92001E2123

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2123/01 van Mihail Papayannakis (GUE/NGL) aan de Commissie. Incorporatie van de communautaire wetgeving in het nationale recht van de lidstaten.

Publicatieblad Nr. 364 E van 20/12/2001 blz. 0247 - 0248


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2123/01

van Mihail Papayannakis (GUE/NGL) aan de Commissie

(13 juli 2001)

Betreft: Incorporatie van de communautaire wetgeving in het nationale recht van de lidstaten

Volgens de Tabel van resultaten die door de Commissie elk halfjaar wordt gepubliceerd, is er sprake van belangrijke vertragingen bij de omzetting van de communautaire wetgeving in nationaal recht door de lidstaten. In concreto is 11 % van de goedgekeurde communautaire wetgeving niet binnen de vastgestelde termijnen in nationaal recht omgezet. Slechts drie lidstaten (Zweden, Denemarken en Finland) schijnen zich te houden aan de op de Top van Lissabon door de lidstaten overeengekomen verplichting om voor 2002 98,5 % van het communautaire wetgeving in hun nationaal recht om te zetten. Volgens Commissaris Bolkestein zouden, in afnemende volgorde, Griekenland, Frankrijk, Ierland, het Verenigd Koninkrijk, Oostenrijk en Duitsland het streefdoel om de communautaire wetgeving tot aan maart 2002 te hebben omgezet niet dreigen te halen.

Op grond van het bovenstaande zou ik de volgende vraag willen stellen: Wat denkt de Commissie van de doelmatigheid van het Portugese initiatief om een persoon te benoemen die de exclusieve verantwoordelijkheid draagt voor de omzetting van de communautaire wetgeving in nationaal recht? Is zij van plan de andere lidstaten voor te stellen een soortgelijke maatregel te nemen, opdat het op de Top van Lissabon gestelde doel kan worden bereikt?

Antwoord van de heer Bolkestein namens de Commissie

(17 september 2001)

De lidstaten beslissen zelf hoe zij de omzetting van communautaire wetgeving in hun nationale recht willen regelen. Sommige lidstaten, zoals Portugal, Zweden en Luxemburg, hebben een nationale omzettingscoördinator benoemd die ervoor moet zorgen dat er stappen worden ondernomen om communautaire wetgeving op tijd om te zetten. Uit de resultaten van het scorebord van de interne markt van mei 2001 is gebleken dat deze lidstaten hun omzettingsachterstanden met succes hebben

verkleind. De achterstand van Zweden is met 0,5 % de laagste van alle lidstaten. Luxemburg en Portugal, met een achterstand van respectievelijk 2 en 2,7 %, zijn allebei vier plaatsen in de algemene ranglijst gestegen, sinds zij een nationale omzettingscoördinator hebben benoemd.

De Commissie stimuleert de uitwisseling van beste praktijken op dit gebied, zoals de benoeming van omzettingscoördinatoren en/of het regelmatig uitbrengen van voortgangsverslagen aan nationale parlementen, met name via het Raadgevend Comité voor de interne markt. Zij verwacht van de lidstaten dat zij mede van deze ervaringen gebruik maken bij hun inspanningen om de door de Europese Raad gestelde doelstelling van 1,5 % achterstand in het voorjaar van 2002 te bereiken.