92002E0303

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0303/02 van Mihail Papayannakis (GUE/NGL) aan de Commissie. Pan-Europees systeem voor het traceren van dieren.

Publicatieblad Nr. 172 E van 18/07/2002 blz. 0178 - 0179


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0303/02

van Mihail Papayannakis (GUE/NGL) aan de Commissie

(11 februari 2002)

Betreft: Pan-Europees systeem voor het traceren van dieren

De Europese Commissie heeft in het kader van het specifieke programma voor telematicatoepassingen 6 miljoen besteed aan onderzoek naar een geïntegreerd pan-Europees systeem voor veterinair toezicht. De nationale systemen voor het traceren van dieren variëren sterk in kwaliteit en mogelijkheden, en zijn niet geïntegreerd met systemen voor betaling en fraudebestrijding. Dat dieren slechts

beperkt traceerbaar zijn was ook een cruciale factor bij de verspreiding van mond- en klauwzeer in 2001. Dankzij de nieuwe technologieën kunnen dieren elektronisch worden gemerkt en gemakkelijker worden opgespoord. Wil de Commissie in deze omstandigheden de ontwikkeling van een kwalitatief hoogstaand pan-Europees systeem voor het traceren van dieren aanmoedigen?

Antwoord van de heer Byrne namens de Commissie

(27 maart 2002)

De huidige wetgeving van de Unie bevat verschillende bepalingen inzake het traceren van dieren.

Voor runderen geldt Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen en inzake de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 820/97(1) van de Raad. Die Verordening verplicht de lidstaten een gecomputeriseerd gegevensbestand op te zetten. Dit gegevensbestand moet informatie bevatten over de identiteit van alle runderen, alle bedrijven met runderen en alle verplaatsingen van deze dieren.

Voor varkens, schapen en geiten zijn bepalingen vastgelegd in Richtlijn 92/102/EEG van de Raad van 27 november 1992 met betrekking tot de identificatie en de registratie van dieren(2).

Daarnaast geldt ook Richtlijn 64/432/EEG van de Raad van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens(3), als gewijzigd bij Richtlijn 2000/15/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 april 2000(4) en Beschikking 2000/678/EG van de Commissie van 23 oktober 2000 houdende vaststelling van uitvoeringsbepalingen inzake de registratie van bedrijven in nationale gegevensbanken voor varkens, zoals bedoeld in Richtlijn 64/432/EEG van de Raad(5). Die verplicht de lidstaten een gecomputeriseerd gegevensbestand van varkens op te zetten. Dit gegevensbestand moet informatie bevatten over varkensbedrijven en verplaatsingen van varkens.

De Commissie heeft het onderzoek naar en de ontwikkeling en ingebruikname van de Eurovet software om dieren te traceren, gefinancierd. Dat systeem vergemakkelijkt de integratie van de verschillende systemen die nu gebruikt worden door verscheidene overheden van de lidstaten, en de overdracht tussen nationale systemen van gegevens over de verplaatsing van dieren.

De Commissie werkt momenteel aan een voorstel voor een nieuw systeem voor identificatie en registratie van schapen en geiten dat een verbetering is van het huidige systeem voor deze diersoorten. Het nieuwe systeem zal een gecomputeriseerd gegevensbestand omvatten.

Wat elektronische identificatie betreft, heeft de Commissie het IDEA-project gefinancierd, dat als doel heeft de haalbaarheid van een elektronisch identificatiesysteem voor herkauwers (vee, buffels, schapen en geiten) te onderzoeken en de werking ervan te evalueren.

Het eindverslag over het IDEA-project zal binnenkort beschikbaar zijn. Gezien de mogelijkheden van elektronische identificatie, wil de Commissie bepalingen voorstellen voor deze vorm van identificatie. Ze zal dat doen zodra de desbetreffende identificatiemethode in die mate ontwikkeld is dat die het in de hele Gemeenschap kan worden gebruikt.

De Commissie stelt voortdurend onderzoek in naar nieuwe technologieën die het mogelijk maken kwalitatief-betere systemen te ontwikkelen voor het traceren van dieren. De Commissie onderzoekt ook of die systemen makkelijk in de hele Gemeenschap gebruikt kunnen worden.

(1) PB L 204 van 11.8.2000.

(2) PB L 355 van 5.12.1992.

(3) PB P 121 van 29.7.1964.

(4) PB L 105 van 3.5.2000.

(5) PB L 281 van 7.11.2000.