SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0080/03

van Encarnación Redondo Jiménez (PPE-DE) aan de Commissie

(23 januari 2003)

Betreft: Agronomisch onderzoek van de tabaksteelt

Bij verordening (EG) nr. 546/2002(1) van de Raad tot wijziging van de gemeenschappelijke marktordening in de tabakssector (verordening (EG) nr. 2075/92(2)), wordt de financiering van het agronomisch onderzoek door het Gemeenschapsfonds voor tabak afgeschaft. In het verslag-Cunha (A5-0065/2002), dat het Europees Parlement op 14 maart 2002 goedkeurde, werd gevraagd om de versterking van het agronomisch onderzoek om de tabaksproductie in sterkere mate te richten op voor de volksgezondheid minder schadelijke, beter aan de marktomstandigheden aangepaste en milieuvriendelijkere tabakssoorten en teelt- en droogmethoden, alsmede de ontwikkeling van alternatieve toepassingen van ruwe tabak.

Gezien het belang van onderzoeksprogramma's die tot doel hebben de communautaire tabaksproductie meer te concentreren op de minst schadelijke tabakssoorten en de beste kwaliteiten, en om het reeds verrichte werk voort te zetten en de reeds ontwikkelde synergieën te behouden, beval de Commissie de door deze wijziging in het Gemeenschapsfonds getroffen sectoren aan beroep te doen op fondsen in het kader van het onderzoeksbeleid van het Directoraat-generaal Onderzoek.

Uit het zesde kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling, dat van 11 tot 13 november werd voorgesteld, blijkt niet duidelijk via welke wegen onderzoeksprojecten betreffende de tabaksteelt kunnen worden gefinancierd.

Kan de Commissie aangeven welke de financieringsmogelijkheden zijn voor projecten voor agronomisch onderzoek van tabak binnen het zesde kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling? Kan de Commissie verzekeren dat bij de selectie van de projecten voor agronomisch onderzoek, projecten op het gebied van de tabaksteelt een gelijke behandeling zullen krijgen?

(1) PB L 84 van 28.3.2002, blz. 4.

(2) PB L 215 van 30.7.1992, blz. 70.

Antwoord van de heer Busquin namens de Commissie

(26 februari 2003)

De communautaire financiering van onderzoeksprojecten is uitsluitend gebaseerd op meerjaarlijkse kaderprogramma's, die door het Parlement en de Raad samen worden vastgesteld. Het zesde kaderprogramma voor onderzoek 2002-2006, waarin de onderzoeksprioriteiten voor de komende vier jaar zijn vastgelegd, vloeit voort uit de prioriteiten die door het Parlement en de Raad op voorstel van de Commissie zijn vastgesteld.

Bij de prioriteitenbepaling zijn zeven thematische prioriteiten omschreven. Geen van deze prioriteiten behoort exclusief tot een of andere wetenschappelijke sector. Landbouwwetenschappen kunnen voor zover mogelijk aan alle thematische prioriteiten bijdragen, in het bijzonder aan de prioriteiten 5 (Voedselkwaliteit en -veiligheid) en 6 (Duurzame ontwikkeling, veranderingen in het aardsysteem en ecosystemen) en aan wetenschappelijke beleidsondersteuning. Interdisciplinair onderzoek is noodzakelijk om aan de eisen te voldoen. Agronomisch onderzoek naar tabak is geen speficieke prioriteit.

In een oproep tot het indienen van kennisgevingen van belangstelling werd de wetenschappelijke gemeenschap uitgenodigd de prioriteiten verder aan te scherpen. Tegen de indieningstermijn van juli 2002 waren meer dan 10 000 kennisgevingen van belangstelling ontvangen, die met de steun van eminente wetenschappers uit Europa en daarbuiten zijn geëvalueerd. Zo konden de werkprogramma's worden opgezet, alsook de daarop volgende uitnodiging tot het indienen van voorstellen, die op 17 december 2002 is gepubliceerd.

De Commissie kan het geachte parlementslid garanderen dat alle ontvangen voorstellen voor onderzoeksprojecten, die behoren tot de onderzoeksprioriteiten van het door het Parlement en de Raad vastgestelde zesde kaderprogramma, een gelijke behandeling zullen krijgen.