92002E0007

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0007/02 van Guido Sacconi (PSE), Paolo Bartolozzi (PPE-DE)en Enrico Ferri (PPE-DE) aan de Commissie. Steun voor jonge landbouwers in de Toscane.

Publicatieblad Nr. 160 E van 04/07/2002 blz. 0165 - 0166


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0007/02

van Guido Sacconi (PSE), Paolo Bartolozzi (PPE-DE)en Enrico Ferri (PPE-DE) aan de Commissie

(17 januari 2002)

Betreft: Steun voor jonge landbouwers in de Toscane

Een doeltreffende plattelandsontwikkeling vergt een verjonging van de agrarische ondernemers en dus steun voor de vestiging van jonge ondernemers. Dit vormt één van de prioriteiten van het landbouwbeleid van de Europese Unie.

De regio Toscane heeft in dit verband op coherente wijze gewerkt aan de verwezenlijking van het plan voor de plattelandsontwikkeling 2000-2006, waarbij zij als eerste regio in Italië bijna 3000 projecten voor de vestiging van jonge landbouwers heeft gefinancierd en aldus prioriteit aan hun verzoeken heeft verleend.

Het Directoraat-generaal landbouw, dat meer waarde hecht aan de vorm dan aan de inhoud, lijkt thans niet te willen instemmen met de herziening van het financieringsplan dat door de regio Toscane wordt voorgesteld om ervoor te zorgen dat de maatregelen in de eerste plaats ten goede komen aan de jonge landbouwers, noch lijkt het de nieuwe situatie te willen bekrachtigen. De communautaire medefinanciering van de gedane uitgaven lijkt daardoor in het gedrang te komen waardoor de regio Toscane en het nationale uitbetalingsbureau, die reeds de betalingen hebben verricht, in ernstige moeilijkheden komen.

Bovendien is deze houding van het DG landbouw reeds aan de pers medegedeeld nog voordat de lidstaat en de regio hiervan in kennis zijn gesteld, hetgeen schade toebrengt aan de samenwerking en aan een correct partnerschap die een leidraad zouden moeten zijn voor de betrekkingen tussen de instellingen.

Kan de Commissie in het licht van het voorafgaande toezeggingen doen, opdat de belangen van de ondernemers worden gevrijwaard en de door de regio Toscane behaalde resultaten worden beschermd, een regio die zich vastberaden inzet om de communautaire prioriteiten ten uitvoer te leggen middels een nieuw beleid ten behoeve van de landbouw en de plattelandsontwikkeling?

Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie

(19 februari 2002)

Het bij Beschikking C(2000)2510 van de Commissie van 7 september 2000 goedgekeurde plattelandsontwikkelingsplan van Toscane voor de periode 2000-2006 omvat overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en instelling van een aantal verordeningen(1) steun voor de vestiging van jonge landbouwers.

Voor deze maatregel is in het bij de goedkeuringsbeschikking gevoegde financieringsplan voor de gehele programmeringsperiode een bedrag van 10 miljoen uit de afdeling Garantie van het EOGFL begroot.

Doordat de gevraagde steun voor deze maatregel veel hoger uitkwam dan het in het plattelandsontwikkelingsplan geraamde bedrag, hebben de regio Toscane en het betalingsorgaan Agenzia per le Erogazioni in Agricoltura (AGEA) in het begrotingsjaar 2000 meer uitgegeven dan het voor de betrokken maatregel bepaalde maximum voor de zeven programmeringsjaren.

Overeenkomstig de desbetreffende voorschriften mochten deze meeruitgaven niet worden gedaan zonder de Commissie daarvan in kennis te stellen of een verzoek tot wijziging van het plan in te dienen. Op grond van artikel 35 van Verordening (EG) nr. 1750/1999 van de Commissie van 23 juli 1999(2) is een dergelijke kennisgeving noodzakelijk om de financiële toewijzing voor de maatregel te verhogen ter dekking van de extra uitgaven en om duidelijk te kunnen aangeven vanaf welk tijdstip deze voor financiering in aanmerking komen.

De Commissie is zich wel degelijk bewust van het belang van de steun voor jonge landbouwers in Toscane en van de moeilijkheden in het eerste jaar van toepassing van de nieuwe plattelandsontwikkelingsvoorschriften, maar zij heeft ook tot taak toe te zien om de plattelandsontwikkelingsplannen en op de begrotingsuitgaven van de Unie, en zodoende op de strikte toepassing van de geldende voorschriften. Na grondig onderzoek van het probleem en op grond van de bovengenoemde voorschriften heeft de voor landbouw en visserij bevoegde commissaris de Italiaanse autoriteiten bij brief van 21 december 2001 meegedeeld dat de betrokken meeruitgaven van de regio niet voor financiering in aanmerking kwamen.

De Commissie ontkent dat het directoraat-generaal Landbouw dit standpunt reeds aan de pers heeft meegedeeld nog vóór dat de nationale en regionale autoriteiten ervan in kennis waren gesteld.

(1) PB L 160 van 26.6.1999.

(2) PB L 214 van 13.8.1999.