SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0210/03 van Christine De Veyrac (PPE-DE) aan de Commissie. Communautair initiatiefprogramma URBAN II.
Publicatieblad Nr. 222 E van 18/09/2003 blz. 0164 - 0164
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0210/03 van Christine De Veyrac (PPE-DE) aan de Commissie (3 februari 2003) Betreft: Communautair initiatiefprogramma URBAN II In de bij het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999(1) gevoegde verklaring inzake het URBAN-initiatief wordt bepaald dat, door aanwending van het flexibiliteitsinstrument, een bedrag van maximaal 200 miljoen euro toegekend kan worden aan het URBAN II-programma. Is de Commissie voornemens deze reserve in het kader van het volgende begrotingsjaar aan te spreken? (1) PB C 172 van 18.6.1999, blz. 21. Antwoord van de heer Barnier namens de Commissie (4 maart 2003) Het communautair initiatief URBAN II was niet voorzien ten tijde van de goedkeuring van de financiƫle vooruitzichten van Berlijn in 1999. Dit initiatief kwam tot stand in 2000, met name op initiatief van het Parlement, en wordt bekostigd met een deel van de kredieten afkomstig uit het oorspronkelijk voor de innovatieve acties voorziene budget. De door het geachte parlementslid genoemde verklaring betreffende het initiatief URBAN luidt als volgt: Gezien de vermindering van het met het initiatief URBAN verband houdende budget voor de innovatieve acties, komen de instellingen overeen te onderzoeken of het mogelijk is daaraan een bedrag tot een beloop van 200 miljoen euro toe te kennen door mobilisering van het flexibiliteitsinstrument in de loop van de jaren 2000-2006. Volgens de Commissie verwijst de door het geachte parlementslid in zijn schriftelijke vraag genoemde verklaring naar de eventuele terugbetaling van 200 miljoen euro op het voor de innovatieve acties voorziene budget. Er zijn dus geen plannen om het flexibiliteitsinstrument in te zetten voor het communautair initiatief URBAN.