SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1622/02 van Glenys Kinnock (PSE) aan de Commissie. Onderhandelingsronde Wereldhandelsorganisatie (WTO).
Publicatieblad Nr. 137 E van 12/06/2003 blz. 0015 - 0015
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1622/02 van Glenys Kinnock (PSE) aan de Commissie (6 juni 2002) Betreft: Onderhandelingsronde Wereldhandelsorganisatie (WTO) Is de Commissie het eens met de opmerking die hooggeplaatste WTO-onderhandelaars in Genève hebben gemaakt dat 2004 als streefdatum voor voltooiing van de ronde niet gehaald wordt doordat de Verenigde Staten staaltarieven en nieuwe landbouwsubsidies hebben ingevoerd? Antwoord van de heer Lamy namens de Commissie (17 juli 2002) De Commissie is van oordeel dat de afronding van de onderhandelingen over ontwikkeling in Doha tegen eind 2004 nog steeds haalbaar is. Om deze termijn te kunnen halen is vooral de politieke bereidheid daartoe van belang. Er zitten verschillende kanten aan de invloed van de Amerikaanse staaltarieven en de Amerikaanse landbouwwet terzake. Enerzijds zullen tekenen van protectionisme van de kant van een belangrijk lid van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), op een moment dat alle WTO-leden zich in Doha plechtig op verdere handelsliberalisering hebben vastgelegd, het gevaar met zich meebrengen dat tussen de partners twijfel rijst over de bereidheid van dat lid om op sommige gebieden waarachtige onderhandelingen aan te gaan. Evenzo zal de goedkeuring van nieuwe landbouwsubsidies de onderhandelingen in de WTO over landbouw nog gecompliceerder maken aangezien dit ingaat tegen de internationale tendens om handelsverstorende steun aan de landbouw terug te dringen en het gevaar met zich meebrengt om de wereldmarkten te destabiliseren. Anderzijds moet er evenwel opnieuw aan worden herinnerd dat de DDA, de Ontwikkelingsagenda van Doha, veel meer omvat dan alleen staal en landbouw. Over het geheel genomen zijn de zakelijke belangen van de Verenigde Staten in deze onderhandelingen te veelomvattend om er van hun kant uit niet voor te kiezen de onderhandelingen serieus aan te gaan zodat zij er daarom alle belang bij hebben deze tijdig af te ronden. Meer nog, de kwesties met betrekking tot de Amerikaanse vrijwaringsmaatregelen voor staal hebben alle WTO-leden laten zien dat de marge voor WTO-leden om protectionistische, unilaterale, maatregelen te nemen, nog verder dient te worden ingekrompen en dat de DDA hiertoe de beste gelegenheid biedt. Een aantal belangrijke WTO-leden heeft, hetzij in het bestek van de Organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling (OESO), op ministerniveau op 17 en 18 juni 2002 bijeen, dan wel in het bestek van de bijeenkomst op 29 mei 2002 van de ministers van Handel van de Asia-Pacific economische samenwerking (APEC), hun politieke bereidheid bevestigd om de noodzakelijke voorwaarden voor een succesrijke vijfde ministeriële bijeenkomst te Cancùn op 10-14 september 2003 te scheppen, teneinde onderhandelingen te voeren in overeenstemming met de overeengekomen schema's en deze tegen januari 2005 af te ronden. De EU zal harerzijds in deze onderhandelingen steeds initiatieven nemen om binnen de overeengekomen termijn de DDA te kunnen afronden.