92003E0923

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0923/03 van Florence Kuntz (EDD) aan de Commissie. Het project voor een spoorverbinding Lyon-Turijn staat op losse schroeven.

Publicatieblad Nr. 268 E van 07/11/2003 blz. 0160 - 0161


SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0923/03

van Florence Kuntz (EDD) aan de Commissie

(18 maart 2003)

Betreft: Het project voor een spoorverbinding Lyon-Turijn staat op losse schroeven

Op verzoek van de Franse regering heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de vervoersinfrastructuur, waarin de spoorverbinding Lyon-Turijn wordt aangevochten.

Aangezien alles erop wijst dat deze verbinding van fundamenteel belang is voor een vlotte doorstroming van het verkeer tussen Noord- en Zuid-Europa en gezien het feit dat de verbindingen door de Alpen verzadigd en kwetsbaar zijn, betekent dit een ernstige bedreiging voor de economische ontwikkeling van diverse regio's. Genoemd project heeft ook tot doel de milieugevolgen van het verkeer te verminderen door middel van rail-wegvervoer.

Dit project zou medegefinancierd moeten worden door de Europese Unie, die 50 % van de voorbereidende studies en waarschijnlijk 20 % van de tenuitvoerlegging voor haar rekening zou nemen op een totaal budget van 13 miljard euro.

Kan de Commissie bevestigen dat zij dit project steunt en medefinanciert en kan zij mededelen hoe groot haar financiële bijdrage zal zijn?

Antwoord van mevrouw de Palacio namens de Commissie

(10 april 2003)

De Commissie heeft herhaaldelijk en met name in haar Witboek Het Europese vervoersbeleid tot het jaar 2010: tijd om te kiezen(1) duidelijk gesteld dat zij dit prioritaire project zo spoedig mogelijk gerealiseerd wil zien. Het project vormt een essentieel onderdeel van de ontwikkeling van het trans-Europese vervoersnetwerk en zal bijdragen tot het herstel van het evenwicht van de verkeersstroom door de Alpen ten voordele van het spoor. Door de aanstaande uitbreiding naar het Oosten neemt het belang ervan bovendien toe. Het belang dat de Commissie eraan hecht komt tot uitdrukking in de steun die zij heeft gegeven voor de studies voor zowel de nationale als de internationale trajecten waaruit het project bestaat.

Uit de middelen voor het trans-Europese vervoersnetwerk is de steun voor het project voor de periode 1992-2000 op de volgende wijze verdeeld(2):

- 42 miljoen euro is gebruikt voor de financiering van de technische studies met betrekking tot het internationale traject, of ongeveer 45 % van de effectief vastgestelde kosten, en daarmee is de Gemeenschap de voornaamste financier van dit gedeelte van het project;

- 16,5 miljoen euro was bestemd voor studies voor het traject Lyon-Montmélian;

- 27,5 miljoen euro is gegaan naar studies over en werken aan de toegangslijnen aan Italiaanse zijde en het knooppunt van Turijn.

In het kader van het indicatief meerjarenprogramma (IMP) van de begroting voor het trans-Europese vervoersnetwerk heeft de Commissie voor de periode 2001-2006 de volgende bedragen uitgetrokken:

- op een totaal bedrag van 371 miljoen euro is 100 miljoen euro bestemd voor de voltooiing van het studieprogramma over het internationale traject;

- 12 miljoen euro extra wordt uitgetrokken voor studies over en werken aan het traject Lyon-Montmélian;

- tenslotte wordt 29 miljoen euro uitgetrokken voor studies over en werken aan het knooppunt van Turijn en de toekomstige ringweg voor vrachtvervoer.

De Gemeenschapssteun is dus met name voor de studiefase aanzienlijk(3). Rekening houdend met de complexiteit en de kosten van de realisatie van het project Lyon-Turijn, heeft de Commissie ook voorgesteld het maximale communautaire aandeel in de financiering van de werken te verhogen tot 20 % (in plaats van de door de huidige verordening voorziene 10 %) voor grensoverschrijdende spoorwegprojecten die natuurlijke grenzen overschrijden. Na het advies in eerste lezing van het Parlement van juli 2002, is het gewijzigde voorstel(4) nog steeds in behandeling bij de Raad, zodat het niet mogelijk is een datum te noemen waarop het aandeel van 20 % effectief zal worden toegekend.

(1) COM(2001) 370 def.

(2) Afgeronde getallen.

(3) Ter nadere informatie: in vergelijking met het bedrag dat werd genoemd in Verordening (EG) nr. 1655/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 1999, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2236/95 van de Raad tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van Trans-Europese netwerken, PB L 197 van 29.7.1999, bedraagt het totaalbedrag voor de TEN-T voor de periode 2000-2006 4 170 miljoen euro.

(4) COM(2003) 38 def.