SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1859/02

van Bart Staes (Verts/ALE) aan de Commissie

(28 juni 2002)

Betreft: Verantwoordelijkheden Europese regio's inzake naleving stabiliteitspact

Het stabiliteitspact van december 1996 legt de lidstaten een strenge budgettaire discipline op. Waar sommige lidstaten het moeilijk hebben om te opereren binnen deze financiële grenzen, geldt dat ongetwijfeld ook voor de regio's en deelstaten binnen de EU-lidstaten.

Erkent de Commissie dit probleem en zal zij er bij de lidstaten op aandringen maatregelen te nemen tegen deelstaten of regio's die stelselmatig meer uitgeven dan is toegelaten volgens de normen van het stabiliteitspact?

Antwoord van de heer Solbes Mira namens de Commissie

(12 augustus 2002)

Een effectieve naleving van de middellangetermijndoelstelling dat de begroting sluitend of positief moet zijn, welke de lidstaten is opgelegd bij het stabiliteits- en groeipact, hangt af van het gedrag op alle bestuursniveaus. Binnen het kader van het multilaterale toezicht als bedoeld in het EG-Verdrag en aangevuld door het stabiliteits- en groeipact, heeft de Commissie de regeringen van de lidstaten aanbevolen voor een strenge uitvoering van de begroting te zorgen op alle overheidsniveaus die erbij betrokken zijn. De Commissie volgt met belangstelling de ontwikkelingen in de lidstaten welke erop gericht zijn de begrotingsaangelegenheden te decentraliseren en tegelijk de lagere overheden verantwoordelijk te stellen voor het bereiken van de algemene begrotingsdoelstellingen. Het is echter de nationale regering die verantwoordelijk blijft voor het naleven van het Gemeenschapsrecht, en dus ook van de verplichtingen die voortvloeien uit het stabiliteits- en groeipact.