92002E1482

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-1482/02 van Massimo Carraro (PSE) aan de Raad. Madagascar.

Publicatieblad Nr. 052 E van 06/03/2003 blz. 0074 - 0075


SCHRIFTELIJKE VRAAG P-1482/02

van Massimo Carraro (PSE) aan de Raad

(22 mei 2002)

Betreft: Madagascar

Madagascar verkeert al twee maanden lang in een situatie die verdacht veel op een burgeroorlog begint te lijken, om de uitslag te verwerken van de verkiezingen van 16 december jl. die, ondanks allerlei vertroebelingen die bewerkt zijn door dictator Ratsiraka, zijn uitgelopen op een overwinning van Ravalomanana.

De internationale gemeenschap heeft het tot dusver helaas niet aangedurfd de ernst van de gebeurtenissen op Madagascar krachtig te veroordelen. Bescherming van de rechten en de beschaving is in het land echter moedig aangepakt door missionarissen, vooral die van de orde van de Ursulinen die al sedert 1960 in Madagascar werkzaam zijn.

Daarom luidt de vraag of de Raad kan meedelen wat de Europese Unie denkt te gaan doen om de democratie te herstellen en te voorkomen dat de toestand in Madagascar nog erger wordt.

De zusters Ursulinen en veel andere Europese missionarissen verrichten in Madagascar belangrijk en delicaat werk. Kan de Raad meedelen hoe de Europese Unie het werk van deze religieuzen waardeert die zich inzetten voor bescherming van de democratie en de slachtoffers van het conflict?

Antwoord

(5 november 2002)

De Europese Unie heeft de recente ontwikkelingen in Madagaskar na de presidentsverkiezingen aandachtig gevolgd. Reeds op 17 april gaf zij een eerste verklaring uit, waarin ze haar bezorgdheid over de verslechtering van de situatie in Madagaskar uitsprak en de gewelddadige gebeurtenissen en schendingen van de mensenrechten veroordeelde.

Toen de situatie in een impasse verkeerde, nam de EU met voldoening nota van het initiatief dat de OAE en de VN, met medewerking van de presidenten Wade, Kerekou, Gbagbo en Chissano, hadden genomen en dat leidde tot het akkoord dat op 18 april in Dakar door de heren Ratsiraka en Ravalomanana is ondertekend. Toen de EU vaststelde dat de uitvoering van het akkoord uitbleef en dat het geweld op het eiland weer toenam, gaf de EU in een nieuwe verklaring op 8 mei te kennen dat zij het besluit van bepaalde provinciegouverneurs om de onafhankelijkheid van hun provincies uit te roepen betreurde en zij verklaarde ervan overtuigd te zijn dat het akkoord van Dakar nog steeds het juiste kader is om tot een oplossing te komen. De Afrikaanse Unie wees er in een besluit van 9 juli 2002 met klem op dat het noodzakelijk en urgent is verkiezingen te organiseren en institutionele regelingen voor de overgang te bepalen.

De Europese Unie sprak, van haar kant, in haar verklaring van 11 juli 2002 haar steun uit voor president Ravalomanana en verklaarde zich bereid de voorbereiding van de door hem aangekondigde parlementsverkiezingen en het verzoeningsproces te ondersteunen. Zij zal voorts een aanzienlijke bijdrage leveren aan de wederopbouw van Madagaskar.

Op 26 juli 2002 nodigden de Wereldbank en de UNDP de donors uit voor een bijeenkomst in Parijs, met het oog op de bevordering van de wederopbouw van Madagaskar. De Europese Commissie nam aan deze bijeenkomst deel.