13.3.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 65/22


(2004/C 65 E/023)

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0260/03

van Giovanni Pittella (PSE) aan de Commissie

(29 januari 2003)

Betreft:   „Verenigbare” projecten

In verordening (EG) nr. 1260/1999 (1) wordt bepaald dat de versterking van het cohesiebeleid, ondersteund door de Structuurfondsen, erop gericht moet zijn de verschillen tussen de ontwikkelingsniveaus van de onderscheiden regio's en de achterstand van de minst begunstigde regio's of eilanden te verkleinen. Tevens moet de gedecentraliseerde uitvoering van de acties van de Structuurfondsen door de lidstaten gepaard gaan met de nodige garanties inzake de wijze en de kwaliteit van uitvoering, inzake de resultaten en de evaluatie daarvan. De verwezenlijking van deze doelstellingen wordt gewaarborgd door de naleving van enkele beginselen (programmering, concentratie, integratie, additionaliteit), die het bestaan van een Europees cohesiebeleid rechtvaardigen.

Sinds 2002 is de regel van automatische annulering van kracht en voor wat betreft Italië, hebben de door de Italiaanse regio's vóór 31 december 2002 ingediende uitgavendeclaraties soms voor 70 à 80 % betrekking op de zogeheten „nevenprojecten” of „met de programma's samenhangende projecten”.

Kan de Commissie antwoord geven op de volgende vragen:

Kan de Commissie voor elk Italiaans programma van doelstelling 1 en voor elk Structuurfonds exact meedelen hoe groot het deel van de bij de Commissie gedeclareerde uitgaven is dat betrekking heeft op projecten die niet geselecteerd zijn op basis van een krachtens de NOP's en ROP's uitgeschreven aanbesteding, en kan zij meedelen of de met deze projecten samenhangende uitgaven toch vergoed worden krachtens het EFRO, het ESF, het EOGFL en het FIOV?

Welke programma-aanvullingen zijn gewijzigd teneinde, met terugwerkende kracht, de bedragen te rechtvaardigen die reeds buiten het kader van de operationele programma's besteed zijn, enkel en alleen om de regel van de automatische annulering te omzeilen, en is de Commissie voornemens deze praktijken te aanvaarden?

Is de Commissie voornemens na te gaan hoe de fondsen aangewend zullen worden die mogelijk vrijgemaakt zijn middels „samenhangende” projecten en, zo dit het geval is, welke beperkingen zal zij opleggen?

Brengen de regio's door op zo'n grote schaal projecten uit te voeren die geselecteerd zijn op basis van aanbestedingen die niet uitgeschreven zijn ter uitvoering van de bepalingen van de door de Commissie goedgekeurde programma's, de verwezenlijking van de in het Communautair Bestek van Italië voor doelstelling 1 bepaalde ontwikkelingsdoelstellingen niet in gevaar? Is dit bovendien niet in strijd is met de communautaire wetgeving inzake additionaliteit, partnerschap, programmering en voorlichting en worden de doelstellingen en de samenhang van het cohesiebeleid hierdoor niet tenietgedaan?


(1)  PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1.