92002E2527

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2527/02 van Giles Chichester (PPE-DE) aan de Commissie. Kerncentrale van Kozlodui.

Publicatieblad Nr. 268 E van 07/11/2003 blz. 0012 - 0013


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2527/02

van Giles Chichester (PPE-DE) aan de Commissie

(11 september 2002)

Betreft: Kerncentrale van Kozlodui

Het is van belang om de veiligheid van kerninstallaties te waarborgen, en een ingewikkeld samenspel van factoren kan tot sluiting van een kerncentrale leiden, met omvangrijke gevolgen, vooral in de kandidaat-lidstaten. Kan de Europese Commissie daarom uitleggen waarom ze de conclusies van de internationale organisatie voor atoomenergie AIEA bij de beoordeling van de productie-eenheden 1 tot 4 van de kerncentrale van Kozlodui naast zich neerlegt? Heeft ze zelf andere criteria aangelegd als de AIEA? Waarom? Wat zijn dan eventueel die criteria? Wie heeft ze vastgelegd? Wie heeft er het besluit genomen om gebruik te maken van andere criteria, en wanneer? Berust het besluit van de Europese Commissie op deskundigenrapporten van de AIEA? Zo nee, waarom niet? Wie gaat er de kwalificaties van de deskundigen na? Welke werkplaatsen hebben de deskundigen bezocht? Hoelang? Uit welke begrotingspost zijn de honorariums van de deskundigen betaald, en wie heeft er toestemming voor gegeven?

Gecombineerd Antwoordvan de heer Verheugen namens de Commissieop de schritftelijke vragen E-2527/02 en P-2718/02

(29 oktober 2002)

In antwoord op de vraag van het geachte parlementslid wijst de Commissie erop dat de G7-werkgroep voor nucleaire veiligheid bepaalde reactortypes, namelijk RBMK en VVER 440/230, heeft gekwalificeerd als tekortschietend op het gebied van ontwerpeigenschappen op het gebied van veiligheid, die leiden tot afwijkingen die niet geheel kunnen worden overwonnen door modernisering.

De Commissie wijst erop dat Bulgarije in een in 1999 ondertekende overeenkomst zich ertoe heeft verbonden de eenheden 1 en 2 van de kerncentrale Kozloduy vroegtijdig te sluiten tegen eind 2002, en eenheden 3 en 4 eerder te sluiten dan in respectievelijk 2008 en 2010, zoals oorspronkelijk gepland. De Commissie gaat ervan uit dat dit betekent dat zij uiterlijk in 2006 gesloten worden. De eis dat Bulgarije toezegt eenheden 1 tot 4 van de Kozloduy-centrale vroegtijdig te sluiten maakt nu deel uit van de gemeenschappelijke onderhandelingspositie van de EU over het energiehoofdstuk, dat door de lidstaten als onderhandelende partijen bij de toetredingsconferentie is vastgesteld. De Bulgaarse regering heeft onlang aangekondigd dat zij voornemens is eenheden 3 en 4 in 2006 te sluiten, overeenkomstig het gemeenschappelijk standpunt van de EU, en heeft om een peer review van deze eenheden gevraagd.

Het recente IAEA-rapport over eenheden 3 en 4 van Kozloduy volgt op een missie van IAEA-deskundigen van 24 tot 28 juni 2002. Deze missie vormde een aanvulling op drie eerdere IAEA-missies op het gebied van ontwerp en functioneren, teneinde alle eerdere aanbevelingen en suggesties voor de eenheden 3 en 4 te beoordelen, waaronder de ontwerpveiligheid, de seismische veiligheid en de operationele veiligheid. Met betrekking tot het merendeel van de operationele kwesties nam de Safety Review Mission duidelijke verbeteringen waar, waaruit blijkt dat leiding en personeel streven naar voortdurende verbetering van de operationele veiligheid. Zowel het team van de IAEA als de kerncentrale Kozloduy erkennen dat de verbetering in veel gevallen een lopend proces is en dat de huidige inzet op het gebied van modernisering ten behoeve van de veiligheid in de toekomst moet worden gehandhaafd. Het rapport doet evenwel geen uitspraak over de mate waarin de oorspronkelijke tekortkomingen van het ontwerp afdoende zijn gecompenseerd door resultaten van het moderniseringsprogramma.

De Commissie wijst er ook op dat onder auspiciƫn van de Raad in juni 2001(1) een rapport verscheen over kernveiligheid in het kader van de uitbreiding, gevolgd door een Peer Review Status-rapport in juni 2002. De details van het moderniseringsprogramma voor de kerncentrale van Kozloduy in de laatste jaren werden geƫvalueerd, en het rapport gaf aan dat het huidige programma voor verbetering van de veiligheid van eenheden 3 en 4 bij zou dragen aan het beperken van de effecten van de oorspronkelijke afwijkingen, en aan het blijvend functioneren van de eenheden tot aan hun vroegtijdige sluiting. In beide gevallen werd de situatie en de ontwikkelingen op het gebied van kernveiligheid in de kandidaat-lidstaten uitgevoerd door een ad-hoc-formatie van de groep Nucleaire kwesties van de Raad, namelijk de werkgroep kernveiligheid. De lidstaten, zoals bleek uit het rapport van de Raad over

nucleaire veiligheid in het kader van de uitbreiding, waren van mening dat deze evaluatie niet heeft geleid tot de overdracht van bevoegdheden van de lidstaten naar de Gemeenschap. In dit rapport bevestigden de deskundigen van de lidstaten de noodzaak van duidelijke toezeggingen voor de sluiting met het oog op de bestaande afwijkingen van de in de Unie gangbare normen en praktijken op het gebied van veiligheid.

(1) http://register.consilium.eu.int/pdf/en/01/st09/09181-a1en1.pdf.