92001E2283

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2283/01 van Professor Sir Neil MacCormick (Verts/ALE) aan de Commissie. Veerverbindingen met de Schotse eilanden.

Publicatieblad Nr. 093 E van 18/04/2002 blz. 0096 - 0096


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2283/01

van Professor Sir Neil MacCormick (Verts/ALE) aan de Commissie

(31 juli 2001)

Betreft: Veerverbindingen met de Schotse eilanden

Kan de Commissie bevestigen of de onderstaande feiten kloppen en laten weten in hoeverre deze van invloed zijn geweest bij het besluit inzake de veerverbindingen met de Schotse eilanden?

Naar verluidt is Zweden voornemens aan zijn scheepvaartsector binnenkort een subsidie ten belope van 900 miljoen £ per jaar toe te kennen, waarvan 350 miljoen £ bestemd zou zijn voor binnenlandse veerdiensten, hetgeen naar hun zeggen in overeenstemming is met de EU-richtlijnen.

De desbetreffende EU-verordeningen en -richtlijnen zijn opgesteld zonder zich ook maar enigszins te informeren over of rekening te houden met de unieke situatie van de veerdiensten naar de Schotse eilanden, die een vitale functie vervullen.

Nadat naar aanleiding van een klacht van P & O een drie jaar durend onderzoek was afgerond, heeft de EU haar goedkeuring gegeven voor de toekenning door de Franse regering van 30 miljoen £ staatssteun aan Brittany Ferries met als motief dat het bewuste bedrijf als motor fungeert voor de regionale ontwikkeling van Bretagne en Zuid-Normandië, de streek van Plymouth and Poole en de omgeving van Santander.

Antwoord van mevrouw de Palacio namens de Commissie

(23 oktober 2001)

Bij het opstellen van de communautaire richtsnoeren betreffende overheidssteun voor het zeevervoer(1) was de Commissie zich ervan bewust dat veerdiensten onder zeer uiteenlopende omstandigheden worden verricht en dat de richtsnoeren vanzelfsprekend niet door één bepaalde regio in de Gemeenschap konden worden bepaald. Volgens hoofdstuk 9 van de richtsnoeren kunnen openbare dienstverplichtingen in beginsel worden gesubsidieerd. Een openbare dienstverplichting wordt als volgt omschreven: een verplichting die aan een vervoersmaatschappij wordt opgelegd om een dienst te verlenen die voldoet aan vaste normen van continuïteit, regelmaat, capaciteit en prijsstelling, die de vervoersmaatschappij, indien zij enkel en alleen op haar economische belangen zou afgaan, niet zou aanhouden. In de richtsnoeren worden deze normen niet gedefinieerd. Dit wordt aan de bevoegde overheidsinstanties overgelaten, die meer vertrouwd zijn met de plaatselijke behoeften qua frequentie en soort van dienst en die tevens verantwoordelijk zijn voor het compenseren van de bedrijfsverliezen. De Commissie ziet er alleen op toe dat de beginselen van niet-discriminatie en evenredigheid in acht worden genomen. Bij alle aanbestedingen moet op niet-discriminatoire grondslag te werk worden gegaan, zoals bedoeld in artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 3577/92 van de Raad van 7 december 1992(2), en moet tevens de markt worden onderzocht om ervoor te zorgen dat er niet wordt overgecompenseerd.

Wat de Zweedse subsidies betreft, hebben de Zweedse autoriteiten de Commissie in kennis gesteld van hun voornemen om een subsidie voor de Zweedse scheepvaart in te voeren in de vorm van kortingen/vrijstellingen van belastingen en sociale bijdragen voor zeevarenden. De Commissie toetst momenteel de kennisgeving aan de relevante bepalingen inzake overheidssteun. Het geachte parlementslid zal begrijpen dat de Commissie in dit stadium niet vooruit kan lopen op het resultaat van dit onderzoek of vertrouwelijke gegevens uit de kennisgeving kan meedelen.

Voorts moet worden opgemerkt dat het bedrag van de door de Zweedse autoriteiten aangemelde subsidie niet overeenstemt met de door het geachte parlementslid vermelde cijfers, maar aanzienlijk lager is.

Met betrekking tot de onlangs goedgekeurde steun aan Brittany Ferries ten slotte moet erop worden gewezen dat de Commissie naar aanleiding van een klacht de formele onderzoekprocedure in april 1998 heeft geopend en in december 1998 deze procedure heeft verlengd. In mei 2001 besloot de Commissie overheidssteun ten bedrage van 48,2 miljoen aan Brittany Ferries goed te keuren en geen goedkeuring te verlenen voor 12,2 miljoen en evenmin voor het staatssteunelement van een staatsgarantie, wat nog moet worden teruggevorderd.

Het besluit van de Commissie was voornamelijk gebaseerd op de richtsnoeren inzake overheidssteun voor het redden en herstructureren van bedrijven in moeilijkheden en op de communautaire voorschriften inzake injecties van overheidskapitaal. Binnen de perken van de bovengenoemde voorschriften houdt het besluit rekening met regionale ontwikkelingsaspecten.

(1) PB C 205 van 5.7.1997.

(2) PB L 364 van 12.12.1992.