92002E0441

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0441/02 van Rosa Miguélez Ramos (PSE) aan de Commissie. Giftige stoffen in de St. Jakobsschelp.

Publicatieblad Nr. 160 E van 04/07/2002 blz. 0216 - 0217


SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0441/02

van Rosa Miguélez Ramos (PSE) aan de Commissie

(12 februari 2002)

Betreft: Giftige stoffen in de St. Jakobsschelp

De St. Jakobsschelp, een tweedelig schepdier dat zeer wordt gewaardeerd door de Europese consument, lijdt al enige jaren onder de gevolgen van een besmetting door algen die drager zijn van giftige stoffen, zoals ASP en PSP.

De Europese Commissie, die de taak heeft zorg te dragen voor de gezondheid van de consument, heeft mettertijd tolerantiegrenzen opgesteld voor de aanwezigheid van deze giftige stoffen in de eetbare delen van het schelpdier. Dit leidde tot beperkingen voor de vangst en de handel, die op het Europese grondgebied niet overal hetzelfde waren. In sommige productiegebieden werden St. Jakobsschelpen gevist en verhandeld met een hoger gehalte aan giftige stoffen dan toegestaan. In Galicië, waar ik vandaan kom, heeft de strikte toepassing van de regel de laatste zeven jaar geleid tot een totaal visverbod op dit schelpdier, hetgeen ernstige economische verliezen tot gevolg had voor de visserijsector en heeft geleid tot de ongewenste opkomst van stroperij.

Naar ik ben geïnformeerd heeft de Commissie thans besloten de regel, die te streng wordt geacht, te wijzigen en zal het Veterinair Comité op 19 februari zijn goedkeuring hechten aan een besluit dat, wanneer het is bekendgemaakt in alle lidstaten, met ingang van de maand maart van kracht zal zijn, en dat vele hogere waarden zal toestaan voor de aanwezigheid van giftige stoffen dan de huidige.

Kan de Commissie, gezien de gevolgen van dit goede bericht in Europese gebieden die in grote mate afhankelijk zijn van de visvangst, in een sector die in het bijzonder te lijden heeft onder de crisis, en tevens gezien de gunstige gevolgen hiervan voor de consument die dit product nu met meer garanties kan verkrijgen, meedelen tot hoe hoog zij de maximumgrens voor de aanwezigheid van giftige stoffen zal verhogen en voor welke delen van het schelpdier?

Kan zij tevens meedelen welke methoden zullen worden toegepast bij de desbetreffende analyses? Is de Commissie tenslotte voornemens specifieke voorlichtingscampagnes te ontwikkelen, gericht op de Europese consument, om het product weer in aanzien te doen stijgen?

Antwoord van de heer Byrne namens de Commissie

(5 maart 2002)

Richtlijn 91/492/EEG van de Raad van 15 juli 1991 stelt gezondheidsvoorschriften vast voor de productie en het in de handel brengen van levende tweekleppige weekdieren(1). In hoofdstuk V van de bijlage bij die richtlijn zijn de grenswaarden voor Paralytic Shellfish Poison (PSP) en Amnesic Shellfish Poison (ASP) vastgelegd. Volgens de richtlijn mag het totale PSP-gehalte in de eetbare delen van weekdieren niet meer dan 80 microgram per 100 gram weekdiervlees bedragen. Voor dit toxine verandert er niets.

Het APS-gehalte mag volgens de richtlijn niet meer bedragen dan 20 microgram per gram in de eetbare delen van tweekleppige weekdieren die bestemd zijn voor menselijke consumptie. Voor tweekleppige weekdieren behorende tot de soorten Pecten maximus en Pecten jacobaeus is uit wetenschappelijk onderzoek gebleken dat als de toxineconcentratie in het gehele dier tussen 20 en 250 microgram per gram ligt, bij het verzamelen van de weekdieren bepaalde voorwaarden in acht worden genomen en de hepatopancreas, weke delen en alle andere verontreinigde delen volledig worden verwijderd, de concentratie van het toxine in de voor consumptie bestemde eetbare delen doorgaans onder de wettelijke grenswaarde van 20 microgram per gram ligt. In het licht van recent wetenschappelijk onderzoek is het van belang dat op dit moment een hoger ASP-gehalte wordt toegestaan voor het verzamelen van tweekleppige weekdieren behorende tot de bovengenoemde soorten. Daarom komt er een specifieke beschikking van de Commissie die het verzamelen van tweekleppige weekdieren behorende tot de soorten Pecten maximus en Pecten jacobaeus met een hoger ASP-gehalte in het gehele dier toestaat, waarbij de wettelijke grenswaarde voor ASP in de eetbare delen wordt gehandhaafd. Pas nadat de verontreinigde delen volledig zijn verwijderd mogen deze weekdieren onder bepaalde voorwaarden in de handel worden gebracht voor menselijke consumptie.

Voor ASP wordt als analysemethode hogeprestatievloeistofchromatografie (HPLC) voorgeschreven overeenkomstig Richtlijn 91/492/EEG. Voor PSP wordt de biologische testmethode voorgeschreven, zo nodig in combinatie met een chemische methode voor het opsporen van saxitoxine overeenkomstig Richtlijn 91/492/EEG.

De Commissie is niet van plan specifieke voorlichtingscampagnes voor de Europese consument te ontwikkelen om dit product weer in aanzien te doen stijgen.

(1) PB L 268 van 24.9.1991.