92001E1705

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1705/01 van Fernando Fernández Martín (PPE-DE) aan de Commissie. Betalingsinstrumenten.

Publicatieblad Nr. 040 E van 14/02/2002 blz. 0081 - 0082


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1705/01

van Fernando Fernández Martín (PPE-DE) aan de Commissie

(14 juni 2001)

Betreft: Betalingsinstrumenten

Het betalen met creditcards zal een grote vlucht nemen; het wordt een essentieel instrument bij de overgang naar de euro en krijgt een grensoverschrijdend belang bij de betalingen en bestedingen

van de Europese consument op het gehele grondgebied van de EU. De kleine middenstand is evenwel door de banken er in de praktijk toe verplicht op te draaien voor de onkosten van met creditcard gepleegde transacties: de commissies - wisselkoersen - verschillen aanzienlijk van lidstaat tot lidstaat.

Kan de Commissie meedelen welke verschillende soorten commissies de banken in de lidstaten hanteren en welke specifieke maatregelen zullen worden genomen om tot harmonisatie in de EU te geraken?

Heeft de Commissie speciale maatregelen genomen of gaat zij die nemen om de gevolgen-verliezen goed te maken die een massaal gebruik van creditcards teweeg zal brengen als gevolg van de overgang naar de euro? Degenen die deze verliezen lijden, zijn kleine middenstanders met een niet-oprekbare winstmarge die de kosten van met creditcard gepleegde transacties niet kunnen verhalen op de consument (bijvoorbeeld pompstations en garages).

Kan de Commissie meedelen of het verenigbaar is met de communautaire regelgeving voor wisselkoersen dat de creditcardmaatschappij en de banken voor elke transactie een bedrag mogen vragen, dat deze ondernemingen de kleine middenstand in de praktijk ertoe dwingen op te draaien voor de onkosten in verband met per creditcard verrichte betalingen?

Antwoord van de heer Bolkestein namens de Commissie

(20 september 2001)

Wanneer een winkelier creditcards als betaalmiddel wenst te aanvaarden, dient hij een contract te sluiten met een zogenaamde incasserende bank. In dit contract wordt het tarief vastgelegd dat zal worden toegepast voor de winkelier (winkelierscommissie).

Bij de bepaling van de winkelierscommmissie houdt de incasserende bank rekening met de door haar te maken kosten (afwikkeling van transacties, interbancaire commissies, onderhoud van betaalapparaten, enzovoorts) en haar winstmarge, afhankelijk van de plaatselijke concurrentiesituatie. Daarom kunnen winkelierscommissies sterk verschillen van lidstaat tot lidstaat.

De inning door de incasserende banken van een winkelierscommissie in ruil voor de verstrekking van een dienst is niet in strijd met de communautaire voorschriften. De Commissie is niet voornemens tussenbeide te komen in dit commerciële concurrerende proces om de prijs vast te stellen voor een dienst die wordt verleend aan een winkelier, noch is het haar taak om deze aangelegenheid binnen de Gemeenschap te harmoniseren.

De Commissie is daarentegen van oordeel dat tegelijkertijd met de invoering van de euro één enkele betalingsruimte tot stand moet worden gebracht. Daarom heeft zij op 25 juli 2001 een voorstel gedaan voor een verordening tot vaststelling van een beginsel van niet-discriminatie wat betreft de tarieven van betalingen in euro. Met betrekking tot de gestelde vraag zou dit ertoe leiden dat de door de winkelier verschuldigde commissie identiek is, ongeacht of het om een nationale of grensoverschrijdende betaling gaat.