8.4.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 88/113


(2004/C 88 E/0119)

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2759/03

van Fernando Fernández Martín (PPE-DE) aan de Commissie

(16 september 2003)

Betreft:   Methode ter berekening van de financiële bijstand aan traditionele ACS- leveranciers van bananen

In het kader van de maatregelen voor technische en financiële steun aan ACS-leveranciers van bananen worden de jaarlijkse cijfers voor financiële steun aan elk land door de Commissie vastgesteld aan de hand van een berekeningsmethode die rekening houdt met het vastgestelde verschil in concurrentievermogen tussen ontvangende ACS-landen en andere derde landen die bananen leveren, en met het belang dat de bananenteelt in de economie van het betrokken land heeft (Verordening van de Commissie nr. 1609/1999 (1)).

De Commissie meet het concurrentievermogen van de hand van het verschil tussen de gemiddelde cif-prijs (kosten, verzekering, vracht) van bananen uit een derde land en de gemiddelde prijs van bananen van elk ACS-land aan de grenzen van de Europese Unie. Deze cijfers worden door Eurostat erkend. De gegevens worden ontleend aan de douaneverklaringen van importeurs in de lidstaten. Helaas blijkt dat de cijfers niet beantwoorden aan een uniforme definitie, met ernstige fouten als gevolg.

Zelfs bananen uit een zelfde plaats van oorsprong hebben in elke lidstaat een sterk verschillende cif-waarde, terwijl in andere lidstaten alle bananen dezelfde cif-waarde hebben. Door dit gebrek aan harmonisatie hanteert de Commissie een inadequaat instrument om het concurrentievermogen van de bananen leverende ACS-landen te meten, waardoor grote bedragen aan door de Raad en het Parlement gewenste steun teloor gaan.

Kan de Europese Commissie toelichten wat het vastgestelde verband is tussen de marktwaarde van bananen en het concurrentievermogen? Zou het concurrentievermogen van de bananen geen doeltreffender maatstaf zijn als de kosten van de productie van bananen in aanmerking werden genomen? Kan Commissie verzekeren dat zij het concurrentievermogen van bananen uit ACS-landen zal meten aan de hand van de reële cif-prijs (kosten, verzekering, vracht) en niet vastgesteld op grond van de marktprijs, en overweegt zij alles in het werk te stellen om de vastgestelde onbillijkheid weg te nemen?

Antwoord van de heer Nielson namens de Commissie

(21 oktober 2003)

Zoals de geachte Afgevaardigde terecht opmerkt, worden de individuele hoeveelheden die jaarlijks aan elke traditionele bananenleverancier uit Staten in Afrika, het Caraïbische gebied en het gebied van de Stille Oceaan (ACS) worden toegewezen, berekend overeenkomstig de criteria van Verordening (EG) nr. 1609/1999 van de Commissie (2). Met name de cif-prijs (kosten, verzekering en vracht) uit de statistieken van Eurostat wordt gebruikt als referentiepunt voor de meting van het verschil in concurrentievermogen tussen de leveranciers uit de ACS-landen en die uit derde landen. Die cijfers worden, indien voorhanden, verzameld door de douaneautoriteiten van elke lidstaat, overeenkomstig de in de aangifte voor het vrije verkeer aangegeven waarden. Aangezien voor bananen geen ad-valoremrechten gelden, worden de waarden aangegeven voor statistische en BTW-doeleinden en zijn zij gebaseerd op de douanewaarde, overeenkomstig het bepaalde in artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1917/2000 van de Commissie (3). De mogelijke variaties in de statistische waarden die in verschillende lidstaten worden genoteerd, zijn hoogstwaarschijnlijk het gevolg van variaties van de betrokken gegevens waarover de administraties beschikken bij gebrek aan cif-prijzen voor de goederen. Bij het in het vrije verkeer brengen van de goederen is de werkelijke prijs namelijk niet altijd beschikbaar. Weliswaar moeten de inspanningen om uiteindelijk tot volledige harmonisatie te komen worden voortgezet, maar de verschillende praktijken zijn in overeenstemming met de geldende bepalingen.

Aangezien de Commissie de criteria uniform en eerlijk toepast, verwerpt zij de kritiek dat „grote bedragen aan steun teloor gaan”.

Wat de mogelijke metingen van het concurrentievermogen van bananen betreft, zijn er wellicht betere referentiepunten te vinden dan de cif-prijzen. De geachte Afgevaardigde noemt de productiekosten als het meest geschikte instrument. Ten tijde van de opstelling van de verordening van de Commissie zijn er echter geen andere gegevens gevonden die tegelijk aan alle criteria, namelijk beschikbaarheid, betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid, voldeden, en dat geldt tot op de dag van vandaag.


(1)  PB L 190 van 23.7.1999, blz. 14.

(2)  Verordening (EG) nr. 1609/1999 van de Commissie van 22 juli 1999 tot vaststelling van gedetailleerde bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 856/1999 van de Raad tot instelling van een bijzondere kaderregeling voor bijstand ten behoeve van de traditionele ACS- leveranciers van bananen, PB L 190 van 23.7.1999.

(3)  Verordening (EG) nr. 1917/2000 van de Commissie van 7 september 2000 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1172/95 van de Raad wat de statistiek van de buitenlandse handel betreft, PB L 229 van 9.9.2000.