92001E2875

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2875/01 van Elly Plooij-van Gorsel (ELDR) aan de Commissie. Nieuwe fiscale wetgeving Bondsrepubliek Duitsland.

Publicatieblad Nr. 172 E van 18/07/2002 blz. 0017 - 0017


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2875/01

van Elly Plooij-van Gorsel (ELDR) aan de Commissie

(22 oktober 2001)

Betreft: Nieuwe fiscale wetgeving Bondsrepubliek Duitsland

Op 7 september 2001 is in de Bondsrepubliek Duitsland het Gesetz zur Eindämmung illegaler Betätigung im Baugewerbe in werking getreden. Deze wet voorziet in de verplichting voor opdrachtgevers van bouwwerkzaamheden om 15 % van de bruto-aanneemsom op de betalingen aan de opdrachtnemer in te houden en af te dragen aan de Duitse fiscus. Dit bedrag is bedoeld als voorheffing voor eventueel in Duitsland verschuldigde vennootschaps-, inkomsten- en/of omzetbelasting.

Het Finanzamt Kleve, dat voor de Nederlandse bedrijven met de uitvoering van de wetgeving belast is, heeft echter nog steeds geen maatregelen getroffen ten behoeve van een efficiënte uitvoering van de wetgeving. Naast het ontbreken van de benodigde uitvoeringsrichtlijnen, ontbreekt het bij het Finanzamt Kleve aan mankracht en aan instrumenten om de regeling te kunnen uitvoeren. Het is niet waarschijnlijk dat deze problemen op korte termijn worden opgelost. Voor vele exporterende Nederlandse bedrijven dreigt hierdoor een financiële en administratieve chaos.

1. Is de Commissie op de hoogte van deze situatie?

2. Is de Commissie met mij van mening dat deze zware, onduidelijke administratieve verplichtingen het werken van Nederlandse bedrijven in Duitsland zeer bemoeilijken en dus concurrentievervalsend zijn?

3. Is de Commissie met mij van mening dat wanneer heldere uitvoeringsmaatregelen uitblijven, uitvoering van de wetgeving bevroren dient te worden, totdat de uitvoeringsrichtlijnen bekend zijn?

Antwoord van de heer Bolkestein namens de Commissie

(21 december 2001)

1. De Commissie is op de hoogte van de wet van 30 augustus 2001 (Bundesgesetzblatt, deel I, blz. 2267). Op initiatief van de Commissie voorziet deze wet, in tegenstelling tot de vroegere wet met dezelfde oogmerken, niet langer in een verschillende behandeling van binnen- en buitenlandse ondernemingen. De in paragraaf 48 van de wet op de inkomstenbelasting (Einkommensteuergesetz) voorgeschreven belastinginhouding, die voortaan in de nieuwe wet is opgenomen, dient voor het eerst te worden toegepast op betalingen na 31 december 2001.

2. en 3. De Commissie heeft brieven van buitenlandse ondernemingen ontvangen en onderzoekt de daarin vermelde gegevens om na te gaan of de feitelijke toepassing van deze nieuwe wet tot een indirecte discriminatie van buitenlandse bedrijven zal leiden. Eventueel zal de Commissie de nodige maatregelen voor het afschaffen van met het EG-Verdrag onverenigbare maatregelen ondernemen.