6.2.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 33/88


(2004/C 33 E/084)

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0852/03

van Christos Folias (PPE-DE) aan de Commissie

(20 maart 2003)

Betreft:   Overheidsopdrachten voor levering

Artikel 7, lid 2 van de Griekse wet 2955/2001 voorziet in de mogelijkheid van leveranties zonder dat de betrokken instantie verplicht is haar jaarlijkse behoeften te plannen, een overeenkomst te sluiten of een procedure te volgen teneinde te kunnen vaststellen welk materiaal het meest geschikt is voor de patiënt. Tevens wordt daarin toegestaan een bindende maximumprijs vast te stellen, hetgeen de mededinging beperkt. Ter toepassing van bovengenoemde wet werd een gemeenschappelijk ministerieel besluit (DY6a/G.P./73754 van 24.7.2002, publicatieblad van de regering 984/31-7-02) uitgevaardigd. Daarin komen echter geen technische gegevens voor ter definiëring van de producten. Deze worden als onderling niet vergelijkbaar omschreven. Hele categorieën van producten worden als onderling niet vergelijkbaar beschreven. Tevens wordt het beginsel gehanteerd dat elke fabrikant per definitie producten vervaardigt die niet vergelijkbaar zijn met die van andere fabrikanten, en wordt overheidsinstanties de mogelijkheid geboden naar eigen goeddunken besluiten te nemen over leveranties, zonder overeenkomsten te sluiten en zonder hun jaarlijkse behoeften te bepalen, noch qua inhoud noch qua hoeveelheid.

Stroken de Griekse wet 2955/2001 en het ministerieel besluit ter toepassing van deze wet met het EU-recht inzake overheidsopdrachten voor leveranties en meer in het bijzonder met richtlijn 93/36/EEG (1)? Zo nee, welke maatregelen denkt de Commissie te nemen om volledige toepassing van bovengenoemde richtlijn in Griekenland af te dwingen en wanneer?

Aanvullend antwoord van de heer Bolkestein namens de Commissie

(31 juli 2003)

De Commissie heeft inderdaad de Griekse wet nr. 2955/2001 ontvangen, evenals het bijbehorende ministerieel toepassingsbesluit (2). Na een eerste onderzoek blijkt dat deze bepalingen mogelijk niet in overeenstemming zijn met de bepalingen van Richtlijn 93/36/CEE (3).

De Commissie heeft zopas een klacht over hetzelfde onderwerp ontvangen. In die klacht wordt blijkbaar een vollediger beeld gegeven van de wijze waarop de Griekse wetgeving wordt toegepast op leveringen aan ziekenhuizen.

De Commissie zal de omvangrijke documenten die ze bij die gelegenheid heeft ontvangen onderzoeken en zal zich in het kader van die klacht tot de Griekse autoriteiten wenden om hun standpunt te kennen over zowel de verklaringen van de klager als de analyse van de Commissie in deze zaak.


(1)  PB L 199 van 9.8.1993.

(2)  DY6a/GP/73754/24-7-02/FEK 984/31-7-02.

(3)  Richtlijn 93/36/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen, PB L 199 van 9.8.1993.