secretariaatsuitgaven en administratieve faciliteiten van niet-ingeschrevenen ter beschikking worden gesteld, worden uitgevoerd en gecontroleerd.

P5_TA(2003)0390

Gewijzigde begroting nr. 4/2003

Resolutie van het Europees Parlement over het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2003 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003, Afdeling III — Commissie (10620/2003 — C5-0339/2003 — 2003/2113(BUD))

Het Europees Parlement,

gelet op artikel 272 van het EG-Verdrag en artikel 177 van het Euratom-Verdrag,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (1), inzonderheid de artikelen 37 en 38,

gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003, definitief vastgesteld op 19 december 2002 (2),

gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure (3),

gezien het voorontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2003 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003, door de Commissie ingediend op 28 mei 2003 (SEC(2003) 626),

gezien het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2003 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003, door de Raad opgesteld op 15 juli 2003 (10620/2003 — C5-0339/2003),

gelet op artikel 92 en bijlage IV van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A5-0285/2003),

A.

overwegende dat het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2003 betrekking heeft op de ontvangstenkant van de begroting en een aantal elementen omvat die van invloed zijn op het niveau van de bijdragen van de lidstaten aan de eigen middelen van de Gemeenschap,

B.

overwegende dat deze elementen verband houden met de jaarlijkse herziening van de ramingen van de douanerechten, BTW- en BNI-grondslagen en een technische herberekening van de bijdragen die nodig zijn om de korting van het VK te financieren,

C.

overwegende dat met deze gewijzigde begroting tevens rekening wordt gehouden met de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds voor externe maatregelen voor 2002 en dat dit overschot onder de ontvangsten op de begroting 2003 wordt opgenomen,

1.

hecht zonder wijzigingen zijn goedkeuring aan het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2003;

2.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  PB L 248 van 16.9.2002.

(2)  PB L 54 van 28.2.2003.

(3)  PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1.

P5_TA(2003)0391

Het Sirenehandboek (besluit) *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het initiatief van de Helleense Republiek met het oog op de vaststelling van een besluit van de Raad houdende procedures voor de wijziging van het Sirenehandboek (7180/2003 — C5-0149/2003 — 2003/0808(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het initiatief van de Helleense Republiek (7180/2003) (1),

gezien het initiatief van de Helleense Republiek (7179/2003) (2),

gelet op artikel 30, lid 1, letters a) en b), artikel 31, letters a) en b), en artikel 34, lid 2, letter c), van het EU-Verdrag,

gelet op artikel 39, lid 1, van het EU-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C5-0149/2003),

gelet op het Protocol tot opneming van het Schengen-acquis in het kader van de Europese Unie, op grond waarvan de Raad door het Parlement is geraadpleegd,

gelet op de artikelen 106 en 67 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken (A5-0288/2003),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het initiatief van de Helleense Republiek, zoals geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt de Raad de tekst van het initiatief dienovereenkomstig te wijzigen;

3.

verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.

wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het initiatief van de Helleense Republiek;

5.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regering van de Helleense Republiek.

DOOR DE HELLEENSE REPUBLIEK VOORGESTELDE TEKST

AMENDEMENTEN VAN HET PARLEMENT

Amendement 1

Overweging 4 bis (nieuw)

 

(4 bis) Het Akkoord van Schengen voorziet tot dusverre niet in Sirene-bureaus.

Amendement 2

Overweging 4 ter (nieuw)

 

(4 ter) In het Verdrag van Amsterdam werd besloten de Schengen-overeenkomst en de daarmee samenhangende bepalingen op te nemen in het kader van de Europese Unie. Krachtens het aan het Verdrag gehechte Schengen-protocol stelt de Raad de rechtsgrondslag vast voor elk van de bepalingen en besluiten die het Schengen-acquis vormen. Toen dit besluit werd genomen kon geen overeenkomst over de rechtsgrondslag van het Sirenehandboek worden bereikt. Het handboek bleef dan ook in de derde pijler, zonder specifieke rechtsgrondslag. Het onderhavige besluit is dan ook tegelijkertijd het besluit over de rechtsgrondslag van het handboek.

Amendement 3

Artikel 2, lid 1

1. De inleiding, deel 1 en deel 2, de inleiding van deel 3 en de punten 3.1.1, 3.1.2, 3.1.3, 3.1.4, 3.1.5, 3.1.7, 3.1.8, 3.1.9, 3.1.10 en 3.2 van deel 3, de inleiding van deel 4 en de punten 4.1.1, 4.1.2, 4.2, 4.3, 4.3.1, 4.3.2, 4.3.3, 4.4, 4.4.1, 4.4.2, 4.4.3, 4.5.1, 4.5.2, 4.7 , 4.8 , 4.9 en 4.10 van deel 4, de inleiding van deel 5 en de punten 5.1.1, 5.1.2.1, 5.1.2.3, 5.1.2.4, 5.1.2.5, 5.1.2.6, 5.1.2.7, 5.2 en 5.3 van deel 5, en de bijlagen 1, 2, 3 en 4, de inleiding en de formulieren A, B, C, D, E, F, G, H, I, J, K, L, M en P in bijlage 5 en bijlage 6 van het Sirenehandboek worden gewijzigd in overeenstemming met de regelgevingsprocedure bedoeld in artikel 3.

1. De inleiding, deel 2 (behalve 2.1.3) , de inleiding van deel 4 en de punten 4.2, 4.3, 4.3.1, 4.3.2, 4.3.3, 4.4, 4.4.1, 4.4.2, 4.4.3, 4.5.1, 4.5.2, 4.7 en 4.8 van deel 4, de inleiding van deel 5 en de punten 5.1.1, 5.1.2.1, 5.1.2.3, 5.1.2.4, 5.1.2.5, 5.1.2.6, 5.1.2.7, 5.2 en 5.3 van deel 5, en de bijlagen 1, 2, 3 en 4, de inleiding en de formulieren A, B, C, D, E, F, G, H, I, J, K, L, M en P in bijlage 5 en bijlage 6 van het Sirenehandboek worden gewijzigd in overeenstemming met de regelgevingsprocedure bedoeld in artikel 3.

Amendement 4

Artikel 3

1. Ingeval naar dit artikel wordt verwezen, wordt de Commissie bijgestaan door een regelgevend comité , bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten en voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.

1. De Commissie wordt bijgestaan door een regelgevend comité (hierna het comité genoemd) .

2. Het comité stelt op voorstel van de voorzitter zijn reglement van orde vast op basis van standaardprocedureregels die in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen zijn bekendgemaakt.

2. Indien naar dit artikel wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG naar analogie van toepassing. De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op twee maanden.

3. De vertegenwoordiger van de Commissie legt het comité een ontwerp van de te nemen maatregelen voor. Het comité brengt binnen een termijn die de voorzitter naar gelang van de urgentie van de materie kan vaststellen, advies over dit ontwerp uit. Het comité spreekt zich uit met de meerderheid van stemmen die in artikel 205, lid 2, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is voorgeschreven voor de besluiten die de Raad op voorstel van de Commissie moet aannemen. De stemmen van de vertegenwoordigers van de lidstaten in het comité worden gewogen overeenkomstig genoemd artikel. De voorzitter neemt niet aan de stemming deel.

3. Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

4. De Commissie stelt de beoogde maatregelen vast wanneer zij in overeenstemming zijn met het advies van het comité.

 

5. Wanneer de beoogde maatregelen niet in overeenstemming zijn met het advies van het comité of wanneer geen advies is uitgebracht, dient de Commissie onverwijld bij de Raad een voorstel betreffende de te nemen maatregelen in en brengt zij het Europees Parlement op de hoogte.

 

6. De Raad kan binnen twee maanden na de datum van indiening van het voorstel bij de Raad met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen een besluit nemen over het voorstel.

Wanneer de Raad binnen die termijn met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen te kennen geeft dat hij zich tegen het voorstel verzet, neemt de Commissie het voorstel opnieuw in behandeling. Zij kan bij de Raad een gewijzigd voorstel indienen, haar voorstel opnieuw indienen of een wetgevingsvoorstel indienen.

Wanneer de Raad bij afloop van die termijn het voorgestelde uitvoeringsbesluit niet heeft aangenomen of niet te kennen heeft gegeven dat hij zich tegen het voorstel voor uitvoeringsmaatregelen verzet, wordt het voorgestelde uitvoeringsbesluit door de Commissie vastgesteld.

 


(1)  PB C 82 van 5.4.2003, blz. 25.

(2)  PB C 82 van 5.4.2003, blz. 21.

P5_TA(2003)0392

Het Sirenehandboek (verordening) *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het initiatief van de Helleense Republiek het oog op de vaststelling van een verordening van de Raad houdende procedures voor de wijziging van het Sirenehandboek (7179/2003 — C5-0148/2003 — 2003/0807(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het initiatief van de Helleense Republiek (7179/2003) (1),

gezien het initiatief van de Helleense Republiek (7180/2003) (2),

gelet op artikel 66 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 67 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C5-0148/2003),

geraadpleegd door de Raad overeenkomstig het Protocol tot opneming van het Schengen-acquis in het kader van de Europese Unie,

gelet op de artikelen 106 en 67 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken (A5-0288/2003),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het initiatief van de Helleense Republiek, zoals geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt de Raad de tekst van het initiatief dienovereenkomstig te wijzigen;

3.

verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.

wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het initiatief van de Helleense Republiek;

5.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regering van de Helleense Republiek.

DOOR DE HELLEENSE REPUBLIEK VOORGESTELDE TEKST

AMENDEMENTEN VAN HET PARLEMENT

Amendement 5

Overweging 4 bis (nieuw)

 

(4 bis) Het Akkoord van Schengen voorziet tot dusverre niet in Sirene-bureaus.

Amendement 6

Overweging 4 ter (nieuw)

 

(4 ter) In het Verdrag van Amsterdam werd besloten de Schengen-overeenkomst en de daarmee samenhangende bepalingen op te nemen in het kader van de Europese Unie. Krachtens het aan het Verdrag gehechte Schengen-protocol stelt de Raad de rechtsgrondslag vast voor elk van de bepalingen en besluiten die het Schengen-acquis vormen. Toen dit besluit werd genomen kon geen overeenkomst over de rechtsgrondslag van het Sirene-handboek worden bereikt. Het handboek bleef dan ook in de derde pijler, zonder specifieke rechtsgrondslag. De onderhavige verordening is dan ook tegelijkertijd het besluit over de rechtsgrondslag van het handboek.

Amendement 7

Artikel 2, lid 1

1. De inleiding, deel 1 en deel 2, de inleiding van deel 3 en de punten 3.1.1, 3.1.2, 3.1.3, 3.1.4, 3.1.5, 3.1.7, 3.1.8, 3.1.9, 3.1.10 en 3.2 van deel 3, de inleiding van deel 4 en de punten 4.3, 4.3.1, 4.3.2, 4.3.3, 4.5.1, 4.6 , 4.8 , 4.9 en 4.10 van deel 4, de inleiding van deel 5 en de punten 5.1.1, 5.1.2.2, 5.2 en 5.3 van deel 5, en de bijlagen 1, 2, 3 en 4, de inleiding en de formulieren A, B, C, D, E, F, G, H, I, J, K, L, M en P in bijlage 5 en bijlage 6 van het Sirenehandboek worden gewijzigd in overeenstemming met de regelgevingsprocedure bedoeld inartikel 3.

1. De inleiding, deel 2 (behalve 2.1.3) , de inleiding van deel 4 en de punten 4.3, 4.3.1, 4.3.2, 4.3.3, 4.5.1, 4.6 en 4.8 van deel 4, de inleiding van deel 5 en de punten 5.1.1, 5.1.2.2, 5.2 en 5.3 van deel 5, en de bijlagen 1, 2, 3 en 4, de inleiding en de formulieren A, B, C, D, E, F, G, H, I, J, K, L, M en P in bijlage 5 en bijlage 6 van het Sirenehandboek worden gewijzigd in overeenstemming met de regelgevingsprocedure bedoeld in artikel 3.


(1)  PB C 82 van 5.4.2003, blz. 21.

(2)  PB C 82 van 5.4.2003, blz. 25.

P5_TA(2003)0393

Het luchtvervoer tussen de Gemeenschap en derde landen *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening van de Raad houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 3975/87 en houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 3976/87 en Verordening (EG) nr. 1/2003 wat betreft het luchtvervoer tussen de Gemeenschap en derde landen (COM(2003) 91 — C5-0107/2003 — 2003/0038(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2003) 91) (1),

gezien en het gewijzigde voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad betreffende bescherming tegen aan communautaire luchtvaartmaatschappijen schade toebrengende subsidiëring en oneerlijke tariefpraktijken bij de levering van luchtdiensten vanuit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (COM(2003) 228) (2),

gelet op artikel 83 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C5-0107/2003),

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Economische en Monetaire Commissie en het advies van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie (A5-0300/2003),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

3.

verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.

wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

5.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement en de Raad aan de Commissie te doen toekomen.

DOOR DE COMMISSIE VOORGESTELDE TEKST

AMENDEMENTEN VAN HET PARLEMENT

Amendement 1

Overweging - 1 (nieuw)

 

(- 1) Voor de Europese luchtvaartindustrie, die internationaal opereert, moeten op de interne markt gelijke concurrentievoorwaarden worden gewaarborgd. Deze maatregel kan ook bijdragen tot meer werkzekerheid voor de werknemers in deze sector.

Amendement 2

Overweging - 1 bis (nieuw)

 

(- 1 bis) Er bestaat behoefte aan een snel en doeltreffend procedureel mechanisme voor onderzoek en handhaving van communautaire mededingingsregels op het gebied van het luchtvervoer tussen de Gemeenschap en derde landen naar analogie van het bestaande mechanisme voor interne EUroutes.

Amendement 3

Artikel 1

Artikel 1

Verordening (EEG) Nr. 3975/87 wordt ingetrokken, met uitzondering van artikel 6, lid 3, dat, voor beschikkingen die krachtens artikel 81, lid 3, van het Verdrag zijn vastgesteld vóór de datum waarop Verordening (EG) Nr. 1/2003 van toepassing wordt, blijft gelden tot de datum waarop de desbetreffende beschikkingen aflopen.

Schrappen.

Amendement 4

Artikel 3 bis (nieuw)

 

Artikel 3 bis

Artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1/2003 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 39

Wijziging van Verordening (EEG) nr. 3975/87

Verordening (EEG) nr. 3975/87 wordt ingetrokken, met uitzondering van artikel 6, lid 3, dat, voor beschikkingen die krachtens artikel 81, lid 3, van het Verdrag zijn vastgesteld vóór de datum waarop Verordening (EG) nr. 1/2003 van toepassing wordt, blijft gelden tot de datum waarop de desbetreffende beschikkingen aflopen.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

(2)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TA(2003)0394

Asielverzoek *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het initiatief van de Republiek Oostenrijk met het oog op de aanneming van een verordening van de Raad tot vaststelling van de criteria voor het als veilig aanmerken van derde staten met het oog op de verantwoordelijkheid voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land in een lidstaat wordt ingediend, en tot vaststelling van een lijst van veilige derde staten in Europa (14712/2002 — C5-0010/2003 — 2003/0802(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het initiatief van de Republiek Oostenrijk (14712/2002) (1),

gelet op artikel 63 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 67 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C5-0010/2003),

gelet op de artikelen 67 en 61, lid 4 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken (A5-0210/2003),

1.

verwerpt het initiatief van de Republiek Oostenrijk;

2.

verzoekt de Raad en de Commissie zo spoedig mogelijk het Parlement opnieuw te raadplegen over het gewijzigd voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende minimumnormen voor de procedures in de lidstaten voor de toekenning of intrekking van de vluchtelingenstatus (2) en om in dit kader een oplossing te bieden voor het probleem van de veilige derde landen;

3.

verzoekt de Republiek Oostenrijk haar initiatief in te trekken;

4.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regering van de Republiek Oostenrijk.


(1)  PB C 17 van 24.1.2003, blz. 6.

(2)  PB C 291 E van 26.11.2002, blz. 143.

P5_TA(2003)0395

Benoeming van de president van de ECB *

Resolutie van het Europees Parlement over de benoeming van de heer Jean-Claude Trichet tot president van de Europese Centrale Bank (10893/2003 — C5-0332/2003 — 2003/0819(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien de aanbeveling van de Raad van 15 juli 2003 (C5-0332/2003),

gelet op artikel 112, lid 2, letter b) van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 50 van het Protocol betreffende de statuten van het ESCB en de ECB,

gelet op artikel 36 van zijn Reglement,

gezien de aanbeveling van de Commissie economische en monetaire zaken en industriebeleid (A5-0307/2003),

A.

overwegende dat de Commissie economische en monetaire zaken en industriebeleid op haar vergadering van 11 september 2003 de heer Jean-Claude Trichet heeft gehoord, die door de Raad is voorgedragen voor het ambt van president van de Europese Centrale Bank voor een ambtstermijn van 8 jaar, en zich op dezelfde vergadering van 11 september 2003 heeft beraden op de kwalificaties van de kandidaat in het licht van de in artikel 112 van het EG-Verdrag vastgestelde criteria,

B.

overwegende dat de kandidaat een schriftelijke verklaring heeft doen toekomen aan de Economische en Monetaire Commissie en daar op 11 september 2003 mondelinge verklaringen heeft afgelegd welke ter behandeling aan het Parlement zullen worden voorgelegd,

C.

overwegende dat de ECB politiek onafhankelijk moet zijn, maar dat de benoeming van de kandidaten voor de Directie van de ECB een politieke daad is,

1.

bevestigt de benoeming van de heer Jean-Claude Trichet als geschikte kandidaat voor het ambt van president van de Europese Centrale Bank voor een ambtstermijn van 8 jaar;

2.

verzoekt zijn Voorzitter dit advies te doen toekomen aan de Voorzitter van de Raad voor doorzending aan de regeringen van de lidstaten.

P5_TA(2003)0396

Werkgelegenheidsbeleid in de kandidaat-lidstaten

Resolutie van het Europees Parlement over de mededeling van de Commissie „Voortgang over de uitvoering van de Gezamelijke Beoordelingen van het werkgelegenheidsbeleid in de kandidaatlidstaten” (COM(2003) 37 — 2003/2105(INI))

Het Europees Parlement,

gezien de mededeling van de Commissie (COM(2003) 37),

gelet op artikel 47, lid 2 en artikel 163 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (A5-0282/2003),

A.

overwegende dat de kandidaat-lidstaten en de Commissie in onderlinge overeenstemming hebben besloten tot de uitvoering en bewaking van de taakstellingen betreffende het werkgelegenheidsbeleid in de JAP's,

B.

overwegende dat met de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten en de conclusies van de Europese Raad te Lissabon (23-24 maart 2000) de basis is gelegd voor de bestrijding van de werkloosheid,

C.

overwegende dat behoorlijk bedrijfsleiderschap inhoudt dat op een werkplek rekening wordt gehouden met de unieke eigenschappen, de capaciteit en het vermogen van alle mensen en dat de mogelijkheid wordt geboden tot ontwikkeling hiervan in gemeenschap met anderen, dat werk dus van betekenis is voor de mogelijkheid van de mens zijn identiteit tot ontwikkeling te brengen,

D.

overwegende dat de noodzakelijke snelle aanpassingsprocessen voor de industrie, de dienstensector en de landbouw vereisen dat er snel en op projectbasis steunmaatregelen getroffen worden, die een duurzame ontwikkeling waarborgen maar eveneens het mededingingsvermogen verbeteren,

E.

overwegende dat de basis voor het creëren van concurrentievermogen gelegen moet zijn in een betere afstemming van het beleid op het gebied van werkgelegenheid, vakopleidingen en sociale aangelegenheden,

1.

merkt op dat de eisen die ten behoeve van een stabiel werkgelegenheidsbeleid aan de kandidaatlidstaten worden gesteld grote inspanningen en van de lidstaten veel inlevingsvermogen vergen;

2.

verzoekt de Commissie maatregelen voor te stellen, zoals het slechten van bureaucratische barrières, om eenvoudiger toegang te krijgen tot middelen uit de diverse steunprogramma's;

3.

ondersteunt de oprichting in de kandidaat-lidstaten van een hoogwaardig socialezekerheidsstelsel waartoe eenieder toegang heeft; dringt in het kader hiervan aan op verdere inspanningen ter voorkoming en bestrijding van illegale arbeid, die de financieringsbasis van de op basis van solidariteit gefinancierde socialezekerheidsstelsels, inzonderheid de ziektekostenverzekering en de pensioenen, ernstig in gevaar brengt;

4.

wijst erop dat bij het opzetten van socialezekerheidsstelsels het subsidiariteitsbeginsel in acht genomen moet worden en dat voor eenieder de toegang tot kwalitatief hoogwaardige diensten gewaarborgd moet zijn, ongeacht de economische, sociale en geografische situatie;

5.

roept de kandidaat-lidstaten op werkgelegenheidsstrategieën voor speciale crisisregio's te ontwikkelen teneinde verdere processen van ontvolking en verpaupering te voorkomen;

6.

roept de getroffen landen met een jeugdwerkloosheid van 20% of hoger op er speciaal voor te ijveren dit cijfer terug te brengen tot ten minste het gemiddelde werkloosheidscijfer in de Europese Unie, teneinde verwaarlozing en radicalisering te voorkomen;

7.

wenst een selectief bedrijfsvestigingsbeleid in de kandidaat-lidstaten teneinde de ontwikkeling in de richting van verarming van de bevolking als gevolg van het verlies van arbeidsplaatsen en het daarmee gepaard gaande verlies aan organisaties voor opleiding en bij- en nascholing te voorkomen; acht het eveneens van groot belang bij voorbeeld via het onderwijs een positieve ondernemingsgeest te stimuleren;

8.

verzoekt in het kader van de structuursteunvoorzieningen om de invoering van een extra hulpinstrument dat bij industriële herstructureringen de verarming van regio's verhindert;

9.

wijst er met nadruk op dat het bestaan van een representatieve en onafhankelijke sociale dialoog een onmisbaar bestanddeel vormt van de voorbereidingen op de toetreding en verzoekt de kandidaat-lidstaten de sociale partners en NGO's nauw te betrekken bij de economische en sociale beleidsvormingsprocessen;

10.

dringt aan op bevordering van grensoverschrijdende contacten en samenwerking tussen sociale partners in grensgebieden om bij de dragen tot de verbreiding van de EU-modellen voor samenwerking tussen de sociale partners;

11.

verlangt maatregelen voor het creëren van een doordachte mix van economische structuren die het ontstaan van industriële monoculturen voorkomt en een gedifferentieerd bedrijfsleven bevordert; wijst er nogmaals op dat sommige sectoren van activiteit zich, tijdens de fase van overgang naar een markteconomie, positief kunnen ontwikkelen in het kader van bedrijven uit de derde sector (bij voorbeeld productiecoöperaties);

12.

herinnert aan de basisvoorwaarde voor de opbouw van industriële en bedrijfsmatige gemengd-economische structuren, te weten een brede en aanpasbare opleidings- en scholingsstrategie die het proces van levenslang leren gemakkelijker maakt;

13.

wenst versnelde tenuitvoerlegging van de Gemeenschapswetgeving op het gebied van gezondheid en veiligheid op de werkplek; erkent dat de kosten die gepaard gaan met de uitvoering van de Gemeenschapswetgeving op dit vlak buitengewoon hoog zijn; roept de kandidaat-lidstaten op om in het licht van een verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden de Commissie een realistische evaluatie voor te leggen van de problematiek aangaande de praktische tenuitvoerlegging van de Gemeenschapswetgeving met betrekking tot gezondheid en veiligheid op de werkplek; verzoekt de kandidaat-lidstaten de capaciteit van de diensten van de arbeidsinspectie op te voeren, met name voor wat betreft hun taak bedrijven te begeleiden bij de omzetting van de Gemeenschapswetgeving;

14.

verzoekt de Commissie hoge prioriteit te verlenen aan maatregelen tot waarborging van een behoorlijk arbeidsklimaat in de nieuwe lidstaten;

15.

herinnert eraan dat behoorlijk bestuur (goede Corporate Governance) wordt beschouwd als een grondvoorwaarde voor een doeltreffende en duurzame ontwikkeling van concurrerende ondernemingen en dat werknemers en werkgevers in dit kader moeten worden opgenomen als wezenlijk kenmerk van een stelsel van moderne bedrijfsleiding; is van mening dat een uitgebalanceerd ondernemingsconcept ervoor zorgt dat er meer aandacht wordt geschonken aan de rechten van werknemers en dat ondernemingen zich bewuster worden van hun ethische en sociale verantwoordelijkheid;

16.

wenst de beschikbaarstelling van openbare middelen voor investeringen in menselijk kapitaal en in O&O; in dit verband kunnen tevens fiscaal gunstige regelingen worden ingevoerd ter bevordering van innovatie;

17.

roept particuliere investeerders in de EU op een deel van hun investeringen te reserveren voor opleiding en bij- en nascholing van hun personeel om zodoende de werknemers bij aanpassingsmoeilijkheden in nieuwe gedereguleerde arbeidsmarkten te ondersteunen;

18.

huldigt de opvatting dat bij een modern werkgelegenheidsbeleid de mobiliteit van de werknemers zich moet manifesteren in bij voorbeeld de opleidingssystemen en de beroepsmatige bij- en nascholing en via een krachtige ondernemersmentaliteit; is van mening dat alleen een op die basis vormgegeven mobiliteitsbeleid kan voorkomen dat er in de toekomst in de uitgebreide Europese Unie emigratiegebieden ontstaan waaruit werknemers vanwege het gebrek aan banen moeten wegtrekken;

19.

verzoekt de Commissie na te gaan op welke financiële belemmeringen burgers van de nieuwe lidstaten stuiten wat betreft hun opleiding of voortgezette opleiding in andere landen, en aanvullende maatregelen te overwegen ter bevordering van grensoverschrijdende mobiliteit op onderwijsgebied;

20.

verwelkomt het streven moderne vraaggeoriënteerde arbeidsmarktorganisaties op te zetten; legt evenwel de nadruk op de noodzaak een netwerk op te bouwen van regionale en lokale diensteninstellingen gezien het feit dat er in de kandidaat-lidstaten regio's zijn met specifieke zwakke punten;

21.

roept de Commissie op landbouwbedrijven niet alleen vanuit een zuiver bedrijfseconomische optiek te beschouwen, maar ook oog te hebben voor hun betekenis voor milieubescherming en landschapsbeheer alsmede voor hun stabiliserende werking op sociaal gebied zolang er nog onvoldoende andere arbeidsplaatsen voorhanden zijn als alternatief voor het boerenbestaan; wijst in dit verband op de betekenis van opleidingsprogramma's die zijn afgestemd op het omgaan met deze veranderingen en die met name de vrouwen uit de landbouwsector in staat stellen vernieuwende activiteiten te ontwikkelen;

22.

is van mening dat de diensten van algemeen belang niet onder de druk van de privatisering mogen bezwijken; roept de Commissie op om conform het subsidiariteitsbeginsel de rol van de nationale, regionale en lokale autoriteiten te eerbiedigen, die het welzijn van de burgers moeten veiligstellen en democratische keuzemogelijkheden moeten garanderen; wijst op de betekenis van betrokkenheid van plaatselijke overheden bij de opstelling van werkgelegenheidsstrategieën die zijn afgestemd op de specifieke problemen van de regio's waar omschakelingen of herstructureringen van de industrie plaatsvinden, alsook bij het aanbrengen van dynamiek in gebieden waar met name de landbouwsector in beweging is;

23.

wijst op de noodzaak om ten behoeve van mensen die kampen met bijzondere problemen (geringe opleiding, leeftijd), gehandicapten en minderheden programma's op te zetten om, op grond van artikel 13 van het EG-Verdrag, discriminatie te voorkomen en verzoekt de Commissie de toegang tot de financieringsmogelijkheden die te dien einde in de programma's van de Gemeenschap zijn opgenomen te vergemakkelijken;

24.

onderstreept de rol van niet-gouvernementele organisaties bij de verlening van sociale diensten ten behoeve van etnische minderheden en mensen met een handicap; wijst erop dat de kandidaat-lidstaten de Roma-minderheid in staat moeten stellen in toenemende mate betrokken te raken bij planning, tenuitvoerlegging en evaluatie van projecten en specifieke maatregelen ter bevordering van haar integratie;

25.

verwelkomt de nationale actieplannen ter bestrijding van discriminatie en ter verbetering van de levensomstandigheden van minderheden in de kandidaat-lidstaten; wijst op de nog altijd bestaande discriminatie en verzoekt de kandidaat-lidstaten dan ook zich verder in te spannen om de rechtsvoorschriften in overeenstemming te brengen met die in de EU teneinde discriminatie te voorkomen;

26.

verlangt speciale programma's teneinde de gelijke behandeling van gehandicapten in werkgelegenheid en beroep op korte termijn en adequaat te waarborgen alsmede om de werkgelegenheidsgraad successievelijk te verhogen; is van mening dat een en ander dient te berusten op regelmatig, volledig en werkelijk doorzichtig onderzoek naar gehandicapte werknemers;

27.

roept de kandidaat-lidstaten op actief deel te nemen aan de Europese inspanningen voor sociale integratie in het kader van de open coördinatiemethode;

28.

wenst de ontwikkeling van passende individuele maatregelen in de betreffende toetredingslanden teneinde de gelijke behandeling van vrouwen en mannen te bevorderen;

29.

wenst werkgelegenheidsmaatregelen en -praktijken op basis van gelijkheid van mannen en vrouwen (gelijk loon voor gelijk werk) en concrete maatregelen (art. 141 van het Verdrag) om de toegang van vrouwen tot onderwijs, beroepsonderwijs en werkgelegenheid te bevorderen, de arbeidsmarktsituatie voor vrouwen en mannen te verbeteren, hen in staat te stellen gezin en werk te combineren en discriminatie te voorkomen;

30.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, de Europese sociale partners alsmede de parlementen van de lidstaten en van de kandidaat-lidstaten.

P5_TA(2003)0397

Maatregelen tot veiligstelling van de aardgasvoorziening *** I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende maatregelen tot veiligstelling van de aardgasvoorziening (COM(2002) 488 — C5-0449/2002 — 2002/0220(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2002) 488) (1),

gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 95 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C5-0449/2002),

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie alsmede de adviezen van de Economische en Monetaire Commissie en de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid (A5-0295/2003),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een andere tekst te vervangen;

3.

onderstreept dat de door de Commissie voorgestelde rechtsgrondslag juist is en verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Raad voornemens is de rechtsgrondslag te wijzigen;

4.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  PB C 331 E 31.12.2002, blz. 262.

P5_TC1-COD(2002)0220

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 23 september 2003 met het oog op de aanneming van Richtlijn 2003/.../EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende maatregelen tot veiligstelling van de aardgasvoorziening

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Gezien het advies van het Comité van de regio's (3),

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (4),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 98/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas (5) heeft in belangrijke mate bijgedragen tot de totstandbrenging van de interne markt voor gas. Zij biedt de lidstaten de mogelijkheid aardgasbedrijven openbare dienstverplichtingen, onder andere met betrekking tot de voorzieningszekerheid, op te leggen.

(2)

De Europese Raad in Barcelona bereikte overeenstemming over een snelle aanneming van de hangende voorstellen voor de voltooiing van de interne markt voor gas en elektriciteit. De voltooiing van de interne markt voor gas zal het marktkader significant wijzigen en moet worden aangevuld met gemeenschappelijke regels met betrekking tot de voorzieningszekerheid en het in dit opzicht vereiste geschikte beleid.

(3)

Het waarborgen van een hoog niveau van voorzieningszekerheid is derhalve een belangrijke voorwaarde voor de succesvolle werking van de interne markt voor gas. Ten einde de interne markt voor gas te voltooien en zo alle deelnemers een gelijke behandeling te garanderen is daarom een minimale gemeenschappelijke aanpak ten aanzien van de voorzieningszekerheid in de gehele Gemeenschap noodzakelijk om marktverstoringen te voorkomen.

(4)

Gas wordt een steeds belangrijker element in de energievoorziening van de EU. Met betrekking tot de toegenomen betekenis van gas krijgt het waarborgen van de correcte werking van de interne markt voor aardgas door het veilig stellen van de zekerheid van de gasvoorziening ook een hoger strategisch belang.

(5)

Een concurrerende interne markt voor gas in de EU vereist een transparant en niet-discriminerend beleid van voorzieningszekerheid dat verenigbaar is met de eisen van deze markt. Een duidelijke afbakening van de rol en de verantwoordelijkheden van alle spelers op de markt is bijgevolg van cruciaal belang voor de instandhouding van een goed functionerende markt en de zekerheid van de gasvoorziening, en om tevens te voorkomen dat belemmeringen worden opgeworpen voor nieuwe spelers op de markt of dat bedrijven met een klein marktaandeel aanzienlijke moeilijkheden ondervinden.

(6)

Zoals aangegeven in het Groenboek „Op weg naar een Europese strategie voor een continue energievoorziening” wordt de Europese Unie op langere termijn in toenemende mate afhankelijk van de invoer van gas van leveringsbronnen van buiten de EU. De afhankelijkheid van de Europese Unie van de aardgasinvoer zal in 2020 volgens de Commissie rond de 75% liggen. Door een verdere toename van de afhankelijkheid van de aardgasinvoer neemt ook het risico van een onzekere aardgasvoorziening toe.

(7)

Zoals aangegeven in de mededeling van de Commissie over alternatieve brandstoffen voor het wegvervoer is aardgas een van de drie opties die op middellange termijn een alternatief kunnen bieden voor autobrandstoffen uit aardolie.

(8)

Ten einde aan de groeiende vraag naar gas te voldoen en de gasvoorziening te diversifiëren, hetgeen voorwaarde is voor een concurrerende interne markt voor gas, moet de EU in de komende decennia belangrijke additionele hoeveelheden gas aankopen die grotendeels afkomstig zullen zijn van ver verwijderde bronnen en die over grote afstanden moeten worden vervoerd.

(9)

De Europese Unie heeft met de landen die gas leveren en doorvoeren een sterk gemeenschappelijk belang om continue investeringen in de infrastructuur van de gasvoorziening te garanderen. Hierbij mag niet voorbij worden gegaan aan het vraagstuk van de afhankelijkheid van de aardgasinvoer. Door de afhankelijkheid ontstaan risico's op grond van de politieke instabiliteit in de winningslanden, waardoor de veiligstelling van de aardgasvoorziening in het gedrang kan komen.

(10)

Contracten met een lange looptijd hebben een zeer belangrijke rol gespeeld bij de veiligstelling van de gasvoorziening van de Gemeenschap en zullen deze rol blijven spelen. Het huidige volume aan langlopende contracten is meer dan bevredigend op communautair niveau, en aangenomen wordt dat dergelijke contracten een aanzienlijke bijdrage zullen blijven leveren aan de totale gasvoorziening, aangezien de gasbedrijven doorgaan met het opnemen van dit soort contracten in hun portefeuille, maar het verdient wel aanbeveling wat dit betreft voor een vangnet te zorgen.

(11)

Het is van groot belang dat de voorziening met vloeibaar gas voldoende wordt ontwikkeld om de interne gasmarkt in staat te stellen correct en op concurrerende basis te functioneren. Op dat gebied zijn grote vorderingen gemaakt door de ontwikkeling van handelplatforms voor vloeibaar gas en door het opzetten van gasafzetprogramma's op nationaal niveau. Deze tendens zal naar verwachting doorzetten. Wel verdient het aanbeveling wat dit betreft voor een vangnet te zorgen.

(12)

Het is belangrijk dat lidstaten een ondubbelzinnig kader scheppen dat de voorzieningszekerheid bevordert en tot investeringen in de infrastructuur voor de gasvoorziening leidt. Het is van belang erop toe te zien dat geschikte maatregelen worden genomen om regelgevende en fiscale kaders voor exploratie en productie, opslag en transport van aardgas te waarborgen die geschikte stimulerende maatregelen voor investeringen leveren.

(13)

Binnenlandse gasreserves en maatregelen , zoals de levering van biogas aan het net, om de beschikbaarheid daarvan te verhogen op een niet-discriminerende manier die verenigbaar is met de eisen van een concurrerende interne markt voor aardgas en concurrentieregels, dragen bij tot het verhogen van het niveau van voorzieningszekerheid in de interne markt voor gas.

(14)

In het belang van een goede werking van de interne markt voor gas waarin zekerheid van de gasvoorziening zeer belangrijk is, moet het evenwicht tussen vraag en aanbod in individuele lidstaten gecontroleerd worden en moeten geschikte maatregelen worden genomen wanneer de voorzieningszekerheid op communautair niveau in gevaar komt.

(15)

Voor de goede werking van de interne markt voor aardgas en de voorzieningszekerheid is solidariteit tussen de lidstaten in noodsituaties van essentieel belang.

(16)

Het is inherent aan de oprichting en ontwikkeling van een interne markt voor aardgas dat lidstaten met betrekking tot kwesties van voorzieningszekerheid onderling steeds meer afhankelijk worden. Ten gevolge hiervan kan het verzuim om geschikte maatregelen in een lidstaat aan te nemen ernstige gevolgen voor de werking van de interne markt in de hele Gemeenschap. Ten einde de correcte werking van de interne markt te waarborgen, is het daarom van essentieel belang dat er een minimaal niveau van harmonisering met betrekking tot het beleid van zekerheid van de gasvoorziening in elke lidstaat wordt vastgesteld.

(17)

In het geval van buitengewone situaties in de gasvoorziening zal de Commissie geschikte maatregelen nemen evenredig aan de ernst van de leveringssituatie om te waarborgen dat de noodzakelijke maatregelen tot het leveren van specifieke steun aan die lidstaten die in het bijzonder getroffen worden door de onderbreking van de gasvoorziening ten uitvoer worden gelegd, teneinde zoveel mogelijk te waarborgen dat de interne markt voor gas blijft functioneren.

(18)

Met het oog op het assisteren bij de voorbereiding en tenuitvoerlegging van communautaire wetgeving op het gebied van de zekerheid van de gasvoorziening, het bewaken van de toepassing ervan en het assisteren bij de beoordeling van de doeltreffendheid van de van kracht zijnde maatregelen alsmede op een betere controle op de ontwikkeling van de voorzieningszekerheid moet binnen de diensten van de Commissie een Europees Waarnemingssysteem voor de bevoorrading met koolwaterstoffen worden opgericht.

(19)

De maatregelen ter uitvoering van deze richtlijn dienen te worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (6).

(20)

Aangezien de doelstellingen van de voorgestelde maatregel, namelijk de totstandbrenging van een volledig operationele interne markt voor aardgas gebaseerd op eerlijke mededinging en zekerheid van de aardgasvoorziening, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve, vanwege de omvang en de gevolgen van de maatregel, beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt. kan de Gemeenschap overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat de richtlijn niet verder dan wat nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Deze richtlijn stelt maatregelen vast tot veiligstelling van de aardgasvoorziening in de EU. De richtlijn stelt een gemeenschappelijk kader vast, waarbinnen de lidstaten een algemeen, transparant en niet-discriminerend beleid van voorzieningszekerheid ontwikkelen voorzover deze met markteconomische middelen niet, niet tijdig of niet voldoende kan worden gewaarborgd.

Artikel 2

Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder:

1.

„bron van aardgaslevering”: gaslevering afkomstig uit een enkel gasleverend land;

2.

contracten met een lange looptijd”: een aardgasleveringscontract met een looptijd van in de regel 15 jaar en meer ;

3.

„kwetsbare afnemers”: particuliere huishoudens alsmede overige eindgebruikers die niet op korte termijn naar andere brandstoffen kunnen uitwijken.

Artikel 3

1.   De lidstaten nemen maatregelen om het algemene beleid van voorzieningszekerheid te definiëren , op basis van hun respectieve nationale gegevenheden. Deze dienen zoveel mogelijk in overeenstemming met een goed functionerende interne aardgasmarkt te zijn. Voorzover wordt voldaan aan de eisen van deze richtlijn, is op de exacte inhoud van het beleid van voorzieningszekerheid en de wijze waarop dit beleid wordt afgebakend het subsidiariteitsbeginsel van toepassing.

2.   De maatregelen waarmee de voorzieningszekerheid wordt gewaarborgd dienen in overeenstemming met lid 3 van dit artikel en met artikel 4 te zijn. Deze maatregelen moeten op een niet-discriminerende en transparante manier ten uitvoer worden gelegd en worden gepubliceerd.

3.   Bij de vaststelling van hun maatregelen zoals omschreven in lid 1 houden de lidstaten zoveel mogelijk rekening met:

a)

het belang om onder objectief moeilijke omstandigheden een continue gasvoorziening te waarborgen voor huishoudelijke afnemers als gedefinieerd in artikel 2, punt 25 , van Richtlijn 2003/55/EG (7);

b)

de noodzaak stimulerende maatregelen te creëren voor nieuwe gasleveringen uit binnen- en buitenlandse bronnen naar de Europese interne markt voor gas of in voorkomend geval adequate niveaus van gasopslag of alternatieve reservebrandstoffen te waarborgen ;

c)

het risico van ernstige systeemuitval of onderbreking van de grootste aardgasleveringsbron en de kosten om deze onderbreking van de levering op te heffen;

d)

de interne markt en de mogelijkheden van grensoverschrijdende samenwerking met betrekking tot de zekerheid van de aardgasvoorziening;

e)

het belang van contracten met een lange looptijd en de flexibiliteit ervan.

4.    Iedere lidstaat legt zijn beleid van voorzieningszekerheid op een niet-discriminerende manier ten uitvoer. Daarbij mag de toegang van nieuwe deelnemers tot de markt niet belemmerd worden .

Artikel 4

1.   Ten einde het beleid van voorzieningszekerheid ten uitvoer te leggen in de zin van artikel 3 te bereiken, nemen de lidstaten de nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat de voorzieningszekerheid van kwetsbare afnemers overeenkomstig de respectieve nationale gegevenheden zoveel mogelijk gewaarborgd wordt. De lidstaten lichten de Commissie over de genomen maatregelen in.

2.    De lidstaten kunnen hiertoe een combinatie van minstens de volgende instrumenten gebruiken:

a)

afnemers aan wie de leveringen kunnen worden onderbroken

b)

gasopslag

c)

flexibiliteit wat de levering betreft

d)

spotmarkten

e)

diversifiëring van de bronnen van gasvoorziening mede dankzij de gebruikmaking van biogas.

Artikel 5

1.    Elk jaar wordt door de lidstaten een verslag overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn 2003/55/EG opgesteld en gepubliceerd, en toegestuurd aan de Commissie.

2.    De Commissie legt onder meer op basis van de verslagen van de lidstaten een verslag overeenkomstig artikel 31 van Richtlijn 2003/55/EG voor.

Artikel 6

De Commissie legt uiterlijk op ... (8) een evaluatieverslag voor aan het Europees Parlement en de Raad over de met de toepassing van deze richtlijn opgedane ervaringen, zodat het Europees Parlement en de Raad te zijner tijd kunnen beoordelen of deze moet worden aangepast.

Artikel 7

Met het oog op de vergroting van de zekerheid van de aardgasvoorziening nemen de lidstaten geschikte maatregelen om niet-discriminerende toestemmingsprocedures voor de bouw van aardgastransportleidingen, opslag- en LNG-installaties te waarborgen en alle belemmeringen voor de bouw van deze installaties weg te nemen. Deze procedures zijn in dezelfde mate van toepassing op aardgasbedrijven uit de EU en op gasleveranciers van buiten de EU.

Artikel 8

Leiden

onderbrekingen van afzonderlijke aanvoerkanalen of

een leveringsstop van gehele aardgasproducentenlanden

tot buitengewone voorzieningssituaties, die door de marktdeelnemers en de lidstaten ook in samenwerking met andere marktdeelnemers respectievelijk lidstaten niet kunnen worden opgelost, dan kunnen de betrokken lidstaten dit aan de Commissie ter kennis brengen. In dergelijke gevallen kan de Commissie in overleg treden met de lidstaten en de betrokken ondernemingen, andere geschikte maatregelen nemen en eventueel door een besluit volgens de procedure van artikel 9, lid 2 de lidstaten verplichten om bijzondere maatregelen te nemen om die lidstaten die door de onderbreking van de gasvoorziening bijzonder gedupeerd zijn, te steunen.

In dit besluit moet voor een op de actuele marktprijs gebaseerde restitutie- respectievelijk vergoedingsregeling gezorgd zijn.

Artikel 9

1.   De Commissie wordt bijgestaan door een comité van vertegenwoordigers van de lidstaten dat wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie .

2.    In de gevallen waarin naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 daarvan.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn bedraagt een week.

3.   Het comité stelt zijn reglement van orde vast .

Artikel 10

De Commissie ziet nauwgezet toe op de wijze waarop de lidstaten deze richtlijn ten uitvoer leggen en met name op de verenigbaarheid van de in verband met artikel 4 genomen maatregelen. In het licht van de resultaten van deze controles doet de Commissie, indien nodig, uiterlijk op ... (9) voorstellen voor verdere maatregelen ter verbetering van de voorzieningszekerheid .

Eventueel doet de Commissie aanbevelingen of passende voorstellen.

Artikel 11

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op ...  (10) aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen vaststellen, wordt in die bepalingen naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

Artikel 12

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 13

1.   Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te ..., de ...

Voor het Europees Parlement

De Voorzitter

Voor de Raad

De Voorzitter


(1)  PB C 331 E van 31.12.2002, blz. 262 .

(2)  PB C 133 van 6.6.2003, blz. 16 .

(3)  PBC...

(4)  Standpunt van het Europees Parlement van 23 september 2003.

(5)  PB L 204 van 21.7.1998, blz. 1.

(6)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(7)  Richtlijn 2003/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en houdende intrekking van Richtlijn 98/30/EG (PB L 176 van 15.7.2003, blz. 57).

(8)  Vijf jaar na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn.

(9)   Vijf jaar na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn.

(10)  Twee jaar na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn.

BIJLAGE

OPSLAGCAPACITEIT IN DE EU — NATIONALE INDICATIEVE DOELSTELLINGEN

De onderstaande tabel geeft een overzicht van de gasopslagcapaciteit in absolute en relatieve termen in verhouding tot het verbruik.

Opslagcapaciteit op 1 januari 2001

 

Exploitatie-omvang (in miljard m3)

In % van de vraag in 2000

Afnamecapaciteit (in miljoen m3/dag)

Doelstelling voor 2010 Opslag (in miljoen m3)

Doelstelling voor 2010 in %

Doelstelling voor 2010 Afnamecapaciteit (in miljoen m3/dag)

Oostenrijk

2,295

31,6

24

 

 

 

België

0,675

4,2

19

 

 

 

Denemarken

0,810

17,6

25

 

 

 

Frankrijk

11,1

26,2

180

 

 

 

Finland

0,0

0,0

0

 

 

 

Duitsland

18,556

22,3

425

 

 

 

Griekenland

0,075

3,8

5

 

 

 

Ierland

0,0

0,0

0

 

 

 

Italië

15,1

22,0

265

 

 

 

Luxemburg

0,0

0,0

0

 

 

 

Nederland

2,5

6,1

145

 

 

 

Portugal

0,0

0,0

0

 

 

 

Spanje

1,0

5,5

8

 

 

 

Zweden

0,0

0,0

0

 

 

 

VK

3,577

3,7

137

 

 

 

EU-15

55,688 (in miljard m3)

14,2%

1233 (in miljoen m3/dag)

 

 

 

P5_TA(2003)0398

Gemeenschapsmerk *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 40/94 inzake het Gemeenschapsmerk (COM(2002) 767 — C5-0009/2003 — 2002/0308(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2002) 767) (1),

gelet op artikel 308 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C5-0009/2003),

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie juridische zaken en interne markt (A5-0236/2003),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

3.

verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.

wenst dat de overlegprocedure als bedoeld in de gemeenschappelijke verklaring van 4 maart 1975 wordt ingeleid ingeval de Raad voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst;

5.

wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

6.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

DOOR DE COMMISSIE VOORGESTELDE TEKST

AMENDEMENTEN VAN HET PARLEMENT

Amendement 1

ARTIKEL 1, PUNT - 2 (nieuw)

Artikel 7, lid 1, letter j) (Verordening (EG) nr. 40/94)

 

- 2)

Artikel 7, lid 1, letter j) wordt vervangen door:

j)

merken voor wijnen en spiritualiën die uit een geografische aanduiding ter benoeming van wijnen of spiritualiën bestaan of zo'n aanduiding bevatten, met betrekking tot wijnen of spiritualiën die niet deze oorsprong hebben, ook indien de werkelijke oorsprong van het product wordt vermeld, de benaming in een andere taal is vertaald of vergezeld gaat van uitdrukkingen als „genre”, „type”, „stijl”, „imitatie”, of soortgelijke uitdrukkingen.

Amendement 2

ARTIKEL 1, PUNT 2

Artikel 7, lid 1, letter k) (Verordening (EG) nr. 40/94)

k)

merken die een als beschermde geografische aanduiding of als beschermde oorsprongsbenaming ingediende en nadien geregistreerde benaming overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2081/92 bevatten of uit een dergelijke benaming bestaan , wanneer de producten die onder het merk vallen die geografische aanduiding of oorsprongsbenaming niet mogen dragen.

k)

merken die bestaan uit een als beschermde geografische aanduiding of een beschermde oorsprongsbenaming overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2081/92, of merken die een dergelijke oorsprongsbenaming bevatten , wanneer de producten die onder het merk vallen die geografische aanduiding of oorsprongsbenaming niet mogen dragen en de datum van aanvraag tot registratie van het merk later is dan de datum waarop de aanvraag tot registratie van de benaming van herkomst of de geografische aanduiding bij de Commissie is ingediend.

Amendement 3

ARTIKEL 1, PUNT 3 bis (nieuw)

Artikel 8, lid 5 (Verordening (EG) nr. 40/94)

 

3 bis)

Artikel 8, lid 5 wordt vervangen door:

5. Na oppositie door de houder van een ouder merk of een geografische aanduiding in de zin van lid 2 wordt de inschrijving van het aangevraagde merk of geografische aanduiding eveneens geweigerd wanneer het gelijk is aan of overeenstemt met het oudere merk of geografische aanduiding en is aangevraagd voor waren of diensten die niet soortgelijk zijn aan die waarvoor het oudere merk of een geografische aanduiding ingeschreven is, indien het in geval van een ouder Gemeenschapsmerk of communautaire geografische aanduiding een in de Gemeenschap bekend merk of geografische aanduiding en in geval van een ouder nationaal merk of geografische aanduiding een in de betrokken lidstaat bekend merk betreft, en indien door het gebruik zonder geldige reden van het aangevraagde merk of geografische aanduiding ongerechtvaardigd voordeel getrokken wordt uit of afbreuk gedaan wordt aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van het oudere merk of een geografische aanduiding.

Amendement 4

ARTIKEL 1, PUNT 19

Artikel 60, titel (Verordening (EG) nr. 40/94)

Herziening van beslissingen bij beroepen ex parte

Beslissing vóór de beroepsprocedure

Amendement 5

ARTIKEL 1, PUNT 21

Artikel 77 bis (Verordening (EG) nr. 40/94)

Wanneer het Bureau een beslissing heeft genomen of een inschrijving in het register heeft gedaan die van invloed is op de rechten van een partij en wanneer bij die beslissing of inschrijving een duidelijke materiële fout in strijd met de verordening is gemaakt, kan het Bureau deze beslissing of inschrijving herroepen indien dit nodig is om de fout te corrigeren en de wettigheid te herstellen , voor zover de rechten van de partij of partijen die door de herroeping worden benadeeld niet groter zijn dan de belangen van de partij of partijen die door de herroeping worden bevoordeeld en voor zover het niet in het openbaar belang is om van correctie af te zien. Een dergelijke herroeping is alleen ontvankelijk binnen zes maanden na de datum waarop de beslissing of inschrijving plaatsheeft .

Wanneer het Bureau een beslissing heeft genomen of een inschrijving in het register heeft gedaan die van invloed is op de rechten van een partij en wanneer bij die beslissing of inschrijving een duidelijke materiële fout in strijd met de verordening is gemaakt, kan het Bureau deze beslissing of inschrijving herroepen indien dit nodig is om de fout te corrigeren en de wettigheid te herstellen. Een dergelijke herroeping is alleen mogelijk binnen zes maanden na de datum waarop de beslissing of inschrijving plaatsheeft, en alleen indien de herroeping in het openbaar belang is en de rechten van de partijen die bescherming verdienen niet worden geschaad.

Amendement 6

ARTIKEL 1, PUNT 32

Artikel 127, lid 2 (Verordening (EG) nr. 40/94)

2. De oppositieafdelingen beslissen in een samenstelling van drie leden, waarbij ten minste een van hen jurist is. In een aantal bijzondere gevallen die in de uitvoeringsverordening worden genoemd, kunnen beslissingen evenwel door een enkel lid worden genomen. In ieder geval moeten de door een enkel lid genomen beslissingen betrekking hebben op eenvoudige gevallen.

2. De oppositieafdelingen beslissen in een samenstelling van drie leden, waarbij ten minste een van hen jurist is. In een aantal bijzondere gevallen die in de uitvoeringsverordening worden genoemd, kunnen beslissingen evenwel door een enkel lid worden genomen.

Amendement 7

ARTIKEL 1, PUNT 33

Artikel 129, lid 2 (Verordening (EG) nr. 40/94)

2. De nietigheidsafdelingen beslissen in een samenstelling van drie leden, waarbij ten minste een van hen jurist is. In een aantal bijzondere gevallen die in de uitvoeringsverordening worden genoemd, kunnen beslissingen evenwel door een enkel lid worden genomen. In ieder geval moeten de door een enkel lid genomen beslissingen betrekking hebben op eenvoudige gevallen.

2. De nietigheidsafdelingen beslissen in een samenstelling van drie leden, waarbij ten minste een van hen jurist is. In een aantal bijzondere gevallen die in de uitvoeringsverordening worden genoemd, kunnen beslissingen evenwel door een enkel lid worden genomen.

Amendement 8

ARTIKEL 1, PUNT 34

Artikel 130 (Verordening (EG) nr. 40/94)

34) Artikel 130 wordt als volgt gewijzigd:

34)

Artikel 130 wordt als volgt gewijzigd:

(- 1)

De titel en lid 2 worden als volgt gewijzigd:

De administratieve rechtbank van het BHIM

1. Binnen het Bureau functioneert een administratieve rechtbank die bestaat uit verschillende kamers van beroep. Deze kamers moeten zich uitspreken over beroepen tegen de beslissingen van de onderzoekers, de oppositieafdelingen, de afdeling merkenadministratie en juridische aangelegenheden en de nietigheidsafdelingen. Aan het hoofd van de rechtbank staat een voorzitter.

(1)

Lid 2 wordt vervangen door:

2. De kamers van beroep beslissen in een samenstelling van drie leden, waarbij ten minste twee leden jurist zijn. In een aantal bijzondere gevallen wordt beslist door een uitgebreide kamer die wordt voorgezeten door de voorzitter van de kamers van beroep, of door een enkel lid.

(1)

Lid 2 wordt vervangen door:

2. De kamers van beroep beslissen in een samenstelling van drie leden, waarbij ten minste twee leden jurist zijn.

(2)

Er wordt een nieuw lid 3 toegevoegd:

3. De door de uitgebreide kamer genomen beslissingen leggen richtsnoeren vast die door de kamers van beroep in soortgelijke gevallen moeten worden gevolgd. Om de bijzondere gevallen vast te stellen die tot de bevoegdheid van de uitgebreide kamer behoren, moet rekening worden gehouden met juridische moeilijkheden of het belang van de zaak of bijzondere omstandigheden die dit rechtvaardigen. De samenstelling van de uitgebreide kamer wordt vastgesteld overeenkomstig het in artikel 140, lid 3, bedoelde reglement voor de procesvoering van de kamers van beroep.

(2)

Er wordt een nieuw lid 3 toegevoegd:

3. In een aantal bijzondere, in het in artikel 140, lid 3 bedoelde reglement voor de procesvoering omschreven gevallen, wordt beslist door een enkel lid.

(3)

Er wordt een nieuw lid 4 toegevoegd:

4. Teneinde vast te stellen in welke bijzondere gevallen door een enkel lid kan worden beslist, moet rekening worden gehouden met de geringe moeilijkheidsgraad van de juridische of feitelijke vraagstukken, het beperkte belang van de betrokken zaak en het ontbreken van andere bijzondere omstandigheden. Voorts kan het gaan om gevallen die alleen vraagstukken betreffen die al door een vaste jurisprudentie van het Bureau zijn verduidelijkt of die deel uitmaken van een reeks gevallen over hetzelfde onderwerp, waarbij de uitspraak over een geval al in kracht van gewijsde is gegaan. Het lid verwijst de zaak naar de kamer wanneer hij vaststelt dat niet meer wordt voldaan aan de genoemde voorwaarden. Zo nodig worden deze maatregelen aangevuld overeenkomstig het in artikel 140, lid 3, bedoelde reglement voor de procesvoering van de kamers van beroep.

(3)

Er wordt een nieuw lid 4 toegevoegd:

4. In het reglement voor de procesvoering wordt tevens bepaald in welke gevallen wordt beslist door de rechtbank in volle samenstelling, bestaande uit de voorzitter van de rechtbank, de voorzitters van alle kamers van beroep en een in het reglement voor de procesvoering vastgesteld aantal leden van deze kamers.

Amendement 9

ARTIKEL 1, PUNT 35

Artikel 131 (Verordening (EG) nr. 40/94)

35)

Artikel 131 wordt vervangen door:

Artikel 131

Onafhankelijkheid van de leden van de kamers van beroep

1. De voorzitter van de kamers van beroep wordt voor vijf jaar benoemd overeenkomstig de procedure van artikel 120 voor de benoeming van de ondervoorzitter van het Bureau. Op voorstel van de Raad van Bestuur, de voorzitter van het Bureau gehoord hebbende, kan de kamervoorzitter door de Raad uit zijn functie worden ontheven. Het mandaat van de kamervoorzitter kan worden verlengd met telkens vijf jaar of tot zijn pensionering indien hij de pensioengerechtigde leeftijd gedurende de nieuwe ambtstermijn bereikt.

35)

Artikel 131 wordt vervangen door:

Artikel 131

Voorzitter van de administratieve rechtbank van het BHIM

1. De voorzitter van de administratieve rechtbank wordt voor vijf jaar benoemd overeenkomstig de procedure van artikel 120 voor de benoeming van de ondervoorzitter van het Bureau. Het mandaat van de voorzitter kan worden verlengd met telkens vijf jaar of tot zijn pensionering indien hij de pensioengerechtigde leeftijd gedurende de nieuwe ambtstermijn bereikt. De voorzitter kan alleen uit zijn functie worden ontheven wegens zeer zwaarwegende fouten. Het besluit hiertoe wordt genomen door het Hof van Justitie, op verzoek van de Raad van Bestuur en nadat de voorzitter van het Bureau is gehoord.

De voorzitter van de kamers van beroep heeft bevoegdheden op het vlak van het beheer en de organisatie. Deze bestaan met name is:

a)

het vaststellen van de regels en de organisatie van het werk met de voorzitters van de kamers:

b)

het toedelen van de dossiers en daarbij, op voorstel van de voorzitter van de betrokken kamer, eventueel de termijn voor een beslissing vaststellen;

c)

het vragen aan de voorzitter van het Bureau de Raad van Bestuur te informeren in geval van herhaald verzuim bij de aldus vastgestelde verplichtingen.

2. De voorzitter van de administratieve rechtbank heeft bevoegdheden op het vlak van het beheer en de organisatie. Deze bestaan met name is:

a)

het vaststellen van de regels en de organisatie van het werk met de voorzitters van de kamers:

b)

het toedelen van de dossiers en daarbij, op voorstel van de voorzitter van de betrokken kamer, eventueel de termijn voor een beslissing vaststellen;

c)

het vragen aan de voorzitter van het Bureau de Raad van Bestuur te informeren in geval van herhaald verzuim bij de verplichtingen die aan de voorzitters en leden van de kamers van beroep zijn opgelegd;

d)

het meedelen aan de voorzitter van het Bureau van de behoeften aan middelen van het Bureau, met het oog op het opstellen van de overeenkomstige staat van uitgaven.

Zo nodig worden deze maatregelen aangevuld overeenkomstig het in artikel 140, lid 3, bedoelde reglement voor de procesvoering van de kamers van beroep.

2. De leden van de kamers van beroep, met inbegrip van de voorzitters, worden voor een periode van vijf jaar door de Raad van Bestuur benoemd. Hun mandaat kan worden verlengd met telkens vijf jaar of tot hun pensionering indien zij de pensioengerechtigde leeftijd gedurende de nieuwe ambtstermijn bereiken.

3. Tuchtmaatregelen tegen de voorzitters en leden van de kamers van beroep worden door het Hof van Justitie genomen, nadat de kwestie op voorstel van de kamervoorzitter door de Raad van Bestuur aanhangig is gemaakt.

4. De leden van de kamers zijn onafhankelijk. Bij hun beslissingen zijn zij aan geen enkele aanwijzing gebonden.

5. De voorzitters en de leden van de kamers mogen geen onderzoeker zijn of lid van een oppositieafdeling, van de afdeling merkenadministratie en juridische aangelegenheden of van een nietigheidsafdeling.

Zo nodig worden deze maatregelen aangevuld overeenkomstig het in artikel 140, lid 3, bedoelde reglement voor de procesvoering van de kamers van beroep.

Amendement 10

ARTIKEL 1, PUNT 35 bis (nieuw)

Artikel 131 bis (Verordening (EG) nr. 40/94)

 

35 bis)

Er wordt een nieuw artikel 131 bis toegevoegd:

Artikel 131 bis

Onafhankelijkheid van de leden van de administratieve rechtbank

1. De leden van de kamers van beroep, met inbegrip van de voorzitters, worden voor een periode van vijf jaar door de Raad van Bestuur benoemd. Hun mandaat kan worden verlengd met telkens vijf jaar of tot hun pensionering indien zij de pensioengerechtigde leeftijd gedurende de nieuwe ambtstermijn bereiken.

2. Tuchtmaatregelen tegen de voorzitters en leden van de kamers van beroep worden door het Hof van Justitie genomen, nadat de kwestie op voorstel van de voorzitter van de administratieve rechtbank door de Raad van Bestuur aanhangig is gemaakt.

3. De leden van de kamers zijn onafhankelijk. Bij hun beslissingen zijn zij aan geen enkele aanwijzing gebonden.

4. De voorzitters en de leden van de kamers mogen geen onderzoeker zijn of lid van een oppositieafdeling, van de afdeling merkenadministratie en juridische aangelegenheden of van een nietigheidsafdeling.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TA(2003)0399

Ondersteuning bij doorgeleiding in het kader van maatregelen tot verwijdering door de lucht *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het initiatief van de Bondsrepubliek Duitsland met het oog op de vaststelling van een richtlijn van de Raad betreffende de ondersteuning bij doorgeleiding in het kader van maatregelen tot verwijdering door de lucht (14848/2002 — C5-0011/2003 — 2003/0801(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het initiatief van de Bondsrepubliek Duitsland (14848/2002) (1),

gelet op artikel 63, lid 3, onder b) van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 67 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C5-0011/2003),

gelet op de artikelen 67 en 63 van zijn Reglement,

gezien het advies van de Commissie juridische zaken en interne markt over de rechtsgrondslag van het voorstel,

gezien het verslag van de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken (A5-0104/2003),

gezien het tweede verslag van de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken (A5-0291/2003),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het initiatief van de Duitse Bondsrepubliek, zoals gewijzigd door het Europees Parlement;

2.

verzoekt de Raad de tekst dienovereenkomstig te wijzigen;

3.

verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.

wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het initiatief van de Bondsrepubliek Duitsland;

5.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de regering van de Bondsrepubliek Duitsland.

DOOR DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND VOORGESTELDE TEKST

AMENDEMENTEN VAN HET PARLEMENT

Amendement 1

Overweging 4

(4) De soevereiniteitsrechten van de lidstaten — met name met betrekking tot de toepassing van maatregelen van indirecte dwang tegenover weerspannige, te verwijderen personen — blijven onverlet.

(4) De soevereiniteitsrechten van de lidstaten — met name met betrekking tot de toepassing van maatregelen van directe dwang tegenover illegaal verblijvende onderdanen van derde landen die zich verzetten tegen uitzetting — blijven onverlet.

Amendement 2

Artikel 5, lid 1, letter f)

f)

in ontvangst nemen, bewaren en doorgeven van reisdocumenten, met name bij niet-begeleide verwijdering, en

f)

in ontvangst nemen, veilig bewaren en doorgeven aan de bevoegde autoriteiten in de staat van bestemming van reisdocumenten, met name bij niet-begeleide verwijdering, en

Amendement 3

Artikel 5, lid 1, letter g bis) (nieuw)

 

g bis)

verstrekken van informatie aan de luchtvaartmaatschappij die vertrekt uit de aangezochte lidstaat.

Amendement 4

Artikel 5, lid 3

3. De begeleiders beschikken op het grondgebied van de aangezochte lidstaat niet over openbare macht. Dit laat maatregelen in het kader van de algemene noodweer- en noodhulprechten in het rechtsbestel van de aangezochte lidstaat onverlet . De begeleiders dragen tijdens de doorgeleiding geen wapens en leggen op verzoek van de aangezochte lidstaat hun dienstpas voor.

3. De begeleiders beschikken op het grondgebied van de aangezochte lidstaat niet over openbare macht. De begeleiders kunnen, in het kader van het rechtsbestel van de aangezochte lidstaat , de nodige noodweer- en noodhulpmaatregelen nemen. De begeleiders dragen tijdens de doorgeleiding geen wapens en leggen op verzoek van de aangezochte lidstaat hun dienstpas voor.

Amendement 5

Artikel 7 bis (nieuw)

 

Artikel 7 bis

Overeenkomstig artikel 4 van het Vierde Protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en artikel 19 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie verleent de aangezochte lidstaat geen steun aan collectieve uitzettingen en uitzettingen naar landen waar de politieke, sociale of culturele grondrechten niet in acht worden genomen.


(1)  PB C 4 van 9.1.2003, blz. 4.

P5_TA(2003)0400

Vergroting van de veiligheid op zee naar aanleiding van het vergaan van de olietanker Prestige

Resolutie van het Europees Parlement over vergroting van de veiligheid op zee naar aanleiding van het vergaan van de olietanker Prestige (2003/2066(INI))

Het Europees Parlement,

gelet op de pakketten Erika I en II,

gelet op zijn resolutie van 21 november 2002 over de ramp met de olietanker Prestige voor de kust van Galicië (1), en op zijn eerdere resoluties over de veiligheid op zee,

gelet op zijn resolutie van 19 december 2002 over maritieme veiligheid en maatregelen ter bestrijding van de gevolgen van de door de olietanker Prestige veroorzaakte ramp (2),

gelet op de mededeling van de Commissie van 3 december 2002 inzake de vergroting van de veiligheid op zee naar aanleiding van het vergaan van de olietanker „Prestige” (COM(2002) 681 — C5-0156/2003),

gelet op de conclusies van de Raad van ministers van Vervoer van 6 december 2002,

gelet op de conclusies van de Europese Raad van Kopenhagen van 12 en 13 december 2002,

gelet op de mededeling van de Commissie van 5 maart 2003 over de maatregelen die moeten worden getroffen in verband met de gevolgen van de ramp met de Prestige (COM(2003) 105),

gelet op het rapport van het Spaanse Ministerie van Vervoer van 7 maart 2003 over maritieme veiligheid en de ramp met de Prestige,

gelet op het werkdocument van de diensten van de Commissie van 17 maart 2003 over het verlies van de tanker Prestige (SEC(2003) 351),

gelet op het rapport van de IACS (Internationale Vereniging van Classificatiebureaus) over de ad hocaudit van het ABS (Amerikaans Bureau voor de scheepvaart) over het verlies van de Prestige,

gelet op de technische analyses van 28 februari 2003 van het ABS (Amerikaans Bureau voor de scheepvaart) naar aanleiding van de ondergang van de Prestige,

gelet op de schriftelijke verklaring van kapitein Apostolos Mangouras, gezagvoerder van de Prestige, aan het Europees Parlement (openbare hoorzitting van 19 en 20 maart 2003),

gelet op de verklaringen van D. Serafin Diaz Regueiro, havenmeester van La Coruña, en van de heer H. van Rooij, directeur van Bergingsbedrijf SMIT, tegenover het Europees Parlement (openbare hoorzitting van 19 en 20 maart 2003),

gelet op het verslag van de manager van de Prestige, Universe Maritime LTD,

gelet op de conclusies van de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad van 20 en 21 maart 2003,

gelet op het besluit van de Internationale Conferentie van de IMO (12-16 mei 2003) over de totstandbrenging van een aanvullend fonds voor compensatie voor schade door olievervuiling,

gelet op artikel 163 van zijn Reglement,

gelet op het verslag van de Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme en de adviezen van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie, de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken, de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid en de Commissie visserij (A5-0278/2003),

A.

overwegende dat deze resolutie een belangrijke stap is op weg naar de opheldering van de oorzaken van de ramp met de Prestige, dat, in het licht van de talrijke ontwikkelingen die zich de laatste tijd hebben voorgedaan, zoals de nieuwe ramingen met betrekking tot de hoeveelheid zware stookolie die uit het wrak is weggelekt en de noodzaak alle verantwoordelijkheden vast te stellen, het Parlement zijn werkzaamheden moet aanpassen en voortzetten om een volledig beeld te krijgen van de oorzaken en gevolgen van deze ramp;

B.

overwegende dat de ondergang van de Prestige grote schade heeft toegebracht aan het mariene milieu, aan de kustgebieden van Spanje en Frankrijk en in het bijzonder aan Galicië alsmede aan de bewoners van die gebieden en hun levensstijl,

C.

overwegende dat het optreden van de Spaanse plaatselijke autoriteiten en de buitengewone inzet van de plaatselijke bevolking en van duizenden vrijwilligers, al dan niet leden van milieuorganisaties, in de maanden na de ramp, grotere schade aan dat kustgebied hebben voorkomen,

D.

overwegende dat zware stookolie uit de Prestige nog steeds de kusten van Galicië, het noorden van het Iberische schiereiland en de Atlantische kust van Frankrijk bereikt, tot boven Bretagne, en zelfs de Engelse kust bedreigt,

E.

overwegende dat in de eerste plaats de opvang van schepen in nood en de beschikbaarheid en toegankelijkheid van toevluchtsplaatsen en -havens afdoende geregeld moet worden,

F.

overwegende dat de ware oorzaak van de beschadiging van de Prestige zeer moeilijk te achterhalen zal zijn, omdat het schip is gezonken in zeer diep water en niet geborgen kan worden,

G.

overwegende dat nog een groot deel van de lading met het schip gezonken is en op termijn een nieuwe bedreiging kan vormen,

H.

overwegende dat de Prestige , zoals is bewezen, op 13 november 2002 beschadigd werd op de plaats aan de ballasttanks waar in 2001, slechts 18 maanden eerder, in Guanzhou (China), belangrijke herstellingen waren uitgevoerd, en dat bij de laatste inspectie, die in mei 2002 in Dubai werd verricht, de inspecteurs van het classificatiebureau ABS deze ballasttanks niet binnenin hebben onderzocht,

I.

overwegende dat de Prestige ongeveer een jaar gebruikt is als drijvend reservoir, waarbij telkens schepen aan- en afmeerden op dezelfde plaats tegen de wand van het schip; dat het van belang is dat dit soort risicogebruik gemeld wordt aan de classificatiemaatschappij zodat zij haar controles kan intensiveren of op dergelijke specifieke risico's kan richten,

J.

overwegende dat de beoordeling door de Spaanse autoriteiten van de staat van het schip en de vakkennis van haar bemanning, alsmede van de kwaliteit van de controles die het schip heeft ondergaan, niet overeenstemmen met de getuigenissen van onder meer Bergingsbedrijf SMIT, de verzekeraars en de classificatiemaatschappij; overwegende dat de aanwezigheid van een „black box” hier opheldering had kunnen brengen,

K.

overwegende dat de tijdsfactor bij dergelijke rampen van zeer groot belang is; overwegende dat de noodsleepinstallatie achteraan het schip, door de toestand waarin het schip verkeerde op dat moment, onbereikbaar was en dat er mede door een tekort aan mankracht bijna 24 uur nodig was om de Prestige vast te maken aan de sleepboten,

L.

overwegende dat alle betrokkenen van meet af aan van oordeel waren dat de Prestige zo zwaar beschadigd was dat het schip de stormen niet zou overleven,

M.

overwegende dat het schip slechts tussen 1000 en 3000 ton olie had verloren toen de mogelijkheid nog bestond het naar een toevluchtsoord te slepen, zoals experts op de parlementaire hoorzitting hebben verklaard,

N.

overwegende dat het wegvloeien van nog meer olie zou zijn verhinderd indien het schip naar een toevluchtsoord was gesleept, en dat men zich daar had kunnen concentreren op het opvangen van de weglekkende olie, waardoor de vervuiling van de hele zone en het zinken van het schip hadden kunnen worden voorkomen,

O.

overwegende dat de Spaanse autoriteiten de opdracht gaven om het gehavende schip naar volle zee te brengen omdat ze ervan overtuigd waren dat ze dan meer tijd zouden hebben om de vervuiling te bestrijden; dat die beslissing ertoe geleid heeft dat de vervuiling zich over een veel groter geografisch gebied heeft verspreid; dat voor zover bekend de Spaanse autoriteiten, alvorens te besluiten wat te doen met de Prestige, hebben verzuimd de nodige inspecties uit te voeren om de omvang van de schade aan de romp van het schip vast te stellen,

P.

overwegende dat het besluit het schip te verwijderen werd gesteund door de meerderheid van de bewoners en instellingen van de zone waar het ongeval zich heeft voorgedaan,

Q.

overwegende dat de bergers en de kapitein daarentegen herhaaldelijk hebben verzocht om het schip naar een toevluchtsoord of haven te mogen brengen, daar zij ervan overtuigd waren dat zij dan de vervuiling zouden kunnen beperken en het schip zouden kunnen redden, en dat de Spaanse autoriteiten dit verzoek steeds hebben afgewezen,

R.

overwegende dat uit de analyse van de gebeurtenissen blijkt dat in noodgevallen alle betrokkenen, gezien de risico's die dergelijke situaties voor personen, goederen en het milieu inhouden, onder zware tijdsdruk en in moeilijke omstandigheden beslissingen moeten nemen die verstrekkende gevolgen kunnen hebben voor de economie en de ecologie; dat het dus erg belangrijk is dat de bevoegde autoriteiten over een gemeenschappelijk actieprotocol, duidelijke bevelsstructuren, noodplannen en goed toegeruste toevluchtsoorden beschikken,

S.

overwegende dat het geaccumuleerde productieverlies van de visserijsector in Galicië volgens officiële statistieken de eerste 15 weken van 2003, ten opzichte van dezelfde periode in 2002, 32 miljoen EUR bedraagt, en dat in sommige havens het verlies oploopt tot 50% van de productie van vorig jaar; dat voorts de vangsten in heel Galicië nog slechts 50 à 60% bedragen van de vangsten in dezelfde periode van vorig jaar; overwegende dat in biologisch opzicht een aantal soorten en hun mariene milieu (kelpvelden) achteruit zijn gegaan,

T.

overwegende dat volgens bronnen van de Spaanse regering circa 400 soldaten die hebben deelgenomen aan de reinigingswerkzaamheden voor het verwijderen van de uit de Prestige gevloeide olie tot de maand maart van dit jaar dienden te worden verzorgd wegens diverse ziekteverschijnselen, terwijl de ziekteverschijnselen onder de bevolking en de vrijwilligers nog worden onderzocht en betrekking zouden kunnen hebben op een nog groter aantal personen,

U.

overwegende dat de kapitein van de Prestige zich op last van de Spaanse justitie beschikbaar moest houden en daarom tot spijt van het Europees Parlement niet in staat was persoonlijk deel te nemen aan de openbare hoorzitting en betreurende dat de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) bij deze gelegenheid evenmin vertegenwoordigd was,

1.

roept de Conferentie van voorzitters op een gunstig gevolg te geven aan eventuele verzoeken tot oprichting van een tijdelijke commissie, die zich na een uitvoerige analyse nader moet buigen over de oorzaken en gevolgen van de ramp met de Prestige, die meer in het algemeen een evaluatie moet opmaken van de in de zeevaart gangbare veiligheidsnormen en de naleving van de EU-wetgeving, die moet toezien op de toepassing van de in deze resolutie vervatte aanbevelingen en eventueel noodzakelijk geachte maatregelen moet voorstellen, teneinde een herhaling van de ramp met de Prestige en de gevolgen daarvan te voorkomen;

2.

verzoekt de Commissie het Parlement en het publiek in het algemeen te informeren over nieuwe uitkomsten van onderzoeken naar de oorzaken en omstandigheden van de ramp met de Prestige, de door de lidstaten goedgekeurde en ten uitvoer gelegde plannen om de olie uit het wrak te pompen en een einde te maken aan het voortdurend wegvloeien van vervuilende olie, financiële compensatie van alle gedupeerden, herstel van alle getroffen economische activiteiten en herstel van milieuschade in de getroffen regio's;

3.

spreekt zijn bewondering uit voor de buitengewone inspanningen van de zeelieden en hun organisaties en vrijwilligers in Galicië en de andere getroffen landen, die doorslaggevend waren om te verhinderen dat de olie in de kreken kwam en om het immense schoonmaakkarwei op stranden en rotsen tot een goed einde te brengen;

4.

constateert dat deze schipbreuk gelukkig geen mensenlevens heeft gekost, want de regeling voor veiligheid op zee heeft namelijk in de eerste plaats tot doel het verlies van mensenlevens te voorkomen,

5.

is van mening dat prioriteit dient te worden gegeven enerzijds aan het garanderen van de veiligheid van de mensen op zee omdat ingeval van een ernstig ongeval op zee altijd moet worden getracht de bemanning op te sporen en te redden, en anderzijds aan de bescherming van hun bronnen van bestaan en de visbestanden;

6.

verlangt dat de ballasttankplaat aan stuurboord die voor de schipbreuk in de golven is verdwenen, naar de oppervlakte wordt gehaald en onderzocht om de kwaliteit van het staal en het laswerk na te gaan,

7.

betreurt het dat bijna een jaar na de schipbreuk zich nog ruim 14 000 ton zware stookolie in het nog steeds lekkende wrak bevindt; uit in dit verband zijn ongerustheid over het gebrek aan transparantie bij de besluiten en procedures die totnogtoe zijn getroffen en die niet hebben kunnen voorkomen dat steeds opnieuw olievlekken de Atlantische kusten bereiken; roept de Raad, de Commissie en het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA) op de Spaanse autoriteiten met alle beschikbare technische middelen te helpen de lekken te dichten en het wrak te bergen; verzoekt de Commissie regelmatig met informatie te komen over de wijze waarop de problemen met het wrak worden aangepakt; dringt erop aan dat de opgevangen olieresten worden verwerkt en opgeslagen op een passende en voldoende beschermde plaats; verlangt in dat verband dat wordt geïnventariseerd op welke plaatsen langs de communautaire kusten olie uit eerdere olierampen is opgeslagen, dat de betrokken autoriteiten wordt gevraagd inlichtingen te verstrekken over de behandeling van de olieresten en de gebruikte verwerkingssystemen en dat er een tijdschema wordt opgesteld voor de verwijdering of behandeling van deze olie, waarbij verbranding als verwerkingsmethode alleen toegestaan is als dit gebeurt met inachtneming van de communautaire wetgeving;

Verbetering van de maritieme veiligheid op Europees niveau

8.

benadrukt dat er onder meer met de twee Erika-pakketten al belangrijke maatregelen zijn genomen om de scheepvaart in de Europese wateren veiliger te maken en dat een snelle en volledige invoering en vooral een strenge handhaving van deze regelgeving door de lidstaten dan ook voorop dient te staan; verwelkomt de Commissievoorstellen om de implementatietermijnen te verkorten;

9.

constateert dat de ramp met de Prestige duidelijk heeft aangetoond dat de opvang van schepen in nood nog onvoldoende geregeld is; roept de lidstaten op om, in samenwerking met het EMSA, tijdig en volledig invulling te geven aan de verplichtingen inzake nationale noodplannen en de aanwijzing van toevluchtsoorden, waarbij de lidstaten onder meer aangeven onder welke omstandigheden zij het gebruik van toevluchtsoorden verplicht stellen , en hun de nodige middelen worden verschaft voor de uitvoering van de respectieve noodplannen;

10.

roept de Commissie op om reeds vóór februari 2004 te komen met voorstellen voor financiële compensatie voor toevluchtsoorden en te bestuderen of het mogelijk is een financiële-aansprakelijkheidsregeling in te voeren voor havens die weigeren toegang te verlenen aan schepen in nood;

11.

benadrukt dat iedere lidstaat dient te beschikken over een duidelijke besluitvormings- en bevelsstructuur bij maritieme noodsituaties en over een onafhankelijke autoriteit die beschikt over de nodige juridische , financiële en technische zeggenschap om in noodgevallen beslissingen met een dwingend karakter te nemen binnen de territoriale wateren en de exclusieve economische zone;

12.

verzoekt de Commissie om het EMSA een inventarisatie te laten maken van de verschillende bevelsstructuren en bevoegde autoriteiten bij maritieme noodsituaties (zoals de Franse Préfecture maritime en de Britse Secretary of State Representative) en met aanbevelingen te komen voor de uitwisseling van „optimale methoden”, de bevordering van samenwerking tussen de lidstaten en de introductie van Europese richtsnoeren of minimumeisen op dit punt;

13.

acht het van groot belang dat er specifieke noodplannen worden opgesteld voor de zones met een druk scheepvaartverkeer, waarbij de autoriteiten van de betrokken regio's de nodige autonomie krijgen om op te treden in geval van ernstige incidenten;

14.

wenst dat de Europese Unie via de Commissie voorziet in een structuur voor coördinatie en actie in noodsituaties, waarbij de Europese hulp onmiddellijk wordt verleend;

15.

is ingenomen met het voorstel van de Commissie om het EMSA te voorzien van reinigingsschepen met bijbehorende technische apparatuur;

16.

roept de Raad en de Commissie op in het kader van de IMO stappen te ondernemen met het oog op de instelling van verplichte zeevaartroutes en van zogenaamde verkeersscheidingszones in ecologisch kwetsbare en moeilijk te bevaren gebieden, onder gebruikmaking van de daarmee in de lidstaten opgedane ervaringen, en daarover verslag uit te brengen aan het Parlement;

17.

roept de Commissie op om zo spoedig mogelijk een voorstel voor te leggen aan de Raad en het Parlement om te waarborgen dat als motorbrandstof meegevoerde bunkerolie in nieuwe schepen eveneens wordt opgeslagen in veiliger, dubbelwandige tanks, daar vracht- of containerschepen vaak zware stookolie (HFO) als motorbrandstof in hun reservoirs vervoeren, waarvan de omvang de capaciteit van kleinere olietankers aanzienlijk kan overtreffen;

18.

is zich ervan bewust dat defensievraagstukken onder de exclusieve bevoegdheid van de afzonderlijke lidstaten vallen, doch dringt er bij hen toch op aan enkelwandige tankers en andere schepen die op grond van de communautaire wetgeving uit de Europese wateren zouden moeten worden geweerd, uit hun militaire vloten te verwijderen;

19.

verzoekt de lidstaten doeltreffende controle uit te oefenen op het illegaal reinigen van het onderruim van schepen in volle zee, aangezien dit een van de voornaamste oorzaken van vervuiling is;

20.

verwelkomt het initiatief van de sector om olietankers te verplichten om 24 uur op 24 gedekt te zijn door een Emergency Response System dat in geval van nood bijstand kan verlenen bij het evalueren van de toestand van het schip en ervoor zorgt dat de toestand van het schip gestabiliseerd wordt; stelt voor om dit initiatief uit te breiden tot alle schepen die gevaarlijke of vervuilende goederen vervoeren;

21.

neemt kennis van het feit dat dubbelwandige schepen specifieke veiligheidsrisico's hebben (corrosie, metaalmoeheid, gevaar voor explosie, sterkte van de wanden, risico's bij aanvaring); vraagt de Commissie om het EMSA dit dringend nader te laten onderzoeken en maatregelen voor te stellen om de risico's tot een minimum terug te brengen;

22.

verlangt eveneens dat de EU de bouw van dubbelwandige schepen op Europese werven stimuleert en dat deze compenserende maatregel zo veel mogelijk ten goede komt aan de regio's die te lijden hebben gehad onder ongelukken bij het vervoer over zee van gevaarlijke goederen;

23.

verzoekt de lidstaten op het verkeer van schepen die gevaarlijke en vervuilende goederen vervoeren binnen 200 mijl van hun kustlijn een nauwgezette controle en toezicht uit te oefenen; maakt zich echter zorgen over de beslissing van een aantal lidstaten om deze schepen uit de 200-mijlszone voor hun kust te weren; vreest dat deze schepen hierdoor te ver van de kust zullen moeten varen en dat er derhalve een groot risico bestaat voor de bemanning en voor het milieu ingeval het schip in nood komt te verkeren (storm of averij); verzoekt de lidstaten daarbij tevens te voorzien in de nodige technische reddingsmiddelen, teneinde de bemanning bijstand te kunnen verlenen en het mariene milieu te beschermen;

24.

wenst dat het verbod op het binnenlopen van havens of het voor anker gaan op ankerplaatsen in de EU voor enkelwandige schepen die zware stookolie of, in het algemeen, gevaarlijke goederen vervoeren, wordt uitgebreid, op basis van specifieke wetgeving van de Europese Unie, tot schepen die op doorreis door communautaire wateren varen;

25.

steunt het voorstel van de Commissie een gecoördineerde actie van de lidstaten te beginnen om te bekijken welke verschillende formules het mogelijk moeten maken maatregelen te nemen ter bescherming van hun kustwateren, vooral de territoriale wateren en de exclusieve economische zone, tegen schepen die een bedreiging vormen voor het zeemilieu, door de kustlanden te verplichten de toegang tot hun kustwateren te ontzeggen aan schepen die duidelijk een gevaar inhouden voor het milieu en die zich niet houden aan de meest elementaire veiligheidsvoorschriften;

26.

vraagt de Commissie te bevorderen dat verkeersbegeleidings- en scheepsrouteringssystemen gebruik maken van de nieuwste satelliet- en transpondertechnologieën die het mogelijk maken schepen nauwkeurig en op grote afstand te volgen, en daarbij gebruik te maken van de ontwikkeling van het Galileo-project en de GMES-diensten;

27.

verzoekt de Commissie en de lidstaten om binnen de IMO de wenselijkheid te onderzoeken van aanvullende technische eisen voor alle schepen die gevaarlijke goederen vervoeren, om de veiligheid te verbeteren, in het bijzonder de verplichte aanwezigheid van een noodsleepinstallatie, of middelen voor de onmiddellijke bestrijding van kleinschalige vervuiling; alsmede een jaarlijkse inspectie binnenin van alle ballasttanks bij schepen die meer dan 15 jaar oud zijn;

28.

verwelkomt de positieve houding van de Commissie ten opzichte van de fiscale maatregelen die bepaalde lidstaten genomen hebben om het terugvlaggen naar Europese vlag te bevorderen; verzoekt de lidstaten met klem te zorgen voor voldoende administratieve capaciteit om het terugvlaggen en een strenge vlagstaatcontrole mogelijk te maken; roept de Commissie en de lidstaten op om de vorming van een Europees scheepsregister opnieuw in overweging te nemen;

29.

verzoekt de Commissie zo spoedig mogelijk met een voorstel te komen ter versterking van de havenstaatcontroles door verkorting van de periodes tussen de inspecties van schepen met een groter risico, door uitbreiding van de rapportagevereisten voor loodsen tot schepen in transito langs de kust van Europa en door toepassing van een streefcijfer van 25% (te inspecteren schepen) in elke haven met een „significant zeevaartverkeer” en niet op basis van een op nationale schaal berekend gemiddelde; is van mening dat de definitie van „significant zeevaartverkeer” gebaseerd zou moeten zijn op zowel het volume van het verkeer als de hoeveelheid gevaarlijke en vervuilende vracht die wordt vervoerd; verzoekt de lidstaten de nodige middelen voor deze havenstaatcontroles ter beschikking te stellen en derhalve het aantal inspecteurs uit te breiden en de nodige stappen te ondernemen met betrekking tot hun arbeidsomstandigheden en uitrusting;

30.

meent dat ook het probleem van een gemeenschappelijke taal voor de communicatie op zee moet worden aangepakt; meent dat de door de IMO ontwikkelde „gestandaardiseerde woordenlijst” verbeterd moet worden en dat in dit verband de IMO zou kunnen zorgen voor de verspreiding van op het werk afgestemde voorlichtingsvideo's aan boord van schepen, hetgeen door sommige scheepseigenaars reeds wordt gedaan;

31.

is verheugd over het voorstel voor een richtlijn inzake de verontreiniging vanaf schepen en de invoering van sancties, inclusief strafrechtelijke sancties (COM(2003) 92), aangezien illegale lozingen verantwoordelijk zijn voor de meeste vervuiling van de zee;

32.

is bezorgd over de toenemende criminalisering van zeevarenden en de schade die deze aanricht aan het imago van het maritieme beroep;

33.

betreurt het feit dat kapitein Mangouras behandeld is als een misdadiger terwijl hij niet verantwoordelijk is voor de averij die zijn schip opliep; roept de Spaanse gerechtelijke autoriteiten op om de voorwaarden voor het huisarrest van de kapitein van de Prestige op te heffen;

34.

dringt aan op de oprichting van een Europese kustwacht die over de nodige bevoegdheden en instrumenten beschikt om niet alleen voor een strenge controle en strafrechtelijke vervolging van illegale lozingen van schepen en inachtneming van bepaalde scheepvaartroutes te zorgen, maar in de eerste plaats voor een zo snel mogelijke coördinatie van de noodzakelijke maatregelen in geval van een schipbreuk, waaronder de aanwijzing van noodankerplaatsen en noodhavens;

35.

stelt vast dat het onderzoek naar ongevallen en incidenten op zee nu gebeurt door de vlaggenstaat van het betrokken schip en de kuststaat; vindt het met het oog op het voorkomen van andere ongevallen en incidenten noodzakelijk dat er binnen de Unie duidelijke richtsnoeren worden uitgewerkt voor het verrichten van een onafhankelijk onderzoek naar ongevallen en incidenten op zee; is van mening dat dit de taak moet zijn van een onafhankelijk onderzoeksorgaan op het niveau van de lidstaten of, indien wenselijk, op Europees niveau;

Verbetering van de maritieme veiligheid op mondiaal niveau

36.

roept de lidstaten op de Unie te laten toetreden tot de IMO en de Commissie een mandaat te verlenen om namens de Unie te kunnen onderhandelen in IMO-verband;

37.

roept de Commissie en de lidstaten op zich in te spannen voor afspraken in IMO-verband over de wereldwijde geleidelijke eliminatie van enkelwandige tankers middels een wijziging van het MARPOLVerdrag;

38.

verzoekt de Commissie en de lidstaten alles in het werk te stellen om een akkoord binnen de IMO te bereiken over een internationale publiekrechtelijke overeenkomst inzake toevluchtsplaatsen,

39.

verzoekt de Commissie en de lidstaten om binnen de IMO het classificatieregime van schepen tegen het licht te houden en strengere eisen te stellen aan de informatieverstrekking door scheepseigenaren aan de classificatiemaatschappij over gewijzigd gebruik van het schip;

40.

benadrukt nogmaals de noodzaak om op internationaal en communautair niveau te voorzien in mechanismen voor zeer grondige technische inspectie, die een betrouwbaar beeld opleveren van de feitelijke conditie waarin de schepen zich bevinden;

41.

pleit voor een aanpassing in interpretatie en toepassing van de paragrafen van de VN-wetgeving inzake de vrijheid van de zeevaart in de exclusieve economische zone en in open zee, waardoor kuststaten zouden kunnen optreden tegen schepen die een bedreiging vormen voor het milieu en de maritieme veiligheid;

42.

roept de Commissie en de lidstaten op om in de IMO te komen tot invoering van: verplichte scheepvaartroutes en beperking van scheepvaart in bijzonder gevoelige gebieden ter bescherming van de kusten; een verplichte vlagstaatauditprocedure gericht op de bestrijding van schepen onder goedkope vlag en strengere eisen voor havenstaatcontrole;

43.

onderstreept het belang van goede communicatie, vooral in noodsituaties, tussen schepen, bergingsploegen en autoriteiten aan de wal; pleit daarom voor een voldoende kennis van het Engels in de scheepvaart;

Economische aspecten

44.

bepleit een vergroting van het aandeel van de scheepseigenaren in de financiële aansprakelijkheid door middel van een wijziging binnen de IMO van de bepalingen betreffende de internationale regeling voor schadeloosstelling en aansprakelijkheid; roept in het geval dit niet slaagt de Commissie op een voorstel te doen voor een systeem van schadevergoeding en aansprakelijkheid voor de uitgebreide Europese Unie;

45.

dringt aan op volledige toepassing van het beginsel „de vervuiler betaalt” in het mariene milieu door een systeem van strafrechtelijke aansprakelijkheid om de verantwoordelijken voor incidenten te bestraffen, en door het verder ontwikkelen overeenkomstig het beginsel „de vervuiler betaalt” van een internationaal compensatiefonds om de kustgemeenschappen schadeloos te stellen en het herstel van het milieu te financieren; dit fonds zou moeten worden gefinancierd door de gehele transportketen (vlagstaten, bevrachters, eigenaren van de lading en scheepseigenaren) en zou moeten bestaan uit twee subfondsen, een voor het vervoer van koolwaterstoffen en een ander voor het vervoer van overige gevaarlijke stoffen;

46.

verwelkomt het IMO-besluit om het plafond van het IOPC-Fonds (International Oil Pollution Compensation Fund) te verhogen tot een maximum van ongeveer EUR 1 miljard schadevergoeding per ongeval; roept de lidstaten op het betreffende protocol zo spoedig mogelijk te ratificeren; vraagt de Commissie en de Raad erop toe te zien dat de slachtoffers van de Prestige zo snel mogelijk volledig schadeloos worden gesteld;

47.

verlangt dat de Europese Unie snel overeenstemming bereikt over een verhoging van het verzekeringsplafond in de maritieme vervoersketen en daarbij de nodige lessen trekt uit de ervaringen met wetgeving in de VS na de schipbreuk van de Exxon Valdez; meent dat dit besluit van de EU tot de noodzakelijke verandering zal leiden van de vigerende voorschriften van de Internationale Maritieme Organisatie die alle zeeën en landen en in het bijzonder de ontwikkelingslanden ten goede komt;

48.

verzoekt de Commissie op korte en lange termijn de nodige voorzieningen te treffen om een oplossing te vinden voor de problemen in de diverse sectoren van de economie die sociale en economische schade hebben geleden en waartoe — afgezien van de sectoren toerisme, visserij en schaal- en schelpdierenvisserij — ook andere economische sectoren moeten worden gerekend zoals de conservenindustrie, de handel, het vervoer, reparatie- en onderhoudswerkplaatsen, het cateringwezen, enz.; is van mening dat deze steun zich ook moet uitstrekken tot maatregelen ter stimulering van het particulier initiatief en promotiecampagnes, zodra wordt vastgesteld dat het milieu zich volledig van de schade heeft hersteld;

49.

is van mening dat de manoevreerbaarheid van grote tankers in gevaarlijke situaties duidelijk vergroot kan worden door een krachtige noodaandrijving, waardoor een dreigende averij vermeden kan worden; wijst op reeds bestaande noodaandrijvingsconcepten in de Europese scheepsbouwtechniek en verzoekt de Commissie in dit verband de uitrusting van schepen met een krachtige noodaandrijving te bevorderen en te versnellen;

50.

verzoekt de Raad en de Commissie de steun uit hoofde van Verordening (EG) nr. 2372/2002 van de Raad van 20 december 2002 (3) voor mensen en bedrijven in de Spaanse sectoren van de visserij, schelpdierkweek en aquacultuur, te handhaven voor al diegenen die nog steeds de gevolgen van deze scheepsramp ondervinden, met name de meest rechtstreeks hierdoor getroffen personen en bedrijven; verzoekt voorts de Commissie een voorstel in te dienen voor de Franse regio's, naar het voorbeeld van het voorstel dat is ingediend met betrekking tot de aangetaste Spaanse kustzones;

51.

verlangt dat alle hieraan gerelateerde communautaire fondsen en technische middelen worden gemobiliseerd en dat een netwerk wordt opgezet voor het uitwisselen van ervaringen op het gebied van olievervuiling; verzoekt de Commissie het Parlement op de hoogte te stellen van de mogelijke herprogrammeringen van de structuurfondsen en van het Cohesiefonds die eventueel voor de periode 2000-2006 noodzakelijk zijn om steun te verstrekken aan de gebieden die zijn getroffen door de ramp met de Prestige; beveelt aan snel tot een dergelijke herprogrammering over te gaan en deze zowel te bestemmen voor herstel van het milieu in de kustgebieden als voor herstel van de economische schade die is toegebracht aan de getroffen sectoren;

52.

is van oordeel dat grote rampen in het zeevervoer, zoals die met de Prestige, gedekt zouden moeten worden door het Europese solidariteitsfonds voor natuurrampen of een specifiek fonds voor steun bij ernstige milieurampen;

53.

verzoekt de Commissie in het werkprogramma voor 2004 van het zesde kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling, ook onderzoek op te nemen met het oog op het opzetten van noodhulpplannen voor allerlei soorten risico's en rampen langs de communautaire kusten, het ontwerpen en bouwen van met hoogwaardige technologie uitgeruste schepen voor het opvangen en zuiveren van vervuilende stoffen op zee, en de bevordering van nieuwe milieuzuiverings- en afvalverwerkingstechnieken;

54.

verzoekt de Commissie om, een jaar na de schipbreuk van de Prestige, een evaluatieverslag op te stellen over het effect van de communautaire maatregelen die zijn genomen om de gevolgen van deze ramp te verzachten, en hierbij bijzondere aandacht te schenken aan het herstel van de milieuschade en de steun aan de getroffen visserijsectoren en industriële sectoren;

Milieuaspecten

55.

benadrukt de noodzaak tot berging van gevaarlijke scheepswrakken in Europese wateren met het oog op de maritieme veiligheid en het milieu; roept de Commissie op onderzoek hiernaar te stimuleren;

56.

wijst erop dat de versnelde geleidelijke eliminatie van enkelwandige schepen zal leiden tot een aanzienlijke uitbreiding van het aantal voor de sloop bestemde schepen; pleit in het belang van de volksgezondheid en het milieu voor IMO-richtsnoeren inzake onder meer de voorbereiding van schepen voor recyclage, vermindering van afval en van het gebruik van riskante materialen, en bevordering van internationale samenwerking op dit terrein;

57.

verzoekt de Commissie om, in aansluiting op de door de IMO uit te werken richtsnoeren en aan de hand van een kosten-batenanalyse met een voorstel te komen tot vaststelling van minimale milieu- en gezondheidseisen voor hergebruik van slooprijpe vaartuigen op basis van een certificeringsregeling;

58.

stelt vast dat vanuit het oogpunt van volksgezondheid geen enkel gegeven is vrijgegeven over de gezondheidsrisico's waaraan mensen hebben blootgestaan als zij rechtstreeks of indirect met de vervuiling afkomstig van de Prestige te maken hebben gehad, en betreurt het dat kostbare tijd verloren gaat bij het verkrijgen van gegevens over de gevolgen van de vervuiling voor de bevolking;

59.

dringt bij de Commissie aan op aanpassing van de Europese richtlijnen inzake zware zwavelhoudende stookolie nr. 2 — waarvan het gebruik in de EU verboden is, maar die wel geproduceerd en vervoerd wordt in Europa en via zijn havens, en die naar andere landen wordt geëxporteerd voor energiedoeleinden; eist derhalve een verbod op de productie van dit type koolwaterstof;

60.

dringt erop aan dat de negatieve ecologische gevolgen voor de in Natura 2000 voorgestelde gebieden en voor de gebieden van ecologisch belang die zich bevinden in de regio die getroffen is door de olieramp, geëvalueerd worden en dat er maatregelen worden getroffen om de aangerichte schade te herstellen; eist dat de voorgestelde Natura 2000-gebieden onmiddellijk worden goedgekeurd;

61.

verzoekt dat spoedig de naleving wordt afgedwongen van Richtlijn 92/43/EEG (habitatrichtlijn) (4) met betrekking tot de ecologisch waardevolle zones in de relevante maritieme gebieden van de EU en dat deze zones onmiddellijk worden opgenomen in het Natura 2000-netwerk;

62.

herinnert eraan dat in een groot aantal communautaire havens de uitrusting op het gebied van installaties voor het vergaren en behandelen van het afval ontbreekt; verzoekt in verband hiermee dat via een Europees plan wordt voorzien in de nodige infrastructuur voor de ontgassing en reiniging van de schepen in de communautaire havens, waarbij deze havens de capaciteit moeten hebben om verschillende grote moeilijkheden tegelijk het hoofd te bieden;

63.

dringt erop aan dat de EU lid wordt van de IMO, dat de lidstaten het HSN-verdrag („hazardous and noxious substances”) van 1996 over gevaarlijke stoffen ratificeren en dat het VN-Verdrag over het internationaal zeerecht (Verdrag van Montego Bay) met betrekking tot „de veiligheid op zee en bescherming van het mariene milieu” wordt aangescherpt, en met name deel XII;

64.

eist dat er Europees onderzoek wordt verricht naar de ontwikkeling en het herstel van ecosystemen, alsmede een epidemiologische studie naar populaties die worden blootgesteld aan olie, zodat gegevens kunnen worden verkregen over de gevolgen voor de gezondheid op korte termijn (conjunctivitis, hoofdpijn, aandoeningen aan de luchtwegen) en op middellange en lange termijn (effecten die in een later stadium kunnen optreden als gevolg van chronische blootstelling aan potentieel giftige stoffen);

65.

verzoekt de Commissie voorzorgsmaatregelen voor te stellen ter voorkoming van alle vormen van vervuiling in de havens, die de aantasting van het mariene milieu sterk verergert en schadelijk is voor de gezondheid van het betrokken personeel;

66.

verzoekt om een betere coördinatie, die efficiënter en sneller is, ter bescherming van de wilde fauna in geval van een scheepsramp; is van mening dat een infrastructuur voor de behandeling van dieren, strenge normen en gestructureerde netwerken van ervaren organisaties moeten worden ingesteld;

67.

eist dat de verenigingen die ervaring hebben met het schoonmaken van dieren die het slachtoffer zijn geworden van vervuiling, financiële middelen ontvangen om deze taken te kunnen uitvoeren;

68.

stelt de oprichting voor van een communautair archief voor olierampen (historische gegevens, studies, gedane metingen), dat een bijgewerkt gegevensbestand vormt, en dat gemakkelijk toegankelijk is voor alle instellingen en individuen;

Sociale aspecten

69.

onderstreept het belang van gekwalificeerde zeevarenden en roept de lidstaten op bij havenstaatcontroles in het bijzonder te controleren of de bemanning over de juiste kwalificaties en erkenningen beschikt; vraagt tevens dat hun opleiding en hun leef- en werkomstandigheden worden verbeterd, hetgeen ten goede zal komen aan de veiligheid op zee; verzoekt de Commissie met aandrang de harmonisatie en herwaardering van dit beroep op Europees niveau te bevorderen;

70.

verzoekt de Commissie bij het opstellen van regels voor veiligheid op zee rekening te houden met de veiligheid van de bemanning bij eventuele reddingstaken en bij ongelukken;

71.

herinnert eraan dat de opleiding inzake veiligheid en gezondheid op de werkvloer moet worden onderbouwd door een permanente actie ter bevordering van een preventiecultuur die rekening houdt met de specifieke risico's van dit bedrijf, de demografische structuur van de zeevarenden en het feit dat een schip een „thuis” is — dit alles in de geest van de Europese strategie voor gezondheid op de werkplek 2002-2006;

72.

verzoekt de Commissie en de lidstaten om zich erop te beraden hoe zij — binnen hun bevoegdheden en in het kader van de internationale organisaties — zorg kunnen dragen voor de noodzakelijke diepgaande transformatie van de internationale rechtsorde op maritiem gebied, opdat deze vanuit het oogpunt van veiligheid en gezondheid van de werknemers aan de eisen van het moderne zeevervoer beantwoordt;

73.

is verheugd over het initiatief van particuliere ondernemingen om werkgelegenheid te creëren in de getroffen gebieden zoals de Costa da Morte, een van de zwaarst getroffen zones van de kust van Galicië;

Visserijaspecten

74.

stelt vast dat in de sector visserij en aquacultuur werkzame personen het meest rechtstreeks getroffen worden door de vervuiling van de zee omdat hun bron van inkomsten rechtstreeks wordt aangetast en dit een aanzienlijke inkomstenderving voor deze personen betekent;

75.

benadrukt en prijst de grote inzet en motivatie waarvan de in de sector visserij en aquacultuur werkzame personen blijk hebben gegeven in hun strijd tegen de vervuiling, waarbij zij, op eigen initiatief en met hun eigen gereedschap werkend, zich als een opmerkelijk effectieve vervuilingsbestrijdingsvloot hebben gemanifesteerd; spreekt ook zijn hartelijke dank uit aan de vele vrijwilligers uit heel Europa voor de inspanningen die zij zich getroost hebben bij de reiniging;

76.

verzoekt de Commissie een programma te financieren dat het mogelijk maakt de bijdrage van de mensen in de sectoren visserij en aquacultuur aan het behoud van het mariene milieu bij eventuele toekomstige rampen beter te mobiliseren, doordat zij op grond van de opgedane ervaringen de beschikking krijgen over betere middelen hiervoor;

77.

vestigt daarom nogmaals de aandacht op het verzoek dat het EP gedaan heeft in zijn bovenvermelde resoluties van 21 november 2002 en 19 december 2002 om Europese scheepsvaart- en visserijzones in te stellen, die als kwetsbaar moeten worden gekwalificeerd vanwege de rijkdom van hun vis- en schelpdierbestanden en de sterke mate waarin de bevolking van die gebieden van deze natuurlijke hulpbronnen afhankelijk is, zoals in het geval van Galicië;

78.

verlangt dat bij de opstelling van de lijst van uitwijkhavens rekening wordt gehouden met de gebieden waar visserij en aquacultuur worden bedreven;

79.

wenst dat de vervuilingsbestrijdingsvloten van vissers voortaan deel uitmaken van de noodplannen, opdat de vissers volledig betrokken worden bij de vervuilingsbestrijding en erkenning krijgen als doelmatige en gemotiveerde deelnemers daaraan;

*

* *

80.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  P5_TA(2002)0575.

(2)  P5_TA(2002)0629.

(3)  PB L 358 van 31.12.2002, blz. 81.

(4)  PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7.