3.4.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 84/546


(2004/C 84 E/0623)

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0198/04

van Sebastiano Musumeci (UEN) aan de Commissie

(22 januari 2004)

Betreft:   Instelling van een communautair orgaan voor de studie van onbekende atmosferische verschijnselen

Al heel lang wordt wereldwijd geregeld melding gemaakt van onbekende atmosferische verschijnselen.

Enkele daarvan vallen onder de categorie UFO's. Zij zorgen meestal voor heel wat commotie en voeden tot nu toe ongegronde theorieën over het bestaan van buitenaardse wezens.

Wij menen dat de ernstige studies die de laatste tijd zijn uitgevoerd door diverse Europese ruimte- en onderzoekcentra alle aandacht van de Commissie zouden moeten krijgen; het betreft immers verschijnselen die verder reiken dan de nationale bevoegdheidssfeer van de lidstaten.

Acht de Commissie het niet aangewezen om het onderzoek naar en de voorlichting over onbekende atmosferische verschijnselen in de Europese Gemeenschap te bevorderen en te coördineren en, waar mogelijk, die taken te delegeren aan een gespecialiseerd orgaan met jarenlange ervaring als de SEPRA (Service d'Expertise des Phénomènes Rares Aérospatiaux) van Toulouse of het Europees Ruimteagentschap?

Antwoord van de heer Busquin namens de Commissie

(1 maart 2004)

Naar aanleiding van een uitvoerige raadplegingsprocedure in verband met de ontwikkeling van het Europees ruimtevaartbeleid („Groenboek”) (1) heeft de Commissie in december 2003 een Witboek aangenomen genaamd „De ruimtevaart: een nieuwe Europese grens voor een uitbreidende Unie” (2).

In het Witboek, dat in nauwe samenwerking met de wetenschappelijke gemeenschap en het Europees Ruimteagentschap tot stand is gekomen, wordt een actieplan beschreven voor de tenuitvoerlegging van het toekomstig Europees ruimtevaartbeleid. De maatregelen die de Commissie aanbeveelt ter versterking van de rol die Europa speelt in de ruimtewetenschap worden in paragraaf 4.2 uiteengezet.

Op 28 januari 2004 was de Commissie in de gelegenheid enkele van deze kwesties aan de orde te stellen in haar mondelinge antwoord op mondelinge vraag O-84/03, tijdens de zitting van het Parlement van januari 2004 (3) over de inhoud van het Witboek.

Eén specifieke activiteit die wellicht van bijzonder belang is voor het geachte parlementslid, betreft een maatregel die onlangs is genomen in verband met het zesde kaderprogramma voor onderzoek (4). Deze maatregel is erop gericht de samenwerking tussen de Europese nationale instellingen voor onderzoeksfinanciering en de nationale onderzoeksorganisaties te bevorderen. Hieronder valt ook een opdracht die specifiek gericht is op Europees onderzoek naar solair-terrestrische en atmosferische verschijnselen. Deze inspanning moet bijdragen tot een beter begrip van atmosferische verschijnselen en het aanbieden van ruimteweerdiensten.


(1)  COM(2003)17 def.

(2)  COM(2003)673 def.

(3)  Mondeling antwoord van 28.1.2004.

(4)  Specifieke steunmaatregel: Collaborative Research Programmes Scheme (Eurocores) van de Europese Stichting voor Wetenschappen.