92003E1524

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1524/03 van Erik Meijer (GUE/NGL) aan de Commissie. Verplichte premiebetaling voor gezondheidsvoorzieningen in een andere lidstaat dan die waar men woont en de voorzieningen gebruikt.

Publicatieblad Nr. 280 E van 21/11/2003 blz. 0161 - 0163


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1524/03

van Erik Meijer (GUE/NGL) aan de Commissie

(6 mei 2003)

Betreft: Verplichte premiebetaling voor gezondheidsvoorzieningen in een andere lidstaat dan die waar men woont en de voorzieningen gebruikt

1. Is het de Commissie bekend dat de vrijheid van personenverkeer en van vestiging ertoe geleid heeft dat veel personen die voor hun inkomen niet meer afhankelijk zijn van een woonplaats in hun land van herkomst, waaronder veel gepensioneerden, zich vestigen in zonnige en recreatief aantrekkelijke gebieden zoals de Spaanse kuststreken?

2. Leidt deze vestiging van nieuwkomers ertoe dat een naar verhouding veel te zwaar beroep wordt gedaan op de Spaanse Seguridad Social, die met weinig dokters en faciliteiten moet voorzien in de behoeften van plaatselijke inwoners met een laag inkomen, zodat daar toenemende wachtlijsten ontstaan?

3. Kan de Commissie bevestigen dat EU-Verordening (EEG) nr. 1408/71(1) personen met een pensioen of een sociale uitkering uit de lidstaat van herkomst verplicht om in die staat premies te betalen voor het recht op gebruik van gezondheidsvoorzieningen in een andere lidstaat, waar zij hun woonplaats hebben gekozen? Betekent dit dat mensen verplicht worden om te betalen voor een veel ruimer of veel krapper voorzieningenpakket dan beschikbaar is in de lidstaat waar zij

verblijven, zodat er geen enkele evenredigheid bestaat tussen de hoogte van de premie en de omvang van de daardoor verkregen rechten? In hoeverre is dit te rijmen met het principe dat personen binnen de EU geen nadeel mogen ondervinden van het uitgangspunt van vrij verkeer van personen en vrijheid van vestiging?

4. Wat zijn de gevolgen als in Nederland een deel van de voorzieningen die in dat land nu nog vallen onder de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) wordt overgeheveld naar het ziekenfonds, waardoor de resterende AWBZ-premie dan alleen of hoofdzakelijk is verschuldigd voor voorzieningen die niet in het woonland Spanje worden aangeboden? Is het dan niet beter als zij in Spanje voor zulke aanvullende voorzieningen betalen in plaats van in Nederland?

5. Wat onderneemt de Commissie om te bewerkstelligen dat de druk van buitenlandse ingezetenen op de Spaanse Segurid Social niet te groot wordt en dat geen grote groep verzekerden ontstaat die permanent klaagt over hoge premies en beperkte voorzieningen?

(1) PB L 149 van 5.7.1971, blz. 2.

Antwoord van mevrouw Diamantopoulou namens de Commissie

(6 juni 2003)

De Commissie deelt het geachte parlementslid mee dat bij gebrek aan harmonisatie van de socialezekerheidsstelsels op Europees niveau Verordening (EEG) nr. 1408/71(1) een coördinatie van de nationale socialezekerheidsstelsels tot stand heeft gebracht om de personen die zich binnen de Unie verplaatsen in staat te stellen onder de beste voorwaarden sociale bescherming te genieten.

Verordening (EEG) nr. 1408/71 voorziet met name in bepalingen die het mogelijk maken dat personen die verblijven op het grondgebied van een andere lidstaat dan de staat van verzekering er geneeskundige verzorging kunnen krijgen.

Over het algemeen bepalen de beginselen van Verordening (EEG) nr. 1408/71 dat de gezondheidszorg wordt verstrekt volgens de wetgeving van de lidstaat waar de betrokkene verblijft en verzorging ontvangt alsof hij in dit land was verzekerd. Een dergelijk stelsel maakt het mogelijk te zorgen voor de gelijke behandeling van de personen die op het grondgebied van een lidstaat verblijven. Een gepensioneerde die in een andere lidstaat verblijft dan de staat die het pensioen uitkeert komt bijgevolg in aanmerking voor geneeskundige verzorging in de staat van verblijf volgens de wetgeving van deze lidstaat, alsof hij daar verzekerd was. Om geneeskundige verzorging te krijgen in de staat van verblijf laat de gepensioneerde zich inschrijven bij de instelling van het land van verblijf door middel van een formulier dat bevestigt dat hij recht op geneeskundige verzorging heeft. Zodra hij bij de instelling van het land van verblijf is ingeschreven, kan hij door de autoriteiten van de staat van verblijf in aanmerking worden genomen bij de planning van de nodige geneeskundige middelen.

Verordening (EEG) nr. 1408/71 bevat ook bepalingen tot vaststelling van de instelling die opkomt voor de kosten van de aan een gepensioneerde verstrekte zorg. Met name als de gepensioneerde een pensioen ontvangt van een enkele lidstaat die verschilt van de lidstaat op het grondgebied waarvan hij verblijft, is het de instelling van de staat die het pensioen uitkeert die opkomt voor de kosten van de gezondheidszorg. De verordening stelt de wijze vast waarop de rekeningen tussen de instellingen worden voldaan: de instelling van de lidstaat van verblijf ontvangt van de instelling van de staat die het pensioen uitkeert een vast bedrag (thans 80 % van wat een gepensioneerde in de staat van verblijf jaarlijks en gemiddeld kost) ter dekking van de gehele gezondheidszorg die aan de gepensioneerde wordt verstrekt.

Als tegenprestatie bepaalt de verordening dat de instelling die opkomt voor de kosten van de gezondheidszorg op het door haar verschuldigde pensioen de eventueel door de wet vastgestelde premies kan inhouden.

De toepassing van deze regels kan er effectief toe leiden dat in bepaalde situaties een gepensioneerde vrij hoge sociale premies betaalt ten opzichte van de prestaties waarop hij aanspraak kan maken in de staat van verblijf, waarbij het natuurlijk ook mogelijk is dat zich de tegenovergestelde situatie voordoet.

De Commissie kan het geachte parlementslid meedelen dat men een gedeeltelijke oplossing van dit probleem heeft kunnen vinden in het kader van de onderhandelingen over het voorstel tot vereenvoudiging en modernisering van Verordening (EEG) nr. 1408/71(2). Tijdens zijn vergadering van 3 december 2002 is de Raad tot een akkoord gekomen over een algemene

oriëntatie voor het hoofdstuk betreffende ziekte en moederschap. In het kader van dit akkoord wordt erin voorzien dat de gepensioneerde ook gezondheidszorg kan ontvangen in het land waar zich de instelling bevindt die opkomt voor de gezondheidszorg van de gepensioneerde (en waaraan hij eventueel sociale premies betaalt), op voorwaarde dat deze lidstaat voor deze oplossing heeft gekozen en voorkomt in een speciale bijlage bij deze verordening.

(1) Verordening (EEG) nr. 1408/71 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 118/97 van de Raad van 2 december 1996, PB L 28 van 30.1.1997.

(2) Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, PB C 38 van 12.2.1999.