92002E3914

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3914/02 van Juan Naranjo Escobar (PPE-DE) aan de Raad. Europol.

Publicatieblad Nr. 222 E van 18/09/2003 blz. 0127 - 0128


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3914/02

van Juan Naranjo Escobar (PPE-DE) aan de Raad

(14 januari 2003)

Betreft: Europol

Op lijn B5-822 van de EU-begroting voor 2002 is een bedrag van 5 miljoen euro (p.m.) uitgetrokken om Europol de middelen te geven om de acties van de lidstaten ter bestrijding van het terrorisme te versterken en te coördineren en de totstandkoming van een crisiscentrum en communicatiesystemen te financieren. Dit krediet is opgenomen in het hoofdstuk B0-40 (voorzieningen) in afwachting van de goedkeuring van de rechtsgrondslag die voor het eerst de financiering van een activiteit van Europol via de begroting van de Europese Unie mogelijk zou maken.

Op basis van door Europol verstrekte begrotingscijfers heeft de Commissie op 31 juli 2002 een voorstel voor een besluit van de Raad ingediend dat voorziet in een bedrag van 3 038 600 EUR.

Op 8 oktober 2002, twee maanden later dus, besloot de Raad het Europees Parlement te raadplegen. Om te zorgen dat de Raad het voorstel nog voor het eind van het jaar zou kunnen aannemen en het in de begroting 2002 uitgetrokken bedrag niet zou vervallen, maar overgedragen kon worden naar de begroting 2003, heeft het Parlement in zijn wetgevingsresolutie van 5 december 2002 onverwijld zijn goedkeuring gehecht aan het Commissievoorstel en het voorstel doorgezonden naar de Raad, zodat deze het tijdig zou kunnen aannemen.

Om welke redenen heeft de Raad het voorstel voor een besluit van de Commissie nog niet aangenomen?

Betekent het feit dat de Raad toestaat dat de kredieten komen te vervallen, dat de Raad meent dat de voorgestelde middelen niet nodig zijn, ondanks de ramingen van Europol?

Heeft de Raad bij het nemen van zijn besluit rekening gehouden met de meningen van Europol, de Europese Commissie en vooral het Europees Parlement over deze kwestie? Wat is de mening van de Raad over het unanieme standpunt van het Parlement om een deel van de gemeenschapsbegroting te bestemmen voor de financiering van bepaalde Europol-activiteiten?

Antwoord

(5 en 6 mei 2003)

De Raad stelt het geachte parlementslid ervan in kennis dat het voorstel voor de totstandbrenging van een rechtsgrondslag om communautaire subsidies aan Europol mogelijk te maken binnen de Raad is besproken. Enkele delegaties waren van mening dat het voorstel een poging was om af te wijken van het in de Europol-Overeenkomst neergelegde beginsel, namelijk dat de begroting van Europol uit de bijdragen van de lidstaten wordt gefinancierd, en niet ten laste komt van de begroting van de Europese Gemeenschappen.

Zij waren van oordeel dat wijziging van dit beginsel een wijziging zou vereisen van artikel 35 van de Europol-Overeenkomst.

Tegen deze achtergrond kon de Raad geen overeenstemming bereiken over het voorstel van de Commissie voor een besluit van de Raad betreffende de financiering van bepaalde activiteiten van Europol in het kader van de samenwerking inzake terrorismebestrijding.