92002E3217

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3217/02 van Arlene McCarthy (PSE) aan de Commissie. Mededingingsbeleid en organisaties voor collectief beheer.

Publicatieblad Nr. 242 E van 09/10/2003 blz. 0049 - 0050


SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3217/02

van Arlene McCarthy (PSE) aan de Commissie

(7 november 2002)

Betreft: Mededingingsbeleid en organisaties voor collectief beheer

In het mededingingsbeleid van de EU wordt de rol van organisaties voor collectief beheer van auteursrechten bij de waarborging van de rechten en belangen van hun leden erkend. Meent de Commissie in het geval van BIEM (Bureau international des sociétés gérant les droits d'enregistrement et de reproduction mécanique) echter niet dat deze organisatie misbruik maakt van een machtspositie door andere royaltytarieven op EU-niveau vast te stellen dan deze die zowel in Japan als in het Verenigd Koninkrijk gelden?

Vindt de Commissie ook niet dat zulke exclusieve rechten op het beheer van auteursrechten gebruikt worden op een manier die de mededinging beperkt en bijdraagt tot oneerlijke handelspraktijken, en dat deze rechten nadelig zijn voor de consument?

Wat is de Commissie voornemens te ondernemen om zulke praktijken bij BIEM te onderzoeken?

Stemt de Commissie ermee in dat met het oog op de technologische en commerciële ontwikkelingen met name op het vlak van digitale distributie de praktijken en handelingen van organisaties voor collectief beheer transparanter moeten worden gemaakt om, in overeenstemming met het mededingingsbeleid van de EU, de oorsprong, de bestemming en het doel van de geheven auteursrechten vast te stellen?

Antwoord van de heer Monti namens de Commissie

(9 december 2002)

De toepassing van verschillende percentages binnen de Unie vormt slechts een misbruik van een machtspositie in de zin van artikel 82 van het EG-Verdrag indien de hoogste percentages als buitensporig worden beschouwd of indien de verschillen niet op objectieve gronden kunnen worden gerechtvaardigd. Het is dus niet mogelijk misbruik van een machtspositie op algemene en abstracte wijze vast te stellen op grond van het bestaan van verschillende percentages, zonder dat de specifieke elementen van de zaak in aanmerking worden genomen. Zoals het Hof van Justitie in de zaken Tournier en Lucazeau heeft gesteld, moet artikel 82 (voorheen: 86) EG-Verdrag aldus worden uitgelegd, dat een nationaal auteursrechtenbureau met een machtspositie op een wezenlijk deel van de gemeenschappelijke

markt onbillijke contractuele voorwaarden oplegt wanneer de royalty' s die het aan discotheken in rekening brengt, aanzienlijk hoger zijn dan die welke in andere lidstaten worden verlangd, voor zover de vergelijking van de tariefniveaus op homogene grondslag heeft plaatsgevonden. Dit zou anders zijn, indien het betrokken bureau dat onderscheid kan rechtvaardigen op basis van objectieve en relevante verschillen tussen het beheer van de auteursrechten in de betrokken lidstaat en het beheer ervan in de andere lidstaten.

De Commissie heeft net als het Hof van Justitie in het verleden in een aantal concrete gevallen bepaalde gedragingen van maatschappijen voor collectief auteursrechtenbeheer concurrentieverstorend bevonden. Daarnaast is ook algemeen aanvaard dat de betrokken ondernemingen een belangrijke rol spelen bij het beheer van auteursrechten en aanverwante rechten, met name omdat zij in staat zijn om hun leden en de gebruikers een één-loketmechanisme aan te bieden, dat de toegang tot beschermde werken en andere beschermde voorwerpen aanzienlijk vergemakkelijkt. Bijgevolg kan niet worden gesteld dat de activiteit van maatschappijen voor collectief auteursrechtenbeheer op zich concurrentiebeperkend is. Een dergelijke conclusie is slechts mogelijk na een onderzoek in verband met een concrete afspraak of gedraging.

De Commissie heeft niet ambtshalve een onderzoek ingesteld inzake BIEM. Recent heeft zij evenwel een tegen BIEM gerichte klacht ontvangen. Het onderzoek bevindt zich momenteel nog in de eerste fase en de Commissie heeft ten aanzien van de klacht nog geen standpunt ingenomen.

De Commissie meent dat, met name in het licht van de technologische en commerciële ontwikkeling inzake digitale verspreiding, de praktijken van maatschappijen voor collectief auteursrechtenbeheer met betrekking tot de exploitatie van auteursrechten en aanverwante rechten op internet transparant moeten zijn. Dit standpunt is duidelijk geformuleerd in de recente beschikking inzake Simulcasting (zaak COMP/C2/38 104). De tekst van deze beschikking is beschikbaar op de website van de Commissie: http://europa.eu.int/comm/competition/antitrust/cases/decisions/38014/en.pdf.

Aangezien de mededingingsaspecten nauw samenhangen met de regels van de interne markt wenst de Commissie het geachte parlementslid er bovendien op te wijzen, dat zij reeds meerdere jaren de kwestie van het beheer van intellectuele eigendomsrechten en met name het collectief beheer onderzoekt. Zij meent dat het collectief beheer in de interne markt doelmatig moet zijn en bereidt daarom momenteel een mededeling betreffende het beheer van intellectuele eigendomsrechten voor. Deze mededeling zal een overzicht geven van de situatie in de sector, van de gerezen vragen en van de mogelijke antwoorden.